AFP KNO les 1.4.2. Anatomie en fysiologie

Anatomie, Fysiologie en Pathologie 

Zintuigen & KNO pathologie

Week 19
Leerjaar 1
Periode 4
Les 1.4.2
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie, Fysiologie en PathologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Anatomie, Fysiologie en Pathologie 

Zintuigen & KNO pathologie

Week 19
Leerjaar 1
Periode 4
Les 1.4.2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
-Vorige les
-Lesdoelen bespreken
-Theorie
-Opdracht zintuigen
-Huiswerk en afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
Wat is een functie van speeksel?
Welk gedeelte sluit de huig af?
Welk gedeelte sluit het strotklepje af?
Wat is de functie van de amandel?

Slide 3 - Tekstslide

Slikken gaat makkelijker
Bewegen van tong en lippen gaat makkelijker
Bevat enzym amylase > vertering van suikers
Beschermt tegen bacteriën
Werkt neutraliserend op maagzuur

Strotklepje = luchtpijp
Huig = neusholte
Lesdoelen
Aan het eind van de les kan je:
  • Benoemen uit welke onderdelen de neus en het oor bestaat.
  • De anatomie en de fysiologie van neus en oor uitleggen.
  • De anatomie/fysiologie van de neus en het oor toepassen
  • De route die een geluidstrilling aflegt door de onderdelen van het oor noemen.
  • De functie van de onderdelen van het oor noemen en aanwijzen in een schematische tekening



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anatomie van de neus
  • Holten gescheiden door kraakbeen en bot, het neustussenschot.
  • Adenoïd = neusamandel
  • De neusbijholten(sinussen) zijn met lucht gevulde holten en bevinden zich rond de neusholte en de ogen. Elke sinus is genoemd naar het bot waarin het zich bevindt.
  • Functie neus(holte): Ademhaling, reuk, afvoeren traanvocht en stemvorming

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anatomie van het oor

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anatomie van het oor
Bestaat uit:
  1. Uitwendige oor (buitenoor)
    auris externa
  2. Middenoor
    auris media
  3. Inwendige oor (binnenoor)
    auris interna

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het uitwendige oor
  • Het buitenoor (auris externa) bestaat uit:
    De oorschelp; vangt geluidstrillingen op. Deze worden via de uitwendige gehoorgang doorgegeven aan het trommelvlies (membrana tympani). 
  • De uitwendige gehoorgang bevat haartjes en oorsmeerklieren (talgkliertjes) 
    Wat is de Latijnse naam voor oorsmeer?
  • Uitwendige gehoorgang is 2,5 cm lang
  • De geluidstrillingen brengen het trommelvlies in beweging


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het middenoor
  • Het middenoor (auris media): geluidsgeleidende deel 
  • Bestaat uit:
    -Buis van Eustachius (van middenoor naar keelholte) 
    -de kleinste botjes; de gehoorbeentjes
  1. De hamer - malleus
  2. Het aambeeld - incus
  3. De stijgbeugel - stapes
  • De gehoorbeentjes geven de prikkels van het uitwendige oor door aan het inwendige oor. (wel 20-30x versterkt) 
  • De gehoorbeentjes zitten aan de ene kant vast tegen het trommelvlies en aan de andere kant tegen het ovale venster. 



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag
Hoe komt het dat je een doof gevoel hebt/ gevoel dat je oren dichtzitten als je bijv. stijgt of daalt in het vliegtuig?
Wat heeft de buis van Eustachius hier mee te maken?
Hoe kun je dit gevoel voorkomen? Wat gebeurt er dan met de buis van Eustachius? 

Wie weet zo het antwoord?
Pak evt. je boek Medische terminologie erbij en schrijf de antwoorden op in eigen woorden. (blz. 157) 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De buis van Eustachius
  • Verbinding tussen middenoor en de keelholte
  • Druk in het middenoor blijft gelijk als buiten het oor

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het inwendige oor
auris interna
  • Het binnenoor (auris interna)
  • Bevat 3 onderdelen:
  1. Slakkenhuis/ Cochlea ( ovale - + ronde venster) -> zintuigcellen voor het gehoor liggen in de wand in het orgaan van Corti
    Vangen (geluids-)trillingen op en geven ze als (elektrische) signalen door aan de hersenen via de nervus cochlearis. 
  2. 3 halfcirkelvormige kanalen -> zintuigcellen voor het evenwicht
    Vormen samen het labyrint/doolhof.





Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het evenwichtsorgaan
Over koorddansen en misselijk worden in de auto …..

Slide 18 - Tekstslide

Je evenwichtszintuig gebruik je de hele dag, zowel bewust als onbewust. Om dit toe te lichten twee voorbeelden: “Een koorddanser loopt hoog boven het publiek over een gespannen kabel. Honderden ogen volgen hem. Heeft hij een bijzonder evenwichtsgevoel? Nee hoor, de kijkers gebruiken hun evenwichtszintuig net zo intensief! Niet om over de kabel te lopen, maar om de man te zien; beide zijn jullie bezig om je evenwicht te bewaren. Jij niet om over de kabel te lopen, maar om de man te zien. Het geheim van de koorddanser? Hij heeft een bijzonder goede spierbeheersing. En lef.” “Het komt nogal eens voor dat mensen in de auto misselijk worden. Helemaal als je tijdens het rijden een boek leest. Hoe komt dat? De afstand tussen je boek en je ogen verandert niet, ook niet wanneer je over een hobbelige weg rijdt. Echter, je evenwichtsorganen en je spieren moeten daar hard voor werken: steeds maken ze korte, snelle correcties. Om de misselijkheid te voorkomen helpt het om in de verte te kijken: je lichaam beweegt dan met de horizon mee.” Steeds zorgt je lichaam er dus voor dat je in balans blijft, rechtop kan staan en dat je niet zomaar omvalt. Welke zintuigen hierbij betrokken zijn, hoe het evenwichtsorgaan werkt en hoe het komt dat je lichaam in evenwicht blijft, leer je in deze webquest.

