Betoog - argumenteren

Het betoog 
Argumenteren, hoe doe je dat? 
Bijles Nederlands 3F
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het betoog 
Argumenteren, hoe doe je dat? 
Bijles Nederlands 3F

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik vorige les
Gestart met het betoog 
  • Korte uitleg opbouw en signaalwoorden (samenhang)
  • Stellingen gekozen en informatie verzameld (om daarna te 'trechteren') 
  • Korte uitleg bouwplan 

Slide 2 - Tekstslide

Korte uitleg over de opbouw en signaalwoorden (samenhang), stellingen gekozen en gestart met het verzamelen van informatie (om daarna te 'trechteren'). Korte uitleg over het bouwplan gegeven. Vandaag: argumenteren (hoe doe je dat?) en starten met het schrijfplan (trechteren van je informatie). 
Lesplanning
Vandaag.... 

  • argumenteren (hoe doe je dat?) 
  • analyseren van een overtuigende tekst (ook wel betoog genoemd)
  • starten met het schrijfplan (trechteren van je informatie)


Slide 3 - Tekstslide

Verkennen = oriënterend lezen/luistern
Samenvatten (5W1H) = globaal lezen/luisteren 

Bij de opbouw van een tekst speciale aandacht voor de inleiding deze les. 

... met als doel? Het beter begrijpen van een tekst of luisterfragment! 
Woordenlijst
  • leesstrategieën - oriënteren, globaal ... 
  • verkennen
  • tekstopbouw betoog - inleiding, middenstuk, slot 
  • overtuigen
  • argument: subjectieve en objectieve argumenten
  • tegenargument en weerlegging

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kritisch denken


Waar haal jij je nieuws en/of feiten vandaan?

 Door wie laat jij je 'voeden'?

Waar kan de verspreiding van
nepnieuws toe leiden?

Waarom is het belangrijk om goed te kunnen beargumenteren? 








Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wil jij iemand overtuigen van jouw mening/standpunt?


Dan kom je natuurlijk met argumenten vóór jouw standpunt, maar geef je ook aan waarom mensen tegen zouden kunnen zijn. Deze argumenten weerleg je vervolgens om jouw standpunt nóg sterker te maken. 

Standpunt en argumenten, dit gaan we even oefenen:
Stel, het onderwerp is: de legalisering van softdrugs. 
  • Welk standpunt kun je daarbij verzinnen?
  • Bedenk twee argumenten vóór dit standpunt.




Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

5w1h bespreken: dit is samenvatten van de tekst (komt uit de journalistiek) en is een vorm van globaal lezen/luisteren: je haalt de hoofdzaken uit de tekst. 

Eventueel leuk om te vragen naar eigen ervaringen op het gebied van online dating en misschien wel ghosting. Er kan een discussie op gang komen over dit fenomeen en of je het oké vindt om te ghosten of juist niet (doel: argumenteren) 
Meervoudige argumentatie
Bij meervoudige argumentatie gebruik je meer dan één argument. Ieder argument is extra en staat los van de andere argumenten. Meervoudige argumentatie is de sterkste argumentatiestructuur.





WANT
Kun je nog een derde argument bedenken?

Slide 8 - Tekstslide

Het signaalwoord 'want' kan helpen om argumenten te bedenken. 
Weerlegging

Een argument dat laat zien dat een argument zwak of onwaar is noemen we een weerlegging.


                                                                      Voorbeeld:


Het is fijn dat de aarde opwarmt, want dan kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen (argument voor). Maar de kans dat je huidkanker krijgt, wordt daardoor wel een stuk groter (argument tegen). Als je je echter genoeg insmeert met zonnebrandolie en niet te lang in de zon blijft, is er niets aan de hand (weerlegging).


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Nog een voorbeeld.

Slide 11 - Tekstslide

Studenten nemen eerst hun standpunt in en als ze het eens zijn, schrijven ze op groene kaartjes hun argument(en) Studenten die het er niet mee eens zijn, schrijven hun standpunt(en) op rode kaartjes. 

De weerlegging wordt gegeven door de studenten die het eens zijn: zij reageren op de tegenargumenten, dat is de weerlegging.
        Nog een voorbeeld
Bedenk bij dit voorbeeld samen een tegenargument met weerlegging

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Wel werken, geen salaris'
We gaan zo een tekst lezen. Voordat we beginnen, verkennen we de tekst en bespreken we de opbouw.  

Waar denk je dat de tekst over gaat? 
Welke tekstonderdelen herken je nu al? 
Wat doet de schrijver in de inleiding?


OPDRACHT 
1 Lees nu de hele tekst 
2 Wat vind je van de titel? Vind je die pakkend/passend?
3 Arceer het standpunt
4 Arceer de twee argumenten, het tegenargument en de weerlegging
5 Omcirkel de signaalwoorden die de schrijver heeft gebruikt om de alinea's in te leiden.
6 Vul het schrijfplan in.


Slide 13 - Tekstslide

Verken de tekst klassikaal. Zoals je ziet, mist de inleiding? Wat doet dit met de tekst? 

De studenten moeten ook tussenkopjes plaatsen. Bespreek waar nodig wat de functie hiervan is. Waarschijnlijk is het begrip wel bekend. 
Bouwplan

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting en evaluatie

Wat neem je mee van deze les? 

Wat snap je nog niet en zou je extra uitleg over willen hebben?





Slide 15 - Tekstslide

5w1h bespreken: dit is samenvatten van de tekst (komt uit de journalistiek) en is een vorm van globaal lezen/luisteren: je haalt de hoofdzaken uit de tekst. 

Eventueel leuk om te vragen naar eigen ervaringen op het gebied van online dating en misschien wel ghosting. Er kan een discussie op gang komen over dit fenomeen en of je het oké vindt om te ghosten of juist niet (doel: argumenteren)