Christendom, les 3

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Rijk			Solar	Noah		Olivia	Deniz
Esmeé	Manar		Evi	Tiana		Lara	Deniz
benjamin	Fiene		Jasmijn	Loïs		Roos	Isabella L
Zümra	Charlotte		Isabella J	Seline		Roos	Roemer
Samuel H	Oscar		Sanna	Nova		Samuel A	Fedde
							Docent

Welkom 2G!

Is iedereen er?

0-10

Terugblik op vorige les

Rome voor het Christendom

christenvervolging

avond van de martelaren

Wat gaan we vandaag allemaal doen?

5

Leerdoelen

2

Rome voor het Christendom

1. Polytheïsme: Romeinen geloofden in veel goden, zoals in Jupiter (oppergod), Mars (oorlog), Venus (liefde)

2. Veel tempels: offers brengen aan goden 

3. Tolerantie voor andere religies o.v.: zolang die geen bedreiging vormden voor de openbare orde of de keizerlijke macht. 

4. Morele waarden: Romeinse religie draaide om vrede met de goden, discipline, eer en trouw aan de staat. Het ging minder om persoonlijke dingen zoals zonde of verlossing.

5. Weinig nadruk op het hiernamaals: De Romeinen geloofden meestal dat je na de dood naar de onderwereld ging (Hades), maar dit was geen paradijs. Slechts enkele helden en goden hadden een beter lot. 

1: Romeinen geloofden in veel goden (polytheïsme), net als de oude Grieken. Ze vereerden goden zoals:

Jupiter (oppergod),

Mars (oorlog),

Venus (liefde),

Neptunus (zee),

en Vesta (huis en haard).

De keizer zelf werd vaak ook als een god vereerd, vooral in de latere republiek en het keizerrijk.

2. Tempels en rituelen

Er waren veel tempels in Rome, waar priesters offers brachten aan de goden.  

3. Tolerantie voor andere religies

Romeinen stonden in principe open voor andere religies – zolang die geen bedreiging vormden voor de openbare orde of de keizerlijke macht. 

Religie was sterk verbonden met staatszaken en politiek.

Daarom werden sommige nieuwe religies, zoals het jodendom of later het christendom, met wantrouwen bekeken als ze te exclusief of te kritisch waren tegenover Romeinse waarden.

4. Morele waarden

Romeinse religie draaide om pax deorum (vrede met de goden), discipline, eer, familie-eer (pietas) en trouw aan de staat. Het ging minder om persoonlijke zonde of verlossing – dat kwam pas met het christendom.

5. Sombere kijk op het hiernamaals

De Romeinen geloofden meestal dat je na de dood naar de onderwereld ging (Hades), maar dit was geen paradijs. Slechts enkele helden en goden hadden een beter lot. Er was weinig nadruk op eeuwig leven of een hemels paradijs, zoals bij christenen.

Wat doen christenen met Allerzielen, de dag waarop ze de doden herdenken?”

Het antwoord kan zijn: “Ze bezoeken het graf van overleden familie en vrienden; ze

zorgen dat het netjes verzorgd is met bloemen en kaarsjes. ’s Avonds gaan ze naar

een kerkdienst waarin de overledenen herdacht worden”. 

Het wordt een zingevende vraag als het gaat over de betekenis die iemand geeft aan een grafbezoek met Allerzielen. Hoe hij daarmee verbondenheid met (voor)ouders, familie, vrienden uitdrukt. Dit is een vorm van transcendentie, een verbondenheid met ‘iets’ wat je individuele leven overstijgt.

Heb je zelf wel iets ervaren wat je met mij kan delen, waarbij je denkt dit is mij overstegen? Transcendentie.

Huiswerk van deze week

Controle huiswerk van deze week

(Huiswerk was: Lezen hoofdstuk 29-32 

maken opdracht 1)

Doe alvast je schrift open!

(Je weet het 2x geen huiswerk gemaakt betekend extra opdracht!)

5

Lees in stilletjes 

-Pagina 33 

-Maak daarna opdracht 2 samen met je klasgenoot naast je 

Je hebt in totaal 10 minuten de tijd!

Huiswerk voor volgende week

Kies een van de martelaren op pagina 34 en leg in 3 tot 5 zinnen uit hoe hij/zij het christendom heeft verkondigd.

En schrijf er ook bij wat jij daarvan vindt.

Bedankt voor het luisteren en tot volgende week!