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het evenwichtsorgaan
  • Tegen het inwendig oor aan liggen 3 halfcirkelvormige organen, die loodrecht op elkaar staan in 3 vlakken.
  • En er liggen 2 blaasjes die door een nauwe verbinding aan elkaar zitten. In de wand liggen de evenwichtscellen.
  • Totale stelsel gevuld met vocht.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het evenwichtsorgaan
2 soorten zintuigen
  1. Echte evenwichtszintuigen (stand van ons hoofd, snelheid)
  2. Rotatiezintuigen (draaiing) > overmatige prikkeling zorgt voor duizeligheid

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt het evenwichtsorgaan?
Wanneer het hoofd van stand verandert, gaat de vloeistof  in de kanalen stromen.
Deze vloeistof stroomt langs de zintuigcellen en geeft een prikkel door aan de hersenen via de evenwichtszenuw. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Weet jij nu waar de onderdelen 
(de antwoorden) zich bevinden?
Overhoor elkaar!  ---   Twijfel?  Ga terug naar slide 7
Wat is nr 2?
De gehoorzenuw geeft de impuls (elektrisch signaaltje) door naar de hersenen
8
Stijgbeugel. Komt in beweging door het trillen van het aambeel. Geeft de trilling door aan het Ovale venster.
13
Evenwichtsorgaan. Geeft informatie over het evenwicht door naar de evenwichtszenuw (De gehoorzenuw is eigenlijk ook de evenwichtszenuw. De zenuw bevat zenuwvezels vanuit het slakkenhuis en vanuit het evenwichtsorgaan).

9
Aambeeld. Komt in beweging door het trillen van de hamer. Geeft de trilling door aan de stijgbeugel.
12
Bovenkaak
10
Slakkenhuis. Zet geluidstrillingen die vanaf het Ovale venster komen om in impulsen. In het slakkenhuis (opgerold buisje van 3,5 cm lang) zit vloeistof en zintuigcellen met trilhaartjes. De trilhaartjes trillen op volgorde van toonhoogte en geven het signaal door aan de gehoorzenuw.
7
Buis van Eustachius. Regelt de luchtdruk in de trommelholte.
6
Hamer. Komt in beweging door het trillen van het trommelvlies. Geeft de trilling door aan het aambeeld.
11
Trommelvlies. Geluidsgolven botsen tegen het trommelvlies, het trommelvlies trilt. Geeft geluidstrillingen door aan de gehoorbeentjes
4
Rode ruimte
Middenoor: bestaat uit het trommelvlies en de gehoorbeentjes
5
Gehoorgang. Geeft de geluidsgolven vanuit de oorschelp door aan het trommelvlies
3
Oorsmeerkliertjes. Houden het trommelvlies soepel.
2
Oorschelp. Vangt geluidsgolven op. 
1
Ovale venster. Komt in beweging door het trillen van de stijgbeugel. Geeft de trilling door aan het slakkenhuis.
16
Leer de functies van de onderdelen van het oor
Paarse ruimte
Binnenoor: Slakkenhuis en evenwichtsorgaan
14
Dit deel + groene ruimte
Buitenoor: Oorschelp + gehoorgang 
15

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling leerdoel: Je kunt de route die een geluidstrilling aflegt door de onderdelen van het oor noemen
-->
-->
-->
-->
-->
-->
gehoorbeentjes trillen
vocht in het slakkenhuis trilt
zintuigcellen zetten prikkel om in impulsen
impulsen gaan naar hersenen
geluid zorgt voor trillingen in de lucht
trommelvlies gaat trillen

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet in de juiste volgorde:
1. De vloeistof in het slakkenhuis wordt in beweging gebracht
2. De oorschelp van het geluid op
3. Het geluid legt een weg af door de gehoorgang
4. De gehoorzenuw geeft het geluid door aan de hersenen
5. Het trommelvlies brengt de gehoorbeentjes in beweging
A
2, 3, 1, 4, 5
B
4, 1, 5, 3, 2
C
2, 3, 5, 1, 4
D
4, 5, 1, 2, 3

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Samenvattend
Oorschelp
Evenwichtsorgaan
Gehoorzenuw
Gehoorbeentjes
Tommelvlies
Gehoorgang
Slakkenhuis
Oorsmeerkliertjes
buis van Eustachius

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag..
met opdrachten rondom de zintuigen

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
  1. Leren van de LessonUp -Zintuigen en anatomie en fysiologie (1.4.1. en 1.4.2.) 
  2. Leren:
    Medische terminologie lijst. Zie opdracht
    Medische terminologie anatomie en fysiologie H.14.1. tot en met 14.2.4.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies