Spelling H2 les 3

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Nederlands

Lezen

Spelling: bijvoeglijk naamwoorden

Lezen

Nakijken: verkleinwoorden en dictee

het dure cadeau

'dure' is een:

1. werkwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. lidwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord staat altijd voor een zelfstandig naamwoord.

1. juist
2. onjuist

Bijvoeglijk naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord schrijf je zo kort mogelijk, zo lang de uitspraak klopt.

Het cadeau is duur - het dure cadeau

Het vliegtuig is geland - het gelande vliegtuig

De grond is omgespit - de omgespitte grond

Bijvoeglijk naamwoord

Komt het bijvoeglijk naamwoord van een voltooid deelwoord en eindigt dat vdw op 'en'? 

De pinda's zijn gezouten - de gezouten pinda's

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord 

Geeft aan van welk materiaal iets is gemaakt:

de katoenen kleding

een plastic bekertje

Staat 'te' voor het bijvoeglijk naamwoord?

Dan schrijf je het hele werkwoord op. 

de te repareren scooter

de ... boot

1. kunststof
2. kunststoffen

de ... schutting

1. van hout
2. houten

de ... ruit

1. gebarste
2. gebarsten

de ... weg

1. bestrate
2. bestraten

Spelling: maken

Huiswerk:

opdracht 3: blz. 25-26 (bijvoeglijk naamwoorden)

opdracht 6: blz. 36 (spelfouten vinden)