Les 26-10-2020, herhaling balans en mutatiebalans

Planning voor de les:
20 minuten: KWT
4 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
10 minuten: aan het werk!
5 minuten: leerdoelen testen

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Planning voor de les:
20 minuten: KWT
4 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
10 minuten: aan het werk!
5 minuten: leerdoelen testen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Wat? Keuzewerktijd 
Hoe? Volgens het stoplicht
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat 
Uitkomst? Je hebt geoefend met leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak

timer
20:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De consumentenprijs is 83,49 euro. Het btw-tarief is 21%. Bereken de verkoopprijs.

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitwerking
€83,49 : 121 x 100 = €69,00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op een resultatenrekening staan...
A
kosten
B
opbrengsten
C
eigen vermogen
D
winst- of verliessaldo

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld van een stroomgrootheid is / zijn.....
A
loonkosten
B
voorraden
C
kasgeld
D
debiteuren

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen:
1. Je begrijpt hoe de balans werkt.
2. Je begrijpt hoe balansmutaties werken.


HUISWERK: Bouwsteen 5.1

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Liquide middelen
Eigen vermogen
Kort vreemd vermogen
Lang vreemd vermogen
Vaste activa
Vlottende activa

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Liquide middelen
Vaste activa
Vlottende activa
Eigen vermogen
Kort vreemd vermogen
Lang vreemd vermogen
Gebouw
Bedrijfsterrein
Rabobank rekening
Kas
Debiteuren
Aandelen
Lening (5 jaar)
Hypothecaire lening
Crediteuren
Lening (<1 jaar)

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onder welke categorie valt een bedrijfsauto?
A
Liquide middelen
B
Eigen vermogen
C
Vlottende activa
D
Vaste activa

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onder welke categorie valt een hypothecaire lening?
A
Liquide middelen
B
Eigen vermogen
C
Lang vreemd vermogen
D
Kort vreemd vermogen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de beste omschrijving van vlottende activa?
A
Activa die langer dan één periode of jaar meegaan
B
Activa die minder dan één periode of jaar meegaan
C
Activa die precies één periode of jaar meegaan
D
Activa die één periode meegaat

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Resultaten rekening
Belangrijkste kenmerken van een resultatenrekening:
- Heeft een linker (kosten) en een rechterzijde (opbrengsten)
- Het is geen momentopname, maar een lopende rekening      (stroomgrootheid)
- De resultatenrekening is altijd in evenwicht.

    Slide 20 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 21 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Winst en verlies - Resultatenrekening
    Omzet                                              = afzet x verkoopprijs
    Inkoop                                             = afzet x inkoopprijs  -
    Brutowinst per product        = verkoopprijs - inkoopprijs
    Brutowinst                                    = afzet x brutowinst per product 
    Bedrijfskosten                            =  personeel/huisvesting/afschrijving enz.  -
    Nettowinst                                  = omzet - inkoop - bedrijfskosten
                                                              =  brutowinst - bedrijfskosten

    Slide 22 - Tekstslide

    xxxxxx

    Slide 23 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 24 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 25 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 26 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 27 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 28 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 29 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 30 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Aan de slag!
    Wat? Bouwsteen 5.1
    Hoe? In je werkboek
    Hulp? De docent (tijdens de les), je werkboek en je medestudent.
    Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn
    Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
    Klaar? Ga verder met een ander vak of ga verder met bouwsteen 5.2

    timer
    10:00

    Slide 31 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies


    Per ING-bank ontvangen van klanten ter betaling van enige weken eerder verkochte goederen een totaalbedrag van € 1.200. 

    Slide 32 - Open vraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Uitwerking
    debet
    debiteuren - €1.200,-
    credit
    Ing-bank - €1.200,-

    Slide 33 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 34 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 35 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 36 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 37 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 38 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 39 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 40 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 41 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies