Mijn proefles

verkeer
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerkeerBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

verkeer

Slide 1 - Tekstslide

Foute bagage
Goede Bagage

Slide 2 - Sleepvraag

Als je fietst, moet je
voorrang krijgen van
iedereen die van
rechts komt rijden.
Kijk, hier is een
oversteekplaats voor
voetgangers.
Je moet hier links
of rechts afslaan
als je fietst.
(Je mag hier niet
rechtdoor rijden.)
Pas op,
spoorwegovergang.

Slide 3 - Sleepvraag

wat betekent dit bord?
A
je krijgt hier voorrang
B
hier moet je voorrang verlenen
C
hier mag je niet inrijden
D
dit is een doodlopend pad

Slide 4 - Quizvraag

wat moet je doen bij een spoorwegovergang?

Slide 5 - Open vraag

als fietser moet ik hier stoppen
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Wie mag hier eerst?
A
OR
B
AT

Slide 7 - Quizvraag

Wat hoort er allemaal op de fiets?

Slide 8 - Woordweb

Wat moet je doen als je fiets in het donker?

Slide 9 - Open vraag

Moet je als het regent overdag je licht aan doen?
A
nee.
B
ja, want dan ben je beter zichtbaar.
C
nee, want je hoeft nooit je lichten overdag aan te doen.
D
ja, want je lichten staan automatisch al aan overdag.

Slide 10 - Quizvraag

Waar moet je opletten als je gaat fietsen?

Slide 11 - Open vraag

je reist met de trein, op welke afspraken moet je letten?

Slide 12 - Open vraag

De bus wilt weg rijden,
wie mag hier voor?
( het is binnen de bebouwde kom)
A
Het meisje, want de bus moet iedereen voor laten gaan.
B
Het meisje, want fietsers mogen voor bussen.
C
De bus, want hij rijdt weg bij een halte binnen de bebouwde kom.
D
De bus, want hij mag altijd voor bij fietsers.

Slide 13 - Quizvraag