Meer dan lezen P4 - Feit, mening en argument

Welkom 2E! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond en leg het volgende vast op tafel:
  • schrift en etui
  • leesboek


1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom 2E! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond en leg het volgende vast op tafel:
  • schrift en etui
  • leesboek


Slide 1 - Tekstslide

Welkom 2F! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond en leg het volgende vast op tafel:
  • schrift en etui
  • leesboek


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Pak je leesboek en ga lekker lezen!

Slide 4 - Tekstslide

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Vandaag...
  • Wat weet je al?
  • Uitleg P4
  • Opdrachten maken
Leerdoelen:
- Je kunt onderscheid maken tussen feiten, meningen en argumenten in een tekst.

Slide 5 - Tekstslide

Startopdracht H4 Lezen

Slide 6 - Tekstslide

Feit vs. Mening

Slide 7 - Tekstslide

Feit
  • Uitspraak over iets wat waar of niet waar is 
  • Een feit kun je controleren.

Voorbeeld: 'De helft van de veertienjarigen in Nederland krijgt 50 euro kleedgeld per maand.'

Slide 8 - Tekstslide

mening/standpunt
  • Wat iemand ergens van vindt
  • Het is niet controleerbaar
  • Je kunt het eens of oneens zijn
  • Soms te herkennen aan signaalwoorden: ik vind, volgens mij, lijkt mij, daarom, dan ook

Voorbeeld: 'Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen'

Slide 9 - Tekstslide

Feit of mening?
Hij praat heel snel.
A
feit
B
mening

Slide 10 - Quizvraag

Feit of mening?
Vandaag is het donderdag.
A
feit
B
mening

Slide 11 - Quizvraag

Feit of mening?
Rotterdam telt 220.000 inwoners.
A
feit
B
mening

Slide 12 - Quizvraag

Feit of mening?
Koken is moeilijk.
A
feit
B
mening

Slide 13 - Quizvraag

argument 
  • Je gebruikt argumenten om uit te leggen waaróm je een bepaalde mening hebt. 
  • Soms te herkennen aan signaalwoorden: want, namelijk, omdat, immers...

Voorbeeld: 'Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen (mening), want dan leren zij met geld omgaan (argument)'.

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht
Bedenk een argument bij onderstaande standpunten: 
  • Er moeten verkeersdrempels in deze straat komen ........
  • Mick zou op basketbal moeten gaan .....

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag!
P4: opdr. 1 t/m 4
Cursus 1 - Meer dan lezen - P4 Feit, mening, argument 

Klaar?
  • maak een samenvatting van de theorie van P1 t/m P4
  • bereid de presentatie voor;
  • lezen in je leesboek.


timer
25:00

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Maandag 19 mei:
  • Lezen - Meer dan Lezen, P4 - opdr. 1 t/m 4 en 6


Slide 17 - Tekstslide