§5.3: De bergen in

1) Ik kan uitleggen waarom het in Noord-Europa kouder is dan in Zuid-Europa
2) Ik weet wat natuurlijke zones zijn
Aan het eind van de les ken ik de verschillende hoogtegordels
Instructie over deze les middels LessonUp
LB: blz 76-77, WB: blz 12-13
Maken opdracht 1 t/m 5

Kan ik antwoord geven op het doel?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1) Ik kan uitleggen waarom het in Noord-Europa kouder is dan in Zuid-Europa
2) Ik weet wat natuurlijke zones zijn
Aan het eind van de les ken ik de verschillende hoogtegordels
Instructie over deze les middels LessonUp
LB: blz 76-77, WB: blz 12-13
Maken opdracht 1 t/m 5

Kan ik antwoord geven op het doel?

Slide 1 - Tekstslide

Instructie paragraaf 5.3 De Bergen in!
Doel: aan het eind van de les ken ik de verschillende hoogtegordels

Slide 2 - Tekstslide

 Hoogteligging


  • hoe hoger hoe kouder
  • per 1000m stijging, wordt temperatuur 6°C kouder
  • de hoogteligging bepaalt de plantengroei in de bergen: zie kaartje in hotspot!

Hoe hoger op een berg, hoe kouder en dus hoe minder begroeiing.

De boomgrens (: punt waarop het te koud wordt voor bomen) ligt in de Alpen ongeveer op 1800 meter.

Slide 3 - Tekstslide

Hoogtegordels
Boven de 2000 meter vind je geen bomen meer

temperatuur daalt met 0,6 graden per 100 meter

Slide 4 - Tekstslide

Hoogtegordels
  1. Loofboomgordel = 0-1000m
  2. Naaldboomgordel =1000-2000m
  3. Alpenweides = 2000-2500m
  4. Rotsgordel = 2500-3500m
  5. Eeuwige sneeuw >4000m

Slide 5 - Tekstslide

Boomgrens: grens tot waar bomen groeien.
Of ergens bomen groeien, hangt af van de temperatuur en de neerslag. De boomgrens is daarom niet overal hetzelfde! Naaldbomen groeien niet meer als het in de zomer onder 10 graden Celcius blijft.
In de Alpen ligt de boomgrens gemiddeld tussen 1800 en 2500 meter.


Slide 6 - Tekstslide

Koud boven op de berg?!
Waarom is het op de bergtop kouder dan in het dal? Je zit dan toch dichter bij de zon?

● De zon verwarmt de aarde. De dampkring laat de zonnewarmte door. Pas als de zonnestralen op het aardoppervlak vallen, geven ze hun warmte af -> het aardoppervlak wordt warm. De aardse stralen verwarmen de lucht. De dampkring wordt dus van onderaf verwarmd. Daardoor is het onder aan een berg het warmst.


 

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag:
LB: blz 76-77
WB: blz 12-13

Maken:
Opdracht 1 t/m 5

Klaar? Nakijken en verbeteren



Slide 8 - Tekstslide

Aan het eind van de les ken ik de verschillende hoogtegordels
Aan het eind van de les ken ik de begrippen loefzijde, lijzijde en regenschaduw.
Instructie over deze les middels LessonUp 
Afmaken opdracht 1 t/m 5
Maken opdracht 6 en 7

Kan ik antwoord geven op het doel?

Slide 9 - Tekstslide

Instructie paragraaf 5.3 De Bergen in!
Doel: aan het eind van de les ken ik de verschillende hoogtegordels

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Loefzijde
Kenmerk: 
- Wolken moeten stijgen, omdat ze over de berg willen. 
Hierdoor gaat het hier veel regenen.

Lijzijde / regenschaduw
Kenmerk: 
- Heel droog, omdat al de neerslag al aan de loefzijde is gevallen.
- Hier zie je vaak droge klimaten, zoals woestijnen of steppen.
- De droge kant van de berg ligt in de regenschaduw.

Lij = blij (geen regen!)

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag:
LB: blz 76-77
WB: blz 12-13

Maken:
Opdracht 6 en 7

Klaar? Nakijken en verbeteren



Slide 13 - Tekstslide