Live les 8 - H2D

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom!                                                 woensdag 17 juni

Wat gaan we doen?     
                                                 

• Lesdoelen
  
  
• Uitleg H4 Lezen                                                        Nodig: Chromebook, leerboek + schrift
  

• Bespreken H4 Lezen
  
  
• Uitleg formatieve toets

• Checken lesdoelen

Lesdoelen

• Aan het einde van deze les ken je twee nieuwe tekstverbanden met bijbehorende
   signaalwoorden.

• Aan het einde van deze les heb je je laatste vragen kunnen stellen voor de tweede, en 
   daarmee laatste, formatieve toets.

Noem de tekstverbanden die je tot nu toe hebt gehad met een bijbehorende signaalwoord.

(Het zijn er, schrik niet, maar liefst 9!)

Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband: vergelijkend?

1. net als
2. kortom
3. als
4. waarmee

Welk tekstverband hoort bij de signaalwoorden: Ten eerste..., ten tweede...?

1. tijdsvolgorde
2. concluderend
3. opsommend
4. uitleggend

Welk tekstverband herken je in de volgende zin:

Onze docent Nederlands stond in de file, daardoor ging onze les niet door.

1. middel-doel
2. voorwaardelijk
3. redengevend
4. oorzaak-gevolg

Welke zin is fout?

1. Je mag vanavond naar de bioscoop, mits je huiswerk af is.
2. Je mag vanavond naar de bioscoop, tenzij je huiswerk af is.

1. zin 1
2. zin 2
3. Beide zinnen zijn goed.
4. Beide zinnen zijn fout.

Hoe herken je tekstverbanden?

1. Wees alert op signaalwoorden als je de tekst leest. De signaalwoorden zeggen eigenlijk:

    Let op! Er komt nu een verband aan.

2. Markeer of onderstreep het signaalwoord.

3. Lees het stukje tekst goed (de context om het signaalwoord). 

4. Bedenk steeds bij welk tekstverband het signaalwoord hoort. 

5. Lees het stukje tekst nogmaals. Bedenk of je tekstverband klopt.

Formatieve toets

De formatieve toets Nederlands:

woensdag 24 juni

10.45 uur - 11.30 uur
via Forms (waarschijnlijk)

Je kent de theorie van H1 t/m H4 Lezen en je kunt de theorie ook toepassen. Maak samenvattingen, laat jezelf overhoren, maar oefen vooral!

Formatieve toets

Je kunt onder andere:

- het tekstdoel bepalen.

- de tekstvorm herkennen (let op! Dit is dus iets anders dan een tekstsoort. Ken het verschil!).

- het onderwerp van de tekst geven.

- aangeven of de tekst een tweedeling of een driedeling kent (en waarom).

- het tekstverband noemen bij een signaalwoord dat je wordt gegeven.

- de hoofdgedachte benoemen.

- de functie(s) van de inleiding en het slot beschrijven.

- de kernzinnen in alinea's aanwijzen.

- aangeven waar verwijswoorden precies naar verwijzen.

- argumenten herkennen.

- bepalen of een argument een feit of een mening is.

Nog wat gereedschap voor in je gereedschapskist: https://www.nt2.nl/documenten/luisteren_op_b2/overzicht_van_signaalwoorden.pdf

https:

Even terug naar de lesdoelen:

• Welke twee nieuwe tekstverbanden ken je?
• Lukt het je om met behulp van signaalwoorden verschillende verbanden in een tekst te
   herkennen en begrijpen?