3.5 en 3.6 - Afweer en gezond leven

Thema 3: De bloedsomloop




Basisstof 5 en 6
vmbo kgt
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Thema 3: De bloedsomloop




Basisstof 5 en 6
vmbo kgt

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • SO 3.1 t/m 3.3 - 30 min
  • Herhaling - 5 min
  • Uitleg 3.5 en 3.6 - 15 min
  • Werktijd - 40 min
  • Afsluiting 10 min

Volgende week herhaling.

Slide 2 - Tekstslide

Wat maken de nieren?

Slide 3 - Open vraag

Waar wordt de urine verzameld voordat het naar de blaas gaat?
A
Nierbekken
B
Niermerg
C
Nierschors
D
Urineleider

Slide 4 - Quizvraag

Welk bestandsdeel zorgt voor bloedstolling? (korstje op wond)
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplasma
D
Bloedplaatjes

Slide 5 - Quizvraag

Hoe heet dit bloedvat?
A
Longslagader
B
Aorta
C
Longader
D
Bovenste holle ader

Slide 6 - Quizvraag

Welke slagader is zuurstofarm?

Slide 7 - Open vraag

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
  • Kan je uitleggen hoe antistoffen bescherming bieden bij infectie.
  • Kan je uitleggen wat er gebeurt bij een allergie.
  • Kan je omschrijven hoe je het hart en de bloedvaten gezond kan houden.

Slide 8 - Tekstslide

3.5 Afweer

Slide 9 - Tekstslide

Wat denk jij dat 'lichaamsvreemde stoffen' zijn?

Slide 10 - Open vraag

Lichaamsvreemd
Stoffen die niet in je lichaam thuis horen zijn lichaamsvreemde stoffen

Bijvoorbeeld een bacterie, 
zie plaatje hiernaast.

Slide 11 - Tekstslide

Bescherming
Je lichaam probeert deze ziekteverwekkers tegen te houden door:
  • De huid
  • de slijmvliezen (luchtwegen)
  • zoutzuur (maag)
Als dat niet lukt dan doen gaan de witte bloedcellen aan de slag.

Slide 12 - Tekstslide

Welk onderdeel bestrijdt ziekteverwekker IN het lichaam?
A
de huid
B
zoutzuur
C
de slijmvliezen
D
witte bloedcellen

Slide 13 - Quizvraag

Infectie
Als een ziekteverwekker je lichaam binnenkomt dan heb je een infectie.

Je afweersysteem (immuunsysteem) bestrijdt deze ziekteverwekkers, de witte bloedcellen vallen onder het afweersysteem.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Antistoffen
Sommige witte bloedcellen maken antistoffen, de kunnen ziekteverwekkers onschadelijk maken door er tegen aan te gaan zitten. Dan kan de ziekteverwekker je niet meer ziek maken.

Ezelsbruggetje:
Antistof is tof (helpt je lichaam, yay!)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Welk bestandsdeel maakt antistoffen?
A
Rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplasma
D
bloedplaatjes

Slide 18 - Quizvraag

Infectie
Als je een infectie krijgt dan wordt je vaak de eerste keer ziek, omdat je lichaam nog geen/weinig antistoffen heeft. Terwijl je ziek bent maakt je lichaam antistoffen aan.

De volgende keer dat deze ziekteverwekker in je lichaam komt ben je immuun en wordt je niet ziek!

Slide 19 - Tekstslide

Allergie
Bij een allergie ben je overgevoelig voor een bepaalde stof. Je afweersysteem reageert dan ook op deze stoffen. Dit noem je een allergische reactie.

Slide 20 - Tekstslide

3.6 Gezond leven

Slide 21 - Tekstslide

Bloeddruk.
Het hart pompt met veel kracht het bloed, hierdoor ontstaat er druk op de wanden.

De druk van het bloed op de wanden van de bloedvaten is de bloeddruk.

Slide 22 - Tekstslide

Slagaderverkalking.
Wanneer de wand van een bloedvat beschadigd is kunnen vetten en witte bloedcellen zich daar gaan ophopen. Er ontstaat een verdikking in de wand, dit is slagaderverkalking. Het bloedvat wordt nauwer en er kan minder bloed door het bloedvat. Hierdoor moet het hart harder pompen en wordt de bloeddruk hoger.

Slide 23 - Tekstslide

Slagaderverkalking.

Slide 24 - Tekstslide

Hartinfarct
Door slagaderverkalking kunnen er bloedstolsels ontstaan, als dit gebeurt in de kransslagaders dan krijgt een deel van het hart geen zuurstof meer. Dan krijg je een hartinfarct (hartaanval).

Slide 25 - Tekstslide

Gevolgen
gevolgen slagaderverkalking -> Organen krijgen te weinig zuurstof.

Gevolgen hartinfarct -> deel van de hartspier sterft af door gebrek aan zuurstof.

Slide 26 - Tekstslide

Een verdikking in de wand van een bloedvat noem je
A
Slagaderverkalking
B
Hartinfarct

Slide 27 - Quizvraag

Wat kun je doen?
Om hart -en vaatziektes te voorkomen kun je de volgende dingen doen:

  1. Niet roken is heel belangrijk voor hart en bloedvaten.
  2. Drink geen alcohol, en na je 18e niet meer dan één glas per dag.
  3. Eet gezond en gevarieerd
  4. Beweeg regelmatig (minimaal een halfuur per dag).
  5. Voorkom stress en zorg voor voldoende ontspanning.

Slide 28 - Tekstslide

Werktijd
  • Opdrachten nakijken
  • Opdracht van 3.5 en 3.6 maken
  • Poster afmaken
  • Samenvatting schrijven van thema 3

Klaar? Bereid je voor op het proefwerk.

Slide 29 - Tekstslide

Ik begrijp thema 3.
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Wat moet de juf volgende week nog een keer uitleggen?

Slide 31 - Open vraag