9.2 infecties bestrijden

9.2 Infecties bestrijden
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

9.2 Infecties bestrijden

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
Wat weet je nog van vorige lessen?

Slide 2 - Tekstslide

De huid is opgebouwd uit 4 lagen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

De hoornlaag is onderdeel van ...
A
opperhuid
B
lederhuid
C
onderhuidse bindweefsel

Slide 4 - Quizvraag

Welke laag slijt steeds af?
A
hoornlaag
B
kiemlaag

Slide 5 - Quizvraag

Waar is talg goed voor
A
Je huid droog houden
B
voorkomt uitdrogen v.d. huid
C
Talg is nergens goed voor
D
Je huid beschermen

Slide 6 - Quizvraag

Wat kan UV straling veroorzaken op de huid van mensen?
A
huidkanker
B
blaasjes
C
bruine huid

Slide 7 - Quizvraag

9.2 Infecties bestrijden

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet hoe Infectieziekten veroorzaakt worden.
  • Je kent de verschillen tussen bacteriën en virussen.
  • Je weet hoe het lichaam ziekteverwekkers herkent.
  • Je weet hoe een infectie wordt bestreden door het lichaam.
  • Je weet hoe je immuniteit kunt krijgen

Slide 9 - Tekstslide

Begrippen
micro-organismen - ziekteverwekkers - bacteriën - virussen - infectie / besmetting - infectieziekten

lichaamseigen -lichaamsvreemd - antigenen - antistoffen - geheugencellen - immuun

Slide 10 - Tekstslide

Hoe raak je besmet?

Slide 11 - Tekstslide

Micro-organismen
Bacteriën, schimmels en virussen

goede micro-organismen
blijvende huidflora: bacteriën die op je huid horen te leven

Slechte micro-organismen
Dit noemen we ziekteverwekkers. Zij veroorzaken infectieziekten.

Slide 12 - Tekstslide

Hoe raak je besmet?
Ziekteverwekkers dringen het lichaam binnen.

Niet door alle infecties wordt je ziek. Wanneer de weerstand te laag is, wordt je sneller ziek


Slide 13 - Tekstslide

Infecties via een wond
De huid is een afweerlaag 
tegen ziekteverwekkers.

Beschadigingen in de huid
vergroten de kans op infectie

Slide 14 - Tekstslide

Kijkopdracht video
Welke verschillen tussen bacteriën en virussen worden er genoemd?


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Kijkopdracht video
Welke verschillen tussen bacteriën en virussen worden er genoemd?


Slide 17 - Tekstslide

Hoe bestrijden witte bloedcellen ziekteverwekkers

Slide 18 - Tekstslide

Wat doen witte bloedcellen?
Soorten witte bloedcellen






    Vreetcellen                                      Antistofcellen     >    Geheugencellen
                                                                  Sommige blijven over na infectie

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Koorts
Functies van koorts:

1. Remmen ontwikkeling ziekteverwekkers

2. Stimuleren werking van afweerreacties

Slide 22 - Tekstslide

Hoe werkt de afweer bij dieren?

Slide 23 - Tekstslide

Hoe werkt de afweer bij dieren?
  • Op dezelfde manier als bij mensen
    - antistoffen maken
    - dieren testen door antistoffen te meten in het bloed, zijn de antistoffen aanwezig dan is de kans heel groot dat het dier de ziekte heeft of net heeft gehad

Slide 24 - Tekstslide

Opdrachten maken
zie planner

Slide 25 - Tekstslide

1
2
3
4
5
6
7
Een virus of bacterie komt je lichaam binnen
Je wordt ziek
Witte bloedcellen scannen de ziekteverwekker
Je maakt antistoffen tegen de ziekverwekker
Ziekteverwekker deelt zich in het lichaam
Geheugencellen onthouden antigenen ziekteverwekker
Vreetcellen eten de groepjes ziekteverwekkers

Slide 26 - Sleepvraag

Infectieziekten, wat zijn dat?
A
antistoffen die ontstaan als je ziek bent
B
stoffen die je ingespoten krijgt bij een vaccinatie
C
ziekten die erfelijk zijn
D
ziekten waarmee je anderen kunt besmetten

Slide 27 - Quizvraag

Beschrijf wat antigenen zijn

Slide 28 - Open vraag

Ontsteking
A
is een reactie van je lichaam op een infectie
B
is een ziekte die je maar 1 x kunt krijgen
C
is een infectie
D
is een erfelijke ziekte

Slide 29 - Quizvraag

Wat is de beste omschrijving voor "Immuun"
A
je kunt de ziekte niet meer krijgen
B
behoorlijk ziek worden van een ziekte
C
een lichaamsvreemde stof
D
een spuit krijgen met zwakke ziekteverwekkers

Slide 30 - Quizvraag

Hoe worden lichaamsvreemde stoffen herkent in jouw lichaam?

Slide 31 - Open vraag