Intro kwestie 2 + ET10 - Lakoff & Johnson + Vroon & Draaisma

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intro kwestie 2 + ET10

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Wat weet je over:
Metaforen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Vandaag
  • Terugblik SO
  • Intro kwestie 2
  • Standpunt 1: Lakoff & Johnson
  • Standpunt 1: Vroon en Draaisma 


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwestie 2
Hoe veranderen techniek en wetenschap ons mensbeeld?

Via taal: metaforen en ervaringen beïnvloeden elkaar wederzijds.


 


Wij denken niet alleen met ons brein, maar ook met ons lichaam in een omgeving.
Wij zijn ons brein en ons brein is als een computer.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
ET10
Ik kan uitleggen en evalueren dat volgens Lakoff & Johnson en Vroon & Draaisma metaforen en ervaringen elkaar wederzijds beïnvloeden.
Daarbij kan ik betrekken:
  • oriënterende metaforen’, ‘ontologische metaforen’ en historische contingentie

  • een uitleg met tekstfragment 4 van Lakoff & Johnsons argument dat taal uitdrukt hoe we met ons lichaam in de wereld staan

  • een uitleg van het argument dat metaforen uit wetenschap en technologie beïnvloeden hoe we onszelf als mens ervaren.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Metaforen en ervaringen beïnvloeden elkaar wederzijds.


 
Metafoor = beeldspraak die een vergelijking uitdrukt. 

Vaak: ontleend aan iets uit waarneembare wereld en gebruikt om iets dat abstract of niet waarneembaar is voorstelbaar te maken:
'A is als B'
Geef een voorbeeld van een metafoor

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Wat wordt vergeleken met wat?
  • Wat zegt dit over de mens?
  • Wat missen we als we zo over de mens denken?
timer
0:30

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Metaforen en ervaringen beïnvloeden elkaar wederzijds.


 
Metafoor = beeldspraak die een vergelijking uitdrukt. 

Slapen is opladen
Brein is een computer
Het leven is een reis
...
Vaak: ontleend aan iets uit waarneembare wereld en gebruikt om iets dat abstract of niet waarneembaar is voorstelbaar te maken.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Metaforen en ervaringen beïnvloeden elkaar wederzijds.


 
Kenmerken metaforen:
  • Werpt licht op overeenkomsten tussen 2 fenomenen 
  • Belicht niet alles! Metaforen verhullen verschillen en andere manier van kijken
  • Geen onschuldige vergelijking, maar verandert hoe we beide kanten van de vergelijking opvatten.  >>> descriptief én prescriptief

Slide 10 - Tekstslide

voorbeeld: klok en geest
denken als algoritme, algoritme als denken
computerprocessen met denken ('ik loop vast', geheugen van de computer) 
Metaforen en ervaringen beïnvloeden elkaar wederzijds.


 
Lakoff & Johnson
  • Hoe is onze bestaanservaring in onze taal terug te vinden?
  • ervaring en cultuur geeft vorm aan taal 
  • en andersom: taal geeft vorm aan ervaring en cultuur
  • Twee soorten metaforen: oriënterende en ontologische

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Aan de slag
  • Lees PT Lakoff & Johnson 4a
  • Maak wb Kwestie 2, standpunt 1, vraag 2
  • Lees PT Lakoff & Johnson 4b
  • Maak wb Kwestie 2, standpunt 1, vraag 3

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bron: Happy is Up, Sad is Down: 65 Metaphors for Design, BIS publishers, 2021
Metaforen die richting uitdrukken

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Oriënterende metaforen:
Metaforen waar een ruimtelijke richting in zit. 
Oriënterende metaforen hebben onze lichamelijke oriëntatie als bron. 

Ontologische metaforen
Metaforen die een fysiek object vergelijken met een innerlijk of abstract fenomeen. 
ET10
Ik kan uitleggen en evalueren dat volgens Lakoff & Johnson en Vroon & Draaisma metaforen en ervaringen elkaar wederzijds beïnvloeden.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Metaforen en ervaringen beïnvloeden elkaar wederzijds.


 
Metaforen hebben vaak een lichamelijke oorsprong. Ons lichaam als basis voor oriëntatie in de wereld

"Gelukkig = boven, droevig = beneden"
Geldt dit ook voor andere talen? Geef voorbeelden voor of tegen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
ET10
Ik kan uitleggen en evalueren dat volgens Lakoff & Johnson en Vroon & Draaisma metaforen en ervaringen elkaar wederzijds beïnvloeden.
Daarbij kan ik betrekken:
  • oriënterende metaforen’, ‘ontologische metaforenen ‘historische contingentie

  • een uitleg met tekstfragment 4 van Lakoff & Johnsons argument dat taal uitdrukt hoe we met ons lichaam in de wereld staan

  • een uitleg van het argument dat metaforen uit wetenschap en technologie beïnvloeden hoe we onszelf als mens ervaren.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
ET10
Ik kan uitleggen en evalueren dat volgens Lakoff & Johnson en Vroon & Draaisma metaforen en ervaringen elkaar wederzijds beïnvloeden.
Daarbij kan ik betrekken:
  • oriënterende metaforen’, ‘ontologische metaforen’ enhistorische contingentie

  • een uitleg met tekstfragment 4 van Lakoff & Johnsons argument dat taal uitdrukt hoe we met ons lichaam in de wereld staan

  • een uitleg van het argument dat metaforen uit wetenschap en technologie beïnvloeden hoe we onszelf als mens ervaren.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Metaforen en ervaringen beïnvloeden elkaar wederzijds.


 
L&J:
Metaforen hebben een natuurlijke oorsprong (want lichamelijk) en daarmee universeel karakter
Vroon & Draaisma:
Metaforen zijn historisch contingent. Mensbeelden drukken geen noodzakelijke of universele verbanden uit maar zijn beïnvloed door technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Metaforen en ervaringen beïnvloeden elkaar wederzijds.


 
Voorbeeld historische contingentie metaforen:



Mijn hoofd werkt niet vandaag
Zet je verstand op nul
Ik kom maar moeilijk op gang vandaag

Wat voor een soort metaforn zijn dit? Oriënterende of ontologische?

Kun je een eigen voorbeeld bedenken?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Metaforen en ervaringen beïnvloeden elkaar wederzijds.


 
Wereldbeeld
  • mechanistisch

Mensbeeld:
  • mens kan causaal verklaard worden
  • mens is gedetermineerd
  • met natuurwetten kan je alles verklaren (geen metafysica, religie of vrije wil)
  • mens te begrijpen in termen van functionaliteit en efficiëntie

Wat onthult de mens-als-machine metafoor? En wat verhult die?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Metaforen en ervaringen beïnvloeden elkaar wederzijds.


 
Ervaring, mensbeeld 
metaforen
wordt uitgedrukt in taal
bepalen wat we zien en wat niet
Een voorbeeld
We zien het brein als computer, en daarom zijn de computer gaan zien als een soort brein.
technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Metaforen en ervaringen beïnvloeden elkaar wederzijds.


 
Voorbeeld historische contingentie metaforen:



Mijn hoofd werkt niet vandaag
Zet je verstand op nul
Ik kom maar moeilijk op gang vandaag

Wat voor een soort metaforn zijn dit? Oriënterende of ontologische?

Kun je een eigen voorbeeld bedenken?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Metaforen en ervaringen beïnvloeden elkaar wederzijds.


 
Wereldbeeld
  • mechanistisch

Mensbeeld:
  • mens kan causaal verklaard worden
  • mens is gedetermineerd
  • met natuurwetten kan je alles verklaren (geen metafysica, religie of vrije wil)
  • mens te begrijpen in termen van functionaliteit en efficiëntie

Wat onthult de mens-als-machine metafoor? En wat verhult die?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Andere voorbeelden van metaforen die afhankelijk zijn van technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen

  • Mens als machine die causaal verklaard kan worden
    > welke rol speelt de jeugd bij het ontstaan van crimineel gedrag?


  • Mens als stoommachine
    > hoe kun je de druk het best ontladen in situaties van stress? 

  • Brein als telefooncentrale
    > wat is de rol van het brein in de verbinding tussen zintuigen en spieren?

  • Brein als computer
    > welke processen leiden tot creativiteit? / hoe sla je informatie het beste op? / Is kunstmatige intelligentie intelligent?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Aan de slag
Lees WMM 4.2 p.99 t/m 103 (...kleuren onze blik)
Maak werkboek 6, 8, 9 > gebruik het "denken" van A.I

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
ET10
Ik kan uitleggen en evalueren dat volgens Lakoff & Johnson en Vroon & Draaisma metaforen en ervaringen elkaar wederzijds beïnvloeden.
Daarbij kan ik betrekken:
  • oriënterende metaforen’, ‘ontologische metaforen’ en ‘historische contingentie

  • een uitleg met tekstfragment 4 van Lakoff & Johnsons argument dat taal uitdrukt hoe we met ons lichaam in de wereld staan

  • een uitleg van het argument dat metaforen uit wetenschap en technologie beïnvloeden hoe we onszelf als mens ervaren.

Slide 26 - Tekstslide

Lees p.27/28/29 en schrijf in eigen woorden op wat ze betekenen.