Formuleren toetsvoorbereiding

Nederlands 25-06
Herhaling voor de toets

Leren voor de toets/toets voorbereiden

Vragen stellen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Nederlands 25-06
Herhaling voor de toets

Leren voor de toets/toets voorbereiden

Vragen stellen

Slide 1 - Tekstslide

Toetsinhoud
lASSo1: De toets bestaat uit twee delen
1. Het schrijven van een e-mail -> zorg dat je weet wat er in de e-mail moet staan. Theorie staat op SOM.
2. Theorie -> zinnen begrenzen, verbanden aangeven, verwijzen, vergelijkingen met als en dan. Theorie staat op SOM

lASSo2: De toets bestaat uit één onderdeel
- Het schrijven van je definitieve filmrecensie. Zorg dus dat je werkboekje op orde is! Hier heb je deze les tijd voor. Laat het mij controleren als je dat fijn vindt. 

Slide 2 - Tekstslide

In welke twee zinnen zijn de leestekens goed geplaatst?
A. Lisa wilde naar buiten gaan maar het begon plotseling te regenen.
B. We bleven binnen, omdat het de hele dag stormde.
C. Hij maakte zijn huiswerk, en daarna keek hij een film.
D. Als je wilt kun je straks mee naar de winkel.
E. Ze nam haar jas mee want, het was fris buiten.
F. We gingen toch wandelen, hoewel het flink waaide.

Slide 3 - Open vraag

Plaats het juiste voegwoord op de puntjes.
Kies uit: als, maar, of, omdat, voordat en want.

1. Ik verheug me op de zomervakantie, ............ dan gaan we eindelijk naar Frankrijk.
2. Mijn vader en moeder zijn erg gestresst, ........... we over 3 weken al gaan verhuizen.

Slide 4 - Open vraag

Kies uit: Deze, die, dat of dit.

Mijn opa vertelde me een verhaal […] ik nog nooit eerder had gehoord.



Slide 5 - Open vraag

Kies uit: Deze, die, dat of dit.

We kregen een nieuwe opdracht en […] leek me meteen erg leuk.



Slide 6 - Open vraag

Kies uit: Deze, die, dat of dit.

Mijn vriend heeft een nieuwe jas gekocht, maar ik vind […] eigenlijk niet zo mooi.


Slide 7 - Open vraag

Kies de juiste woorden in de zin:

Mijn broertje kan verder springen [als] / [dan] [ik] / [mij].


Slide 8 - Open vraag

Kies de juiste woorden in de zin:

Lisa is net zo behulpzaam [als] / [dan] [hij] / [hem].

Slide 9 - Open vraag

Huiswerk
Voor morgen: 

lASSo1: Leren voor de toets! Zorg dat je weet hoe je een e-mail moet schrijven en zorg ervoor dat je de theorie kent.

lASSo2: Zorg ervoor dat je je werkboekje klaar hebt en meeneemt. Dit is je spiekbrief bij je definitieve recensie!





Slide 10 - Tekstslide