3ns1,1 do 20 jan 2022

Programma en lesdoelen
Programma
  • Huiswerk
  • Kracht en versnelling
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiten

Lesdoel:
- Je kan uitleggen hoe krachten de snelheid veranderen
- Je kan aan kracht, massa en versnelling rekenen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programma en lesdoelen
Programma
  • Huiswerk
  • Kracht en versnelling
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiten

Lesdoel:
- Je kan uitleggen hoe krachten de snelheid veranderen
- Je kan aan kracht, massa en versnelling rekenen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Opdracht 4 t/m 8 samen bespreken. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Krachten op een fiets
Vooruit: Spierkracht

Achteruit: Wrijvingskrachten
- rolweerstand (banden)
- luchtweerstand (lucht)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaat een beweging?
1. Versnellen
- Spierkracht is groter dan de wrijvingskracht

2. Snelheid blijft gelijk (constant)
- Spierkracht is evengroot als de wrijvingskracht

3. Vertragen
- Spierkracht is kleiner dan de wrijvingskracht

4. Remmen
- Spierkracht is 0, wrijvingskracht wordt heel groot.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De fietser is hier aan het ..
A
Versnellen
B
Vertragen
C
Fietsen met constante snelheid
D
staat stil

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De fietser is hier aan het ..
A
versnellen
B
vertragen
C
fietsen met constante snelheid
D
staat stil

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kracht, versnelling en massa
Als de nettokracht groter is dan 0 dan versnellen.
Bij versnellen wordt de snelheid steeds groter. 

Kracht = massa x versnelling
F = m x a


grootheid
symbool
eenheid
afkorting
versnelling
a
meter per seconde kwadraat
m/s2
kracht
F
Newton
N
massa
m
kilogram
kg

Slide 7 - Tekstslide

Hier uitleggen wat er met versnelling bedoeld wordt. 
Elke seconde wordt de snelheid met een bepaalde waarde groter
Een auto heeft een massa van 1500 kg en versnelt met 1,3 m/s^2.
Bereken de kracht.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een auto levert een kracht van 2000 N. De massa is 1400 kg. Wat is de versnelling?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een auto levert een kracht van 2000 N. De massa is 1400 N. Wat is de versnelling?
F = 2000 N, m = 1400 kg, a = ?
F = m x a
2000 = 1400 x a

a = 2000 : 1400 = 1,4 m/s2

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

valversnelling
Fz = m * g

op aarde is g gemiddeld 10m/s2.
g wordt ook wel de valversnelling genoemd.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens één van de uitstapjes op de maan laat een astronaut zijn camera vallen. Wat gebeurt er met de snelheid van de camera tijdens de val?
A
Die is op de maan net zo groot als op aarde
B
Die is op de maan groter dan op aarde
C
Die is op de maan kleiner dan op aarde
D
Er is geen snelheid want de camera valt niet, hij is gewichtsloos

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Wat ga je doen?
1. Ga naar Classroom en maak de opdracht 'Kracht en versnelling

Hoe: Zelfstandig                                        Klaar? mk 9 t/m 20 WB B

Hulp:
1. Je boek
2. Fluistertoon persoon naast je
3. Steek je vinger op

timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht Nakijken
1. Een hardloper (m = 60 kg) versnelt met 1,2 m/s2. Hoe groot is de kracht?

2. Een fietser remt met een kracht van -1200 N. De versnelling is - 3 m/s2.
a. Leg uit wat het - teken in dit geval betekent. 
b. Bereken de massa van de fietser.

3. Een groot schip (m = 50 ton) remt af. De vertraging is 0,8 m/s2. Hoe groot is de kracht?


4. Een auto (m = 1200 kg) levert een kracht van 1800 N. Hoe groot is de versnelling?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Wat ga je doen?
1. Maak 9 t/m 20 WB B

Hoe: Zelfstandig                                          Klaar? Steek je vinger op

Hulp:
1. Je boek
2. Fluistertoon persoon naast je
3. Steek je vinger op
timer
1:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiten
Lesdoel:
- Je kan uitleggen hoe krachten de snelheid veranderen
- Je dan de versnelling berekenen

Huiswerk = afmaken 9 t/m 20

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies