Adverbs and Adjectives


Adjectives and Adverbs
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les


Adjectives and Adverbs

Slide 1 - Tekstslide

Aim of this lesson
You know:
  • the difference between adjectives and adverbs
  • how to form them
  • how to use them

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Adjectives and Adverbs


(bijvoegelijke naamwoorden en bijwoorden)

1. Frank is a good singer 
2. My brother is a careful driver.
Een bijvoegelijk naamwoord beschrijft iets of iemand. 
Het zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
(Zelfstandig naamwoord vind je door de, het, een ervoor te zetten).

Slide 5 - Tekstslide

Adjectives and Adverbs
1. Frank sings well. 
2. My brother drives carefully.

Bijwoorden kunnen andere woorden beschrijven. Een bijwoord zegt bijvoorbeeld hoe iets gebeurt, of hoe iets gedaan wordt. Het zegt iets over een werkwoord.

Slide 6 - Tekstslide

Let op!
1. My teachers are nice.
2. That car looks beautiful.
3. Haggis smells awful.

Na koppelwerkwoorden en werkwoorden die iets over zintuigen zeggen zoals: 
to be (zijn), to seem (lijken), to become (worden), to feel (zich voelen),
to appear (lijken/(ver)schijnen,, to look (eruitzien), to smell (ruiken), to sound (klinken), to taste (smaken) gebruik je geen bijwoord, maar een bijvoegelijk naamwoord.

Slide 7 - Tekstslide

Een bijwoord kan ook iets zeggen over een bijvoegelijk naamwoord. 

1. Frank is an extremely good singer.
2. My brother is an awfully careful driver.
3. It's an absolutely perfect video clip.


Slide 8 - Tekstslide

Een bijwoord kan ook iets zeggen over een 
ander bijwoord in een zin. 

1. Frank sings absolutely beautifully.
2. My brother drives really well.
3. That clip was filmed extremely perfectly. 




Slide 9 - Tekstslide

-ly
De meeste bijwoorden maak je door -ly achter het bijvoegelijk naamwoord te zetten.     
Beautiful - beautifully

Let op! Soms verandert de spelling van het bijwoord. 
terrible - terribly 
easy - easily
fantastic - fantastically

Slide 10 - Tekstslide

Vervolg bijwoorden
Er zijn ook onregelmatige bijwoorden. 
Het bijwoord van good is well.
She's a good performer. She performs well. 

Een aantal bijwoorden heeft dezelfde vorm als het bijvoegelijk naamwoord. 
* fast (snel)
* fair (sportief/eerlijk)
* low (laag)
* hard (hard)
* long (lang)
- He's a fast driver. He drives fast






Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video


Max is a ... singer.
A
good
B
well

Slide 14 - Quizvraag


You can ... open the box.
A
easy
B
easily
C
easyly

Slide 15 - Quizvraag


He drives the car ...
A
carefully
B
careful

Slide 16 - Quizvraag


Jamie Oliver cooks ...
A
fantastic
B
fantasticly
C
fantastically

Slide 17 - Quizvraag


This hamburger tastes ...
A
awful
B
awfully

Slide 18 - Quizvraag


Madonna is a ... singer.
A
terribly
B
terrible

Slide 19 - Quizvraag


That pizza smells ...
A
nicely
B
nice

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Link

Slide 22 - Link