HAVO - Lezen van weerkaarten

Download op je telefoon:
        Weer Nu



1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Download op je telefoon:
        Weer Nu



Slide 1 - Tekstslide

Havo lesstof: Leren lezen van weerkaarten met drukgebieden

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen wat de symbolen op weerkaarten betekenen
  • Je kunt m.b.v. deze symbolen het weer uitleggen
  • Je kunt voorspellen wat het weer van morgen gaat zijn

Slide 3 - Tekstslide

Leren lezen van weerkaarten met drukgebieden

Iedere dag hebben we het erover, het weer. Weer heeft een grote invloed op ons leven en in sommige beroepsgroepen is het heel belangrijk dat je weet wat de voorspellingen zijn. Denk hierbij aan de boer, die graag wil weten of hij droog blijft om zijn gras te hooien. Of een visser die de open zee op gaat. 


Slide 4 - Tekstslide

Hogedrukgebied
Hoge druk = dalende lucht
Symbool op de kaart = H
Getal > 1000 

Welk weertype hoort bij H?
- geen bewolking
- warm in de zomer
- koud in de winter


Slide 5 - Tekstslide

Lage drukgebied
Hoge druk = dalende lucht
Symbool op de kaart = L
Getal < 1000 

Welk weertype hoort bij L?
- bewolking met regen
- nat weer
- niet extreem koud of warm


Slide 6 - Tekstslide

Luchtdruk veranderd....
De luchtdruk is niet op alle plaatsen hetzelfde. Door de stand van de zon zien we dat op de evenaar altijd een laag luchtdruk gebied is. Het is hier warm en in de namiddag regent het vaak. Je kunt dit ook terug zien op de wereld kaart. Rond de evenaar is het altijd groen. (regenwouden!) En er valt veel regen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Het weer als de luchtdruk verandert..

Onthouden: Lucht stroomt ALTIJD van H naar L -> dit is wind
                   
Onthouden: Hoe groter het verschil in luchtdruk, hoe harder het waait.


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Luchtdruk gebieden op de wereld

Slide 12 - Tekstslide

Windrichtingen op aarde

Wind stroomt van H -> L
Let op: de aarde draait om zijn eigen as
Gevolg: wind heeft een afwijking!

Wet van Buys Ballot:
Noordelijk Halfrond: wind draait naar rechts
Zuidelijk Halfrond: wind draait naar links

Corioliseffect: afwijking van richting door beweging
Op de kaart zie je de grote windsystemen op aarde. Door de Wet van Buys Ballot krijgt wind een afwijking. 

NH: afwijking naar rechts
ZH: afwijking naar links

Let op: ALTIJD KIJKEN MET DE WIND IN JE RUG!

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

En hoe zit dat nu met luchtdruk gebieden boven bijvoorbeeld Europa en Nederland?

Je hebt nu geleerd dat je op verschillende breedtegraden andere luchtdruk gebieden zijn. Maar ook bij ons om 50 graden hebben hoge en lage drukgebieden. We gaan eens kijken hoe deze 'bubbels' van lucht bewegen en hoe we dat ieder dag op de weerkaart zien. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Maar wat gebeurt er als die fronten gaan botsen?
Een warmtefront: rood met halve cirkels, dit kan een langdurig regengebied zijn. Langzaam oplopende temperatuur

Koufront: blauwe lijn met driehoekjes, meestal onbestendig weertype met veel onweer en hevige buien. Het wordt kouder.

Oclusiefront: Paars met driehoekjes en halve bolletjes. Als een kou en warmte front langzaam bij elkaar komen. Resultaat: regen

Slide 17 - Tekstslide

En dan naar de kaart
Isolijnen: Lijn op een kaart of in een grafiek die punten verbindt met een gelijke waarde


Isolijnen die de luchtdruk aangeven worden isobaren genoemd. 

Slide 18 - Tekstslide

Op deze kaart zie je isobaren, kun jij aangeven waar een hoge- en waar aan lagedrukgebied ligt in Europa?
Windrichting: 
Bij L -> wind stroomt er naartoe
Bij H -> wind stroomt er vanaf

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Stel: Warme en koude lucht botsen. Welke van de twee zal gaan stijgen?
A
Warme lucht
B
Koude lucht

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Goed onthouden:
- Koude lucht beweegt sneller dan warme lucht
- "Koude lucht haalt de warme lucht in"
- Warme lucht stijgt
- Stijgende lucht koelt af, waterdamp condenseert en regent uit

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Waar regent het?

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide