Pinpas of portemonnee DO

3.1 Hoe betaal je?
Pak je laptop op tafel en Join de Lesson up:
Zoek op: Lessonup student en voer de code in.
Geen laptop mee of leeg? doe mee op het bord.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.1 Hoe betaal je?
Pak je laptop op tafel en Join de Lesson up:
Zoek op: Lessonup student en voer de code in.
Geen laptop mee of leeg? doe mee op het bord.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen vandaag
Aan het eind van deze les:
  1. Wat het verschil is tussen directe en indirecte ruil
  2. Welke geldfuncties er zijn
  3. Wat het verschil is tussen chartaal en giraal geld
  4. Hoe je het saldo op je betaalrekening controleert

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eerst, sta op: 
Ga links staan als je het met de stelling eens bent
Ga rechts staan als je het met de stelling oneens bent

Ik geef je de beurt, vertaal waarom

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Binnen 10 jaar verdwijnt contant geld helemaal.
Eens
Oneens

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met pinnen geef je sneller geld uit dan met contant betalen.
Eens
Oneens

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt beter altijd contant geld op zak hebben dan volledig vertrouwen op pinnen of mobiel betalen.
Eens
Oneens

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een negatief saldo (rood staan) zou verboden moeten zijn voor jongeren onder de 18 jaar.
Eens
Oneens

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is kopen in de economie hetzelfde als ruilen?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Directe ruil: goederen voor goederen

Indirecte ruil: geld voor goederen

Slide 9 - Tekstslide

In de economie hebben we 2 verschillende soorten van ruilen

laten we beginnen bij directe ruil je ruilt een appel voor een mandarijn of je ruilt een appel voor een PlayStation 5. 

(noemt iemands naam uit de klas): zou jij je PlayStation 5 ruilen voor een appel? nee, waarom zou je dat niet doen? De PlayStation heeft meer waarde of kan je langer mee doen. 

omdat directe ruil soms lastig is zoals in de situatie met de PlayStation hebben we ook een andere soort ruil namelijk de indirecte ruil, de soort aankopen die jullie waarschijnlijk het vaakst doen. zoals een euro ruilen voor een appel.
Wat is het laatste wat je hebt gekocht
en hoe heb je dit betaald?

Slide 10 - Woordweb

Nu we allemaal snappen wat de 2 soorten van ruilen zijn vraag ik me af wat jullie als laatst hebben gekocht en hoe je dit hebt betaald? met briefgeld of met een pinpas? 

laat leerlingen kort antwoorden indienen. bespreekt er 1 of 2.
Wat ik zie is dat veel mensen contant/ pinpas/ elektronisch betalen in de economie hebben wij namen voor deze 3 betalingen namelijk: elektronisch betalen giraal betalen en chartaal betalen
volgende slide
Giraal geld
Chartaal geld

Slide 11 - Tekstslide

Giraal geld, dit is geld op de bank en geld wat je niet aan kunt raken.

en chartaal geld: geld wat je direct aan kunt raken zoals brief en muntgeld

welk soort geld past bij de situatie?


Elektronisch betalen
Het betalen met je telefoon in de winkel of het geld betalen als je online besteld

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Danique koopt bij de plus een chocolade reep ze betaalt met een briefje van 5 euro
A
Giraal geld/ Girale betaling
B
Chartaal geld/ Chartale betaling
C
Elektronische betaling

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maik haalt na school een blikje cola voor thuis ze betaalt met haar pinpas
A
Elektronische betaling
B
Chartaal geld/ Chartale betaling
C
Giraal geld/ Girale betaling

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Madia koopt online een nieuwe winterjas en betaald met iDeal
A
Giraal geld/ Girale betaling
B
Elektronische betaling
C
Chartaal geld/ Chartale betaling

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bram haalt een zak chips na school en betaald met zijn telefoon
A
Chartaal geld/ Chartale betaling
B
Elektronische betaling
C
Giraal geld/ Girale betaling

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Functies van geld

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Saldo
oude saldo + ontvangsten - uitgaven = nieuwe saldo
een voorbeeld:
Tom heeft 67 euro op zijn rekening staan hij krijgt 10 euro zakgeld en koopt daarna voor 20 euro aan kerstcadeaus
oude saldo (€67) + ontvangsten (€10) - uitgaven (€20) = nieuwe saldo (€57)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2 soorten Saldo
Debetsaldo- Schuld - in de min/ Rood -
Creditsaldo- Geld tegoed -in de plus +
Debet - Dom
onder 18 = niet rood staan
Over schuld betaal je rente
.... Rente

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Yusuf heeft 300 euro op zijn rekening staan na hard werken krijgt hij loon van 700 euro. Hij koopt nieuwe schoenen voor 150 euro en een nieuwe truien voor 350 euro. Daarna krijgt hij nog 25 euro zakgeld. wat is zijn nieuwe saldo?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag:
Welke opdrachten? 1,4,7 & 9 t/m 12 van 3.1 Blz74
Hoe pak je dat aan? Alleen of in duo’s
Tot hoelaat? 5 minuten voor het eind van de les (11:50)
Klaar? Maak Opdracht 1 & 2 op blz 98. Deze zijn op examen niveau dit is huiswerk voor Vrijdag (morgen)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips en tops over de les

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies