H5.2 Wat voor ondernemingen?

H5.2 Wat voor ondernemingen?
3GT
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H5.2 Wat voor ondernemingen?
3GT

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als de tijd om is heb je alle spullen op tafel en dan starten we met de les.
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
15 min - Herhalen H5.1
10 min - Uitleg H5.2
20 min - Aan het werk met H5.2

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PTA
  • Hoofdstuk 5: Is er werk voor jou?
  • Hoofdstuk 6: Productie en markt
  • Weging: 10x

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsmotieven = redenen om te werken
1. Geld verdienen
2. Jezelf ontwikkelen
3. Ritme
4. Nuttig en zinvol bezig zijn
5. Sociale contacten

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(on)geschoold werk 
Ongeschoold
Geschoold

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bruto- en nettoloon






Brutoloon - inhoudingen = nettoloon

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wit werk:
Betaald werk, waarover belasting en sociale premies wordt betaald.
Grijs werk:
onbetaald werk



 Zwart werk:
betaald werk, zonder belasting en sociale premies te betalen.
Dit is strafbaar!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke arbeidsmotieven zijn er?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van geschoold werk?
A
Schoonmaakster
B
Docent
C
Vakkenvuller
D
Telefoniste

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van ongeschoold werk?
A
Een aannemer zoekt een timmerman.
B
Een magazijn zoekt een vorkheftruckchauffeur.
C
Een museum zoekt een receptionist.
D
Een winkel zoekt een schoonmaker.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

-
-
--------------------
=
Nettoloon
Sociale premies
Brutoloon
Loonbelasting

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort er bij grijs werk?
A
Arbeidsovereenkomst
B
Contant loon
C
Vrijwilligerswerk
D
Betaald

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is het verschil tussen wit en zwart werk?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In de                        staan de arbeidsvoorwaarden die gelden in een bepaalde                      , zoals het onderwijs en de politie
.................
.................
CAO
Arbeidsovereenkomst
Bedrijfstak
Vakbond

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je leren?
  • In welke groepen je de productie kunt indelen (volgende les)
  • Hoe in bedrijven het werk verdeeld wordt
  • Wat een zelfstandige, eenmanszaak en een zzp'er is
  • Wat een vof is
  • Wat het verschil is tussen een nv en bv

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Vanaf 5.05 minuut tot c.a. 9 minuut
Productiesectoren   

Slide 19 - Tekstslide

De ondernemingen waarbij je kunt werken, zijn verdeeld in vier productiesectoren.

De primaire sector: hier horen bedrijven bij die grondstoffen maken zoals boeren, vissers, de houtkap en mijnbedrijven.

De secundaire sector: hier horen bedrijven bij die de grondstoffen van de primaire sector nemen en verwerken tot iets anders. Fabrieken, bouwbedrijven, pottenbakkers en soortgelijke bedrijven.

De tertiaire sector: hierin vind je alle bedrijven die een dienst leveren (en dus niet een goed maken!) en deze met winst proberen te verkopen. Alle winkels horen hierbij, maar ook de bank, de NS, de kapper en klusbedrijven,

De quartaire sector: hier vallen alle bedrijven onder die een dienst leveren en deze niet met winst proberen te verkopen. De diensten die in de quartaire sector worden geleverd zijn grotendeels openbaar. Hieronder vallen de politie, brandweer en het onderwijs.
Arbeidsverdeling
  • Arbeidsverdeling = iedereen doet zijn of haar eigen werk (taken)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leidinggevend of uitvoerend werk
Leidinggevend werk

Bij leidinggevend werk vertel je andere mensen wat zij  moeten doen en ben je verantwoordelijk voor het resultaat.​ 

Uitvoerend werk

Bij uitvoerend werk krijg je opdrachten van je baas en die voer je uit.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ondernemingsvormen
Eenmanszaak
VoF
BV
NV
Eigenaar

directeur (1 persoon)
vennoten (meerdere personen)
aandeelhouders
aandeelhouders
Aansprakelijk
persoonlijk (hoofdelijk) met privé vermogen
persoonlijk (hoofdelijk) met privé vermogen
bedrijf, alleen inleg aandeel (verkopen / kopen alleen met toestemming)
bedrijf, alleen inleg aandeel (iedereen mag verkopen / kopen op de beurs)
Voordeel
- zelf baas
- alle winst voor jezelf
- taken verdelen
- vervanger bij ziekte
- meer geld
- niet privé aansprakelijk
- meer geld
- niet privé aansprakelijk
- meer geld
Nadeel
- privé aansprakelijk
- geen vervanger bij ziekte
- privé aansprakelijk
- winst moet je delen
- winst moet je delen
- winst moet je delen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
  1. H5.2 Blz. 134 t/m 137

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies