6.2 Bestuiving en 6.3 Bevruchting

6.2 en 6.3
Bestuiving en bevruchting

Absenten

Vandaag uitleg 6.2 en 6.3


1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

6.2 en 6.3
Bestuiving en bevruchting

Absenten

Vandaag uitleg 6.2 en 6.3


Slide 1 - Tekstslide

Doelen
Je kunt beschrijven wat bestuiving is.
Je kunt het verschil benoemen tussen kruisbestuiving en zelfbestuiving.
Je kunt de kenmerken noemen van insectenbloemen en van windbloemen.

Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt.
Je kunt de veranderingen in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Stuifmeel
Stuifmeel wordt in de helmhokjes gemaakt. Het bestaat uit mannelijke cellen die verspreid worden door insecten of de wind. 

Slide 3 - Tekstslide

Als je even een boom vol stuifmeel schud... 
Windbloemen
Bij windbloemen zorgt de wind voor bestuiving. 

De bloemen zijn meestal klein en groen. Ze maken geen nectar en hebben geen geur (hoeven geen insecten aan te trekken natuurlijk). 
De meeldraden hangen buiten de bloem en hun stempels zijn groot (lijken vaak op veren van vogels). 
De meeldraden maken ontzettend veel stuifmeel omdat de kans op bestuiving veel kleiner is. Denk vooral aan bomen en grassen. 

Slide 4 - Tekstslide

Een spin die in een klaproos zit en daar onder het plakkerige stuifmeel is komen te zitten. 
Insectenbloem
Bij een insectenbloem zorgen insecten voor bestuiving. 

De bloemen zijn groot en opvallend gekleurd. Ook ruiken ze lekker en maken ze nectar om de insecten te lokken. 
De meeldraden zitten in de bloem en de stempels zijn klein. De meeldraden maken weinig stuifmeelkorrels doordat de kans op bestuiving aardig groot is. 

Denk aan klaprozen, tulpen, boterbloemen, paardenbloemen, rozen en madeliefjes. 

Slide 5 - Tekstslide

Nectar
Veel bloemen bevatten nectar. Dit is een zoet sap wat vogels en insecten aantrekt. 

Bijen verzamelen nectar om honing van te maken. 

Slide 6 - Tekstslide

Honingbij
Bij het verzamelen blijft het plakkerige stuifmeel aan de vele haren op het lichaam van de bij plakken. Met hun pootjes kammen ze zorgvuldig alle korreltjes, totdat er een klompje wordt gevormd. 

Klik op het pijltje. 
Kijk
De bij veegt het klompje stuifmeelkorrels met haar poten naar achteren. Het klompje past precies in een pollenkorfje aan hun achterpoten. Nu is het klaar om naar de korf te worden gebracht. 

Slide 7 - Tekstslide

Waarvan maakt een bij honing?
A
Stuifmeel
B
Nectar

Slide 8 - Quizvraag

Waarom maakt een bloem nectar?

Een bloem heeft zelf niets aan nectar. Toch maakt het nectar om bijen aan te trekken. Bijen maken er dan honing van. 

Bloemen hebben namelijk wel iets aan bijen. Als de bij de stuifmeelkorrels meeneemt, dan laat hij ze vaak ook bij andere bloemen achter. 

Slide 9 - Tekstslide

Bestuiving


De stuifmeelkorrel komt op de stempel van een plant van dezelfde soort.

Slide 10 - Tekstslide

Een insect komt met zijn lijf eerst tegen de meeldraad van de ene bloem, en dan tegen de stempel van de andere bloem. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

bestuiving
als er stuifmeel op de stempel van de stijl komt van een bloem van dezelfde plant

Slide 13 - Tekstslide

Bestuiving?
Het gaat er wel om dat het stuifmeel van een plant op dezelfde soort plant terecht komt. 

Een brandnetel kan een roos niet bestuiven. 

Slide 14 - Tekstslide

Nummer 1 is wel bestuiving, bloem Q is dezelfde bloem als bloem P. 
1

Slide 15 - Tekstslide

Nummer 2 is wel bestuiving, bloem Q is dezelfde bloem als bloem Q. Ook al is het dezelfde plant, dit noem je zelfbestuiving
2

Slide 16 - Tekstslide

Nummer 3 is wel bestuiving, bloem Q is dezelfde bloem als bloem Q. Ook al is het een andere bloem aan dezelfde plant, dit noem je zelfbestuiving
3

Slide 17 - Tekstslide

Nummer 4 is wel bestuiving, bloem R is dezelfde bloem als bloem Q. 
4

Slide 18 - Tekstslide

Nummer 5 is geen bestuiving, er moet stuifmeel van de meeldraad op de stempel komen, niet andersom. 
5

Slide 19 - Tekstslide

Nummer 6 is geen bestuiving, er moet stuifmeel van de meeldraad op de stempel komen. Dit is van meeldraad op meeldraad.
6

Slide 20 - Tekstslide

Nummer 7 is geen bestuiving, er moet stuifmeel van de meeldraad op de stempel van dezelfde soort bloem komen. Dit is een andere soort.
7

Slide 21 - Tekstslide

Nummer 8 is wel bestuiving.  Ook al is het dezelfde plant, dit noem je zelfbestuiving
8

Slide 22 - Tekstslide

Zelf bestuiving
Bestuiving
Geen bestuiving

Slide 23 - Sleepvraag

Als je snapt hoe een bij een bloem bestuift, kun je dit natuurlijk ook nadoen. 

Je kunt als mens dus gewoon stuifmeel van de ene op de andere bloem overbrengen. 

Bestuiving door mensen

Hee, dat is mijn werk!

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Tekstslide

Bonenplant
Een bonenplant is ook een insectenbloem. 

Wanneer de bloem bestoven is, vindt er bevruchting plaats. Daarna ontwikkelen de zaden zich in het vruchtbeginsel. Hierna vallen de rijpe zaden uit de vrucht en begint het opnieuw. 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

En aan de slag!
Optie 1: Lees de tekst van 6.2 en 6.3 en maak de opdrachten 

Optie 2: Bekijk eerst de filmpjes in het online boek, lees daarna de tekst en maak de opdrachten. 

Optie 3: Bekijk de filmpjes van BmJ in LU, lees de tekst en maak de opdrachten. 

timer
10:00

Slide 29 - Tekstslide