Vrijdag 24 april: Taal, thema 8, week 1

Taal
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taal

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
  • Themawoorden herhalen
  • Mannelijke en vrouwelijke persoonsnamen
  • Woordsoorten herkennen in een zin

Slide 2 - Tekstslide

Wat ben je als je ergens verstand van hebt?
A
kritisch
B
monotoon
C
neutraal
D
deskundig

Slide 3 - Quizvraag

Welke taak heeft de verpleegkundige in het ziekenhuis?
A
mensen inspireren
B
mensen opereren
C
mensen verzorgen
D
mensen vermaken

Slide 4 - Quizvraag

Wat voor beroep
oefent degene
uit op het plaatje?
A
de imker
B
de fysiotherapeut
C
de chirurg
D
de geitenfokker

Slide 5 - Quizvraag

Door wie word je geopereerd?
A
de dierenarts
B
de chirurg
C
de fysiotherapeut
D
de verpleegkundige

Slide 6 - Quizvraag

Een geitje heeft zijn poot gebroken. Waar ga je naar toe?
A
de geitenfokker
B
de dierenarts
C
de imker
D
de verpleegkundige

Slide 7 - Quizvraag

Kijk naar het plaatje
Waar wordt dit voor gebruikt?
A
verschonen
B
wringen
C
bloed afnemen
D
deskundig

Slide 8 - Quizvraag

Schrijf de vrouwelijke persoonsnaam op van hertog.

Slide 9 - Open vraag

Schrijf de vrouwelijke persoonsnaam op van leraar.

Slide 10 - Open vraag

Schrijf de vrouwelijke persoonsnaam op van bloemist.

Slide 11 - Open vraag

-er +ster
+in
+es
+e
zanger
agent
boer
vriend
advocaat
verzorger
leider
leraar

Slide 12 - Sleepvraag

Wat is de vrouwelijke vorm van baas?
A
baze
B
bazin
C
bazes

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de vrouwelijke vorm van heerser?
A
heerster
B
heerserin
C
heerseres

Slide 14 - Quizvraag

de
zijn
ww
bn
zn
vz
volwassenen
zoon
zorgt
voor
oude
moeder

Slide 15 - Sleepvraag

hij
de
ww
bn
zn
vz
pakt
goede
medicijnen

Slide 16 - Sleepvraag

de
de
ww
bn
zn
vz
helpt
in
oude
keuken
kok
dikke

Slide 17 - Sleepvraag

mijn
mijn
ww
bn
zn
vz
lieve
moeder
helpt
met
huiswerk

Slide 18 - Sleepvraag

mijn
haar
een
ww
bn
zn
vz
tante
woont
met
lieve
man
in 
groot
huis

Slide 19 - Sleepvraag

Hoe ging de les?
A
B
C
D

Slide 20 - Quizvraag