In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Woordsoorten
Slide 1 - Tekstslide
Welke woordsoorten ken je al?
Slide 2 - Woordweb
Welke woordsoorten kennen we al?
Zelfstandig naamwoord
Lidwoord
Werkwoord (splitsbaar)
Bijvoeglijk naamwoord (stoffelijk)
Vragend voornaamwoord
Aanwijzend voornaamwoord
Slide 3 - Tekstslide
Voorzetsels
Plaats - tijd - richting
Je gebruikt ze altijd samen met een ander woord;
op tafel, uit school, door mij
Slide 4 - Tekstslide
Welke voorzetsels herken je? De vriendelijke oude man liep naar een klein huisje op de berg.
A
op, oude
B
naar, op
C
vriendelijke, , naar
D
vriendelijke, kleine
Slide 5 - Quizvraag
Welk voorzetsel herken je? Ik luister altijd muziek tijdens de les!
Slide 6 - Open vraag
H4 woordsoorten blz. 151
Opdracht 2 en 3 maken
timer
15:00
Slide 7 - Tekstslide
Werkwoorden?
Slide 8 - Woordweb
Splitsbaar werkwoord en voorzetsel
Sommige werkwoorden kun je uit elkaar halen (splitsen)
Het lijkt dan alsof er een VZ in de zin staat, maar dat is niet zo!
Slide 9 - Tekstslide
Wat is het hele werkwoord? Morgen maak ik het geld aan jou over.
Slide 10 - Open vraag
Wat is het hele werkwoord? Iedere keer pakt Rogier van mij mijn pen af.
Slide 11 - Open vraag
Wat is het woord "door"voor woordsoort in de zin: Voor die toets lees je de hele tekst door.
A
voorzetsel
B
deel van een splitsbaar werkwoord
C
werkwoord
D
persoonsvorm
Slide 12 - Quizvraag
Hoe zit het met de volgende zinnen?
1. Van die chocolademousse blijft niks meer over. 2. De politie houdt jongens op een scooter niet meer tegen. 3. In de kerk hielden wij onze lach niet meer in.