5.2 De sociale kwestie


De sociale kwestie


1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
geschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les


De sociale kwestie


Slide 1 - Tekstslide

Beeldmerk
Op de achtergrond zie je een grand café waar deftige burgers elkaar ontmoeten en op de voorgrond een fabriek. De rook uit de fabrieksschoorsteen komt van stoommachines.
De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving
  • §5.1 Industrie en samenleving
  • §6.2 Transport en communicatie
De opkomst van emancipatiebewegingen: confessionalisme en feminisme
  • §5.3 Democratie in Nederland
  • §5.4 Liberalen, socialisten en confessionelen
  • §5.5 De wereld van Aletta Jacobs
De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
  • §6.1 Europa na Napoleon
  • §6.3 Europese wereldrijken
Discussies over de ‘sociale kwestie’
  • §5.2 De sociale kwestie
de opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme
  • §5.3 Democratie in Nederland
  • §5.4 Liberalen, socialisten en confessionelen
  • §5.5 De wereld van Aletta Jacobs
De voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces
  • §5.3 Democratie in Nederland
Tijd van Burgers en Stoommachines 1800 - 1900

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen  hoe door de industralisatie de sociale kwestie onstond.
En kan je uitleggen hoe het leven van een arbeider er uit zag.

Slide 3 - Tekstslide

Industriële Revolutie
  • De overgang van kleinschalige handmatige productie naar grootschalige machinale productie

  • Tussen 1750-1900 begonnen in Engeland (als gevolg van de bevolkingsgroei)

Slide 4 - Tekstslide

Gevolgen van de industrialistatie
  • Huisnijverheid kan niet meer op tegen snelle productie van de fabrieken.

  • Arbeiders trekken naar de stad 

  • Steden groeien erg snel

Slide 5 - Tekstslide

Video
De sociale kwestie - Daens 8:19

Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

Je hebt dit filmfragment bekeken. Wat zou de sociale kwestie kunnen zijn?

Slide 8 - Open vraag

De Sociale Kwestie
  • Een kwestie is een probleem

  • Het probleem van de slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders.

  • Armoede probleem

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de Sociale Kwestie? 
  • ‘De rijken worden rijker, de armen worden armer’

  • Alleen ‘de rijken’ mogen stemmen.

  • Hierdoor blijven ‘de rijken’ aan de macht.

  • Eind 19e eeuw.

  • Vooral in de steden.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slechte werkomstandigheden
  • onveilig en ongezond, saai werk
  • lange werkdagen (14u/dag)
  • lage lonen => amper gezin onderhouden
  • geen rechten !

Slide 13 - Tekstslide

Kinderarbeid

  • Goedkoper dan volwassenen.

  • Nauwelijks onderwijs gehad. 
     (leerplicht vanaf 1900)

  • Noodzakelijk voor onderhoud gezin.

Slide 14 - Tekstslide

Kinderarbeid was heel gewoon

Slide 15 - Tekstslide

Wat hoort niet bij de sociale kwestie?
A
Lage lonen
B
Lange werktijden
C
Slechte wegen
D
Onveilige fabrieken

Slide 16 - Quizvraag

en nu...

Slide 17 - Tekstslide

Kinderwetje van van Houten
  • Eerste sociale wet 1874

  • Kinderen onder de 12 jaar mochten niet meer werken in fabrieken 

  • Begin van sociale wetgeving in Nederland.

Slide 18 - Tekstslide

Erbarmelijke woonomstandigheden
  • slechte kleine huisjes (krotten)
  • grauwe arbeiderswijken
  • veel gezinsleden
  • slecht eentonig voedsel (vlees was zeldzaam)
  • hoge kindersterfte
  • weinig hygiëne -> één toiletblok voor heel de wijk.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Geen uitkering
  • Zieken, bejaarden en invaliden waren aangewezen op de liefdadigheid van de kerkelijke armenzorg.

  • Ze kregen eten, kleding en brandstof van de kerk 
      (maar dat was weinig)

Slide 21 - Tekstslide

Wie helpt de arbeiders?

- vanaf 'de werkvloer'

  • Vakbonden: organisatie die opkomt voor de belangen van werknemers.

  • Als je lid was van een vakbond kon je staken: door lidmaatschap was er een kas waaruit je betaald werd, ook als je ziek was.

Slide 22 - Tekstslide

Waarom werden er vakbonden opgericht door de arbeiders?

Slide 23 - Open vraag


De sociale kwestie


Slide 24 - Tekstslide

Video
Fabrieksarbeiders 3:47

Slide 25 - Tekstslide

0

Slide 26 - Video

Slide 27 - Tekstslide

Heeft deze foto met de sociale kwestie te maken? Leg kort uit.

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

Heeft deze foto met de sociale kwestie te maken? Leg kort uit.

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Heeft deze afbeelding met de sociale kwestie te maken? Leg kort uit.

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide

Heeft deze afbeelding te maken met de sociale kwestie? Leg kort uit.

Slide 34 - Open vraag

Leg het verband uit tussen de industrialisatie en de sociale kwestie in Nederland in de 19e eeuw (3p)

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide