ciruclaire economie

Les over Circulaire economie 
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Les over Circulaire economie 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het doel van de les 
Kennis maken met het begrip circulaire economie, en de begrippen die hierbij passen op een interactieve manier

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Circulaire economie?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Earth overshoot day?
A
De dag waarop de aarde stopt met draaien
B
De dag waarop we wereldwijd meer grondstoffen gebruiken dan dat de aarde kan produceren
C
de dag waarop we wereldwijd minder grondstoffen gebruiken dan de aarde kan produceren
D
De dag waarop we wereldwijd meer energie opwekken dan de aarde kan produceren

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Link

13. Bereken je eigen persoonlijke voetafdruk en vergelijk deze met het gemiddelde in jouw land. Wat zijn de grootste oorzaken van jouw persoonlijke voetafdruk en welke acties zou je kunnen ondernemen om deze te verkleinen?
1

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:55
Wat denken jullie dat wel werkt? in plaats van alle spullen weggooien die we niet meer gebruiken.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het Vlindermodel 
  •  Biologische kringloop
  • Technische kringloop
  • Terugwinning van waarde

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Bedenk met je groepje hoe een product zoals een plastic flesje of oude mobiele telefoon op een duurzame manier kan worden gemaakt, gebruikt en weggegooid. Presenteer jullie ideeën aan de klas en bespreek hoe we allemaal kunnen bijdragen aan een betere wereld.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bio VS Techno cycle 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bio cycle 
Bio cycle verwijst naar het proces van het omzetten van organisch afval zoals voedselresten en tuinafval in compost of meststoffen met behulp van natuurlijke processen zoals compostering en anaerobe vergisting. Hierbij worden de afvalstoffen afgebroken door micro-organismen, zoals bacteriën en schimmels, en omgezet in een vruchtbare compost die kan worden gebruikt als bodemverbeteraar of meststof.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Techno cycle
Techno cycle daarentegen verwijst naar het proces van het omzetten van afvalmaterialen zoals plastic en metaal in nieuwe producten via recycling en upcycling. Dit gebeurt vaak met behulp van geavanceerde technologieën zoals sorteren, shredderen en smelten. Door deze materialen te recyclen of upcyclen, kunnen ze worden omgezet in nieuwe producten en kan de hoeveelheid afval die op stortplaatsen belandt, worden verminderd.

Beide processen zijn belangrijk voor het verminderen van afval en het bevorderen van duurzaamheid en milieuvriendelijkheid.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Maak in groepjes van 4 een plan  voor het verminderen van de hoeveelheid afval die jullie school produceert, en het op de juiste manier scheiden en verwerken van afval. Jullie moeten nadenken over hoe jullie organisch afval zoals voedselresten en papier kunnen scheiden en gebruiken voor compostering, en hoe jullie bijvoorbeeld afvalmaterialen zoals plastic en metaal kunnen recyclen of upcyclen. Jullie kunnen ook nadenken over het verminderen van afval door het gebruik van herbruikbare bekers en bakjes.
succes!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Closing loops
  • Materialen en middelen hergebruiken en recyclen  
  • Hierdoor hoeven we minder nieuwe grondstoffen te gebruiken en produceren we minder afval.
  • Door het sluiten van materiaalkringlopen kunnen we dus zorgen voor een duurzamere toekomst.
  • Zo kunnen we onze planeet gezond houden en zorgen voor een betere toekomst voor ons allemaal.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het sluiten van materiaalkringlopen?
A
Het weggooien van materialen als we ze niet meer nodig hebben.
B
Het hergebruiken en recyclen van materialen om zo min mogelijk afval te produceren.
C
Het produceren van meer afval om meer grondstoffen te besparen.
D
Het verbranden van materialen om energie op te wekken.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van het sluiten van materiaalkringlopen?
A
Het weggooien van plastic flessen na gebruik.
B
Het recyclen van plastic flessen om nieuwe flessen te maken.
C
Het verbranden van plastic flessen om energie op te wekken.
D
Het dumpen van plastic flessen in de oceaan.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kunnen consumenten bijdragen aan het sluiten van materiaalkringlopen?
A
Door alles weg te gooien als ze het niet meer nodig hebben.
B
Door te recyclen en materialen zo veel mogelijk te hergebruiken.
C
Door het kopen van nieuwe spullen in plaats van het hergebruiken van oude.
D
Door het dumpen van afval in de natuur.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan het sluiten van materiaalkringlopen bijdragen aan duurzaamheid?
A
Door het verminderen van afval en het besparen van grondstoffen.
B
Door het produceren van meer afval en het verbruiken van meer grondstoffen.
C
Door het transporteren van materialen over lange afstanden.
D
Door het weggooien van materialen als we ze niet meer nodig hebben.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kunnen bedrijven bijdragen aan het sluiten van materiaalkringlopen?
A
Door het produceren van meer afval en het verbruiken van meer grondstoffen.
B
Door het hergebruiken van materialen en het verminderen van afval.
C
Door het dumpen van afval in de oceaan.
D
Door het importeren van materialen uit andere landen.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

01:31
Wie van jullie koopt er wel eens dingen niet omdat je die nodig hebt maar gewoon om het kopen? en wat voor dingen zijn dit dan?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
1. Verzin 3-5 voorwerpen/producten die je belangrijk vindt en vaak gebruikt in je dagelijks leven (bijv. mobiele telefoon, kleding, schoenen, etc.).
2. Maak groepjes van 3-4 leerlingen en vraag elke groep om één van de voorwerpen te kiezen die ze willen bespreken.
3. Jullie krijgen 10 minuten om het voorwerp te onderzoeken en een lijst te maken van alle materialen die gebruikt worden om het te produceren, waar het vandaan komt en wat de impact is op het milieu en de samenleving.
4. Elke groep presenteert hun bevindingen aan de rest van de klas om te bespreken hoe de consumptie van dit voorwerp kan worden verminderd en wat de voordelen zijn van een duurzamere levensstijl.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cradle to Cradle
  • Ontwerpen van producten en processen op een manier die duurzaam en milieuvriendelijk is.
  • Bij C2C wordt er gekeken naar de hele levenscyclus van een product
  • Het doel van C2C is om afval en vervuiling te voorkomen door materialen en grondstoffen opnieuw te gebruiken en te recyclen. 


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Donut economie

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Donut economie
  • Hoe we de economie moeten organiseren om ervoor te zorgen dat we allemaal krijgen wat we nodig hebben, terwijl we tegelijkertijd de aarde niet kapot maken. 
  • Waarbij we de binnenkant van de donut zien als de minimale behoeften van mensen (zoals genoeg te eten, een huis, gezondheidszorg en onderwijs) en de buitenkant van de donut als de maximale capaciteit van de planeet (zoals hoeveel we kunnen vervuilen, hoeveel we kunnen gebruiken van de natuurlijke hulpbronnen en hoeveel afval we kunnen produceren).


Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Korte opdracht donuteconomie
1. Teken een cirkel op een vel papier dat de aarde vertegenwoordigt.

2. Teken binnen de cirkel enkele basisbehoeften op die mensen nodig hebben, zoals voedsel, water, onderdak, gezondheidszorg en onderwijs.
3. Teken aan de buitenkant van de cirkel enkele grenzen die we moeten respecteren om de planeet te beschermen, zoals de grenzen van natuurlijke hulpbronnen, vervuiling en afval.
4. Denk na over hoe we ervoor kunnen zorgen dat we binnen deze grenzen blijven en nog steeds de basisbehoeften van mensen vervullen. Bespreek met de klas hoe de donuteconomie kan helpen om deze balans te vinden.


Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het volgende onderwerp is Biomimicry, wat denken jullie dat dit betekent?
A
Het maken van producten zonder rekening te houden met het milieu.
B
Het bestuderen van de natuur om erachter te komen hoe we betere dingen kunnen maken.
C
Het vervangen van natuurlijke processen door kunstmatige processen.
D
Het ontwerpen van producten die niet duurzaam zijn.

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Biomimicry
Biomimicry betekent dat we naar de natuur kijken om te leren hoe we betere dingen kunnen maken. We bestuderen hoe de natuur werkt en hoe dieren en planten dingen doen en maken. We proberen deze kennis te gebruiken om nieuwe dingen te ontwerpen die goed zijn voor het milieu en langer meegaan. Bijvoorbeeld, als we zien hoe een vogel vliegt, kunnen we leren hoe we betere vliegtuigen kunnen maken die minder brandstof verbruiken en minder schade aan het milieu veroorzaken.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De wereldwijde klimaattop

  • Bijeenkomst waarbij leiders uit de hele wereld samenkomen om te praten over het klimaat.
  • Wat er moet gebeuren om de opwarming van  de aarde te verminderen en hoe we de planeet kunnen beschermen.
  • De leiders praten over wat hun landen doen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en om te zorgen voor schonere lucht en water. 
  • Ze proberen ook afspraken te maken om samen te werken om het klimaat te beschermen en de opwarming van de aarde tegen te gaan.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EU green deal
  • De EU Green Deal is een plan van de Europese Unie om Europa schoner en gezonder te maken. 
  • Om dit te bereiken, heeft de Europese Unie een plan gemaakt met veel verschillende ideeën. Hierdoor willen ze bijvoorbeeld zorgen dat er minder spullen worden weggegooid, dat er meer zonne- en windenergie wordt gebruikt en dat de natuur beter wordt beschermd. 
  • Het uiteindelijke doel is om ervoor te zorgen dat Europa in 2050 geen schadelijke stoffen meer uitstoot

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waardeketen/Value chain
  • Het begint met het kiezen van duurzame grondstoffen. Dit betekent dat je materialen kiest die op een duurzame manier zijn geproduceerd en zo min mogelijk schade aanrichten aan het milieu. 
  • Vervolgens moet het duurzame product worden gedistribueerd, oftewel op de markt worden gebracht. 
  • Als het product eenmaal op de markt is, moet het worden gepromoot en verkocht. 
  • Als laatste wordt er ook gedacht aan de service van het product. 
  • Kortom, de value chain van duurzaamheid gaat over het maken en verkopen van duurzame producten, waarbij rekening wordt gehouden met de sociale, milieu- en economische impact van het product gedurende de hele levenscyclus.











Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht
1. Bedenk in je groepje een duurzaam product. Denk bijvoorbeeld aan een duurzame telefoonhoesje, een duurzame drinkfles of een duurzaam kledingstuk.

2. Beschrijf de verschillende stappen in de waardeketen van duurzaamheid voor jullie product. Denk hierbij aan waar de grondstoffen vandaan komen, hoe het product wordt geproduceerd, hoe het wordt gedistribueerd, hoe het wordt verkocht en welke service er wordt verleend.

3. Maak een poster of presentatie waarin jullie uitleggen hoe jullie product past in de waardeketen van duurzaamheid.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

True pricing 
True pricing betekent dat de prijs van een product niet alleen gebaseerd is op de kosten van de productie, maar ook op de verborgen kosten voor het milieu, de samenleving en de gezondheid. Dit zorgt ervoor dat duurzame producten relatief goedkoper worden dan niet-duurzame producten. Zo stimuleert true pricing consumenten en bedrijven om duurzame producten te kiezen en draagt het bij aan een duurzamere wereld.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

02:10
Zal jij het product kopen bij bedrijf A of bij bedrijf B? En waarom?

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De R-ladder
De R-ladder van duurzaamheid is een hulpmiddel dat wordt gebruikt om verschillende niveaus van duurzaamheid te beschrijven. Het is gebaseerd op de hiërarchie van afvalbeheer en richt zich op het minimaliseren van de negatieve impact van producten en processen op het milieu.

De vijf niveaus van de R-ladder zijn als volgt:

  • Refuse (weigeren): Het vermijden van de productie van onnodige producten of het gebruik van onnodige middelen.
  • Reduce (verminderen): Het verminderen van de hoeveelheid materialen of energie die nodig zijn voor een bepaald product of proces.
  • Reuse (hergebruiken): Het hergebruiken van producten of materialen op een manier die hun levensduur verlengt en afval minimaliseert.
  • Recycle (recyclen): Het recyclen van materialen om ze opnieuw te gebruiken in nieuwe producten of processen.
  • Recover (terugwinnen): Het terugwinnen van energie of materialen uit afval of reststoffen.

De R-ladder van duurzaamheid wordt vaak gebruikt in duurzaamheidsbeleid en -strategieën om bedrijven en organisaties te helpen hun impact op het milieu te verminderen.






Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht R-ladder
In groepjes van twee of drie gaan jullie door de school lopen en foto's maken van vijf verschillende voorbeelden van producten of processen die in overeenstemming zijn met de R-ladder van duurzaamheid. Denk bijvoorbeeld aan een herbruikbare drinkfles, een papieren tas in plaats van een plastic tas, een recyclebare prullenbak, een fietsenstalling in plaats van een parkeerplaats voor auto's en een energiezuinig lichtsysteem.

 

Maak van elke voorbeeldfoto een foto en schrijf op welk niveau van de R-ladder dit voorbeeld past. Denk eraan dat de niveaus van de R-ladder zijn: Refuse (weigeren), Reduce (verminderen), Reuse (hergebruiken), Recycle (recyclen) en Recover (terugwinnen).
Wanneer jullie klaar zijn, komen jullie terug naar de klas en presenteren jullie jullie foto's aan elkaar. Leg aan de klas uit welk niveau van de R-ladder elk voorbeeld past en bespreek hoe deze voorbeelden bijdragen aan een duurzamere wereld.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde van de les, welke kennis nemen jullie mee uit de slides?

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies