4.4 De opkomst van het christendom

H4 De Romeinen
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H4 De Romeinen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De laatste koning wordt verjaagd
Rome wordt een Republiek
Caesar wordt dictator voor het leven
Caesar wordt vermoord door senatoren
Burgeroorlogen
Keizer Augustus wordt de eerste Romeinse keizer

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling vorige paragrafen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H4 De Romeinen


4.4 De opkomst van het christendom

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen hoe het christendom ontstond en waarom dit een belangrijke godsdienst werd.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rabbijn
Synagoge
Tempel
Romeinse keizer
kerk
Christelijk symbool
Joods symbool
De paus
Oppergod ZEUS

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke religie is monotheïstisch: christendom, jodendom of allebei?
A
Christendom
B
Jodendom
C
Allebei

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heette het gebied waar de joden woonden toen zij werden ingelijfd bij het Romeinse Rijk?
A
Israël
B
Judea
C
Jeruzalem
D
Betlehem

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De provincie Judea

  • De Romeinen veroverden het woongebied van de Joden

  • Ze maakten er een provincie van en noemden deze Judea

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Joodse opstanden
  • In het jaar 66 na Chr. brak er een opstand uit omdat een Romeinse bestuurder uit te tempel had geroofd
  • Vier jaar later kwamen de Romeinen met een groot leger om weer orde op zaken te stellen
  • Ze sloegen de opstand neer en vernielden de heilige tempel in Jeruzalem
  • Na een andere Joodse opstand, die ook werd neergeslagen door de Romeinen, vluchten veel Joden naar Europa. De diaspora wordt dit genoemd

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit wat er bedoeld wordt met diaspora.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Wat?
Lees: 4.4
Maak: opdracht 1 t/m 4

Klaar? werk verder aan de opdrachten van 4.4 (5 t/m 9)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Jezus
  • In de tijd dat de Joden verspreid raakten over Europa, was er ook een nieuw geloof in opkomst, het christendom

  • Jezus was de centrale persoon in het christendom

  • Jezus was een Joodse man die door velen werd gezien als de 'messias', de verlosser

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een Messias is volgens gelovigen
A
een voetballer bij PSG
B
een bestuurder van de kerk
C
een verlosser
D
een bisschop

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Christenvervolging


Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, 
en dat is niet de Romeinse keizer!

De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Om voor elkaar (maar niet voor de Romeinen!) herkenbaar te zijn, gebruikten christenen symbolen. Zo tekenden ze bijvoorbeeld een ichthus (vis) in het zand om hun geloof aan andere christenen kenbaar te maken. Als er dan een Romein in de buurt was, konden ze het symbool weer eenvoudig wissen.
Hoewel de naam ichthus, vis betekent, is het ook een afkorting van de eerste letters van: Jezus Christus, Gods zoon, (en / de) Redder, in het Grieks.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Steeds meer christenen 


  • Snel verspreid door Pax Romana
  • Aantrekkingskracht van het geloof  voor armen en onderdrukten (gelijkheid in de hemel)
  • Er moest gezorgd worden voor de zieken en de zwakken
Christenen gebruikten zelden het kruis als symbool. Ze gebruikte liever het Chi Rho-teken: de eerste twee letters van de naam Christus in het Grieks. De twee letters naast het teken zijn de alpha (α) en de omega (Ω): de eerste en laatste letter van het Griekse alfabet. Hiermee gaven ze aan dat Jezus het begin en het einde was.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vragen heb je over het ontstaan van het christendom?

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Les II

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Christenvervolging
  • De volgelingen van Jezus trokken de wereld in om het verhaal van Jezus te vertellen, met succes

  • Veel Romeinen kregen een hekel aan christenen o.a. omdat ze de staatsgoden niet wilden eren

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • In de 3e eeuw na Chr. kreeg het Romeinse Rijk steeds meer te maken met oorlogen en hongersnoden

  • Veel Romeinen dachten dat dit de schuld was van de christenen omdat zij de goden niet wilden eren

  • De christenen werden steeds vaker vervolgd en gedood

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Rond het jaar 100 schreef de Romeinse historicus Tacitus:

‘In 64 was er een grote brand: de helft van Rome 
brandde af.  Al gauw werd verteld dat keizer Nero 
de brand had laten aansteken, omdat hij ruimte nodig 
had voor een nieuw paleis. Daarom gaf Nero de 
christenen de schuld. Hij liet hen zwaar straffen.
Zo kregen zij beestenvellen aangetrokken om door 
wilde honden verscheurd te worden, of ze werden 
gekruisigd, of ze werden door vuur gedood: aan het 
eind van de dag werden ze aangestoken om te dienen 
als straatverlichting.’

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Een reden waarom christenen vervolgd werden in het Romeinse Rijk was omdat
A
De Romeinse goden mensenoffers verlangden
B
zij de keizer niet als god vereerden
C
zij weigerden om belasting te betalen
D
de Romeinen weinig verdraagzaam waren naar andere godsdiensten

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De overwinning van het christendom
  • De vervolgingen hielden op toen keizer Constantijn zich tot het christendom bekeerde

  • Hijgaf christenen in 313 godsdienstsvrijheid

  • In 392 maakte keizer Theodosius van het christendom de staatsgodsdienst

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Tempels werden verwoest of omgebouwd tot kerken

  • Iedere Romeinse provincie kwam onder leiding te staan van een bisschop

  • De belangrijkste bisschop werd de paus, de leider van de kerk

  • Ook vandaag is de paus nogsteeds de leider van de rooms-katholieke kerk

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb jij onthouden van 4.4 - De opkomst van het christendom?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jezus werd gekruisigd omdat hij
A
kritiek had op de Romeinen
B
kritiek had op de godsdienstige leiders van de joden
C
kritiek had op de godsdienstige leiders van de joden en door de Romeinen als lastpak werd gezien
D
kritiek had op de godsdienstige leiders van de joden en op de Romeinse keizer

Slide 30 - Quizvraag

Jezus had voor zover wij weten geen directe kritiek op de Romeinse keizer. Ook had hij de bijnaam 'koning der joden' niet zelf bedacht. Dat was door zijn volgelingen, die in hem de Messias zagen, gedaan. Pas na de dood van Jezus is bekend dat christenen weigerden om de keizer als god te vereren.
Door de christenvervolgingen in de derde eeuw na Christus, waren er steeds minder christenen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke keizer vervolgde de christenen?
A
Constantijn
B
Theodosius
C
Nero
D
Augustus

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom gaf Nero de christenen eigenlijk de schuld van de brand van Rome?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De eerste Romeinse keizer die christelijk werd, was
A
Keizer Theodosius
B
Keizer Augustus
C
Keizer Nero
D
Keizer Constantijn

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Toen het christendom in 392 staatsgodsdienst werd, betekende dit
A
dat christenen voortaan alleen staand mochten bidden en niet zittend
B
dat het christendom de enig toegestane godsdienst werd in het Romeinse Rijk
C
dat de Romeinse goden samen met de god van de christenen vereerd moesten worden
D
dat de Olympische Spelen nu in naam van God in plaats van Jupiter (Zeus) werden gehouden

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies