Thema 10 Blok 3: Nooit meer oorlog

Thema 10 Blok 3: Nooit meer oorlog
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 10 Blok 3: Nooit meer oorlog

Slide 1 - Tekstslide

Marshallplan
Marshall kwam met een plan waarbij de Verenigde Staten Europese landen geld gaf om op te kunnen bouwen.
Dit plan noemen ze daarom het Marshallplan.

In ruil voor de steun moesten de Europese landen gaan samenwerken om het geld te verdelen.




Slide 2 - Tekstslide

Wat was het Marshallplan?
A
Aanvalsplan van de VS om Hitler te verslaan.
B
Economische steun van de VS om Europa op te bouwen na WOII.
C
De naam van het bondgenootschap van de VS.
D
Economische crisis tijdens de Koude Oorlog.

Slide 3 - Quizvraag

ONTSTAAN VAN DE EU

Slide 4 - Tekstslide

Na de Tweede Wereldoorlog lag Europa in puin 

Slide 5 - Tekstslide

EUROPA was nog volop in wederopbouw
toen in 1952 de....

Slide 6 - Tekstslide

EGKS
Werd opgericht

Slide 7 - Tekstslide

Europese Gemeenschap 
voor Kolen en Staal

Slide 8 - Tekstslide

EEG
EEG
1957

Slide 9 - Tekstslide

EEG
EEG
Europese Economische Gemeenschap

Slide 10 - Tekstslide

EEG
Ook werden
er Europese
afspraken gemaakt over Atoomenergie

Slide 11 - Tekstslide

1957

Slide 12 - Tekstslide

..en men raakte er van overtuigd dat dit soort samenwerking het antwoord was tegen oorlog

Slide 13 - Tekstslide

1973

Slide 14 - Tekstslide

1986

Slide 15 - Tekstslide

1992
EU
Maastricht 

Slide 16 - Tekstslide

1995

Slide 17 - Tekstslide

De Europese samenwerking groeide hard!

Slide 18 - Tekstslide

2002

Slide 19 - Tekstslide

2004

Slide 20 - Tekstslide

2007

Slide 21 - Tekstslide

2013

Slide 22 - Tekstslide

Waar staat de EGKS voor?
A
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
B
Europse Groep voor kracht en samenwerking
C
Europese Groep voor Kolen en staal
D
Europees Genootschap voor Kernenergie en stabiliteit

Slide 23 - Quizvraag

In de EU zijn vier vrijheden belangrijk:
  1. vrij verkeer van goederen: bedrijven mogen zonder invoerbelastingen producten in alle EU-landen kopen en verkopen;
  2. vrij verkeer van mensen: mensen mogen zonder paspoortcontrole van het ene naar het andere EU-land reizen;
  3. vrij verkeer van diensten: een EU-burger mag in ieder land diensten verlenen;
  4. vrij verkeer van geld: EU-burgers mogen bankrekeningen in elkaars landen openen en er is een gemeenschappelijke munt, de euro.



Slide 24 - Tekstslide

Welke vier vrijheden zijn belangrijk in de EU?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Video

Amerikaans blok 
West-Europese landen werden democratisch. Met het Marshallplan hielpen de Amerikanen om in West-Europa een vrijemarkteconomie op te bouwen. Het sterke Amerikaanse leger beschermde deze landen door met hun legers samen te werken. Zo ontstond het Amerikaanse blok

Slide 27 - Tekstslide

Oostblok 
In Oost-Europa kwamen communistische partijen aan de macht, net zoals in de Sovjet- Unie. Alle bedrijven, grondstoffen en machines werden eigendom van de staat. Het communistische Oost-Europa werd overheerst door de Russen en kreeg de naam Oostblok. 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Kapitalisme
  • Verenigde Staten
  • Het Westblok
  • Vrijheid
  • Vrij om winst te maken
  • 'De beste wint! '
Samenvatting Kapitalisme

Slide 30 - Tekstslide

Communisme
  • De Sovjet Unie
  • Het Oostblok
  • Gelijkheid
  • Iedereen verdient hetzelfde
  • 'De overheid heeft alle macht'
Samenvatting Communisme

Slide 31 - Tekstslide

Planeconomie
Vrijemarkteconomie
Vraag en aanbod

Verschil arm en rijk
Gelijkheid
Dictatuur
Westblok
Oostblok

Slide 32 - Sleepvraag

Slide 33 - Video

De koude oorlog
De Verenigde Staten vonden dat het Sovjetleger uit Oost-Duitsland moest vertrekken. De spanning tussen beide landen liep hoog op. De Amerikanen beloofden militaire steun aan alle groepen mensen die wilden strijden tegen het communisme. Daardoor nam de spanning tussen Oost en West nog verder toe. Er ontstonden twee blokken van landen die tegenover elkaar stonden: kapitalisten en communisten. Er was in Europa geen oorlog met vechtende legers, maar de spanning was erg groot. Deze spanning heette de Koude Oorlog.

Slide 34 - Tekstslide

Hoe ontstond de koude oorlog?

Slide 35 - Open vraag

Het ijzeren gordijn 
De grens tussen het Oostblok en West-Europa was een streng beveiligde grens met prikkeldraad, mijnenvelden en wachttorens. De grens liep dwars door Europa en heette het IJzeren Gordijn.  Burgers in het Oostblok leefden niet in vrijheid. Zij werden door de geheime politie scherp in de gaten gehouden. Soms verzetten zij zich hiertegen. Eerst was er een opstand in Hongarije en later in Tsjechoslowakije. In Nederland was er weinig informatie over het leven aan de andere kant van het IJzeren Gordijn. er waren veel landen waar je niet zomaar voor een vakantie naartoe kon.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Het IJzeren Gordijn was
A
de scheiding tussen Oost- en West-Berlijn
B
bestond helemaal niet
C
de scheiding tussen de BRD en de DDR
D
de scheiding tussen Oost- en West-Europa

Slide 38 - Quizvraag

Slide 39 - Link

Slide 40 - Video

Einde koude oorlog 
In 1986 besloten Gorbatsjov (leider van de Sovjet-Unie) en Reagan (de Amerikaanse president) om te stoppen met de gevaarlijke wapenwedloop. Het ging economisch niet goed met de Sovjet-Unie en de wapenwedloop kostte te veel geld. Een deel van de atoomwapens werd vernietigd.
Gorbatsjov beloofde de landen in het Oostblok meer vrijheid. Bij demonstraties zou het Sovjetleger niet ingrijpen. Toen ging het snel.

Slide 41 - Tekstslide

Einde koude oorlog 
Snel daarna vielen in andere Oostbloklanden ook de communistische regeringen. In 1990 werd Duitsland weer één land en in 1991 viel de Sovjet- Unie uit elkaar. In 1994 werd Berlijn opnieuw de hoofdstad van het verenigde Duitsland.

Slide 42 - Tekstslide

Met welke gebeurtenis kwam er een einde aan de Koude Oorlog?

A
De stop van de wapenwedloop.
B
De val van de Berlijnse muur.
C
Het gat in het IJzeren gordijn.
D
Duitsland werd na 40 jaar weer één land.

Slide 43 - Quizvraag

Slide 44 - Link

Slide 45 - Video

Regeringsleiders van EU-landen die de belangrijke beslissingen nemen.
Ministers van een bepaald vakdepartement. 
Europese Tweede Kamer, met minder macht.
Dagelijks bestuur van de EU.
Europese Raad
Raad van de Europese Unie
Europees Parlement
Europese commissie

Slide 46 - Sleepvraag