Werkwoorden leerjaar 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Woordsoorten

Werkwoorden?  Lidwoorden? Zelfstandig naamwoorden?

Wat zijn het ook al weer?

Het verdelen van woorden in soorten

Lesdoel

Aan het eind van deze les kun je......,

een werkwoord herkennen , 

weet je wat een werkwoord is en

heb je opdrachten gemaakt om dit te oefenen.

Hoe herken je een werkwoord?

Werkwoorden kunnen van vorm veranderen.

De bal rolt van het veld. De bal rolde van het veld.

Zij eten de appels op. Zij eet de appels op.

Mijn moeder belt mij. Mijn moeder belde mij.

Een zin vragend maken

Een werkwoord komt vooraan in de zin, wanneer je deze vragend maakt. Dit werkwoord is de persoonsvorm in die zin.

Zij pakt haar pen. Pakt zij haar pen?

Hij schrijft het nummer op. Schrijft hij het nummer op?

Waar zegt een werkwoord iets over?

1. wat iemand doet.
2. wat iemand zegt.
3. wat iemand overkomt.
4. wat iemand doet of overkomt.

Wat is in deze zin het werkwoord?
Wij kijken naar het digibord.

1. wij
2. kijken
3. digibord
4. naar

Wat is in deze zin het werkwoord?
Maandag gaan we op kamp.

1. Maandag
2. kamp
3. gaan
4. we

Wat is in deze zin het werkwoord?
Zaterdag speelden zij een wedstrijd.

1. speelden
2. zij
3. Zaterdag
4. een

Hoeveel werkwoorden staan in deze zin?
Ze pakte haar tas van tafel.

1. 0
2. 2
3. 3
4. 1

Hoeveel werkwoorden staan in deze zin?
Zij belde haar oma en vertelde het hele verhaal.

1. 1
2. 0
3. 2
4. 3

Wat heb je geleerd deze les?