Past simple regelmatige werkwoorden

Past simple
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Past simple

Slide 1 - Tekstslide

Past Simple
Je gebruikt de Past Simple als iets gebeurd is in de verleden tijd en ook beëindigd is.

Wij noemen de Past Simple de Verleden Tijd.


Slide 2 - Tekstslide

 Regelmatige werkwoorden (rww)

Achter het werkwoord plaats je 'ed'

I walk -> I walked
it rains-> it raineded
they beg-> they begged

Slide 3 - Tekstslide

 RWW Spelling
Als een werkwoord eindigt op -e, dan komt er in de past simple alleen een -d achter:
I live - I lived
you move - you moved

In de past simple wordt de laatste medeklinker verdubbeld als er één klinker voor staat:
I drop - I dropped
they plan - they planned

Slide 4 - Tekstslide

 RWW Spelling
Als een werkwoord eindigt op -y, dan komt er in de past simple een -ied achter:
I carry- I carried
you study- you studied

In de past simple komt er een -ed achter als er een klinker voor staat:
I play - I played

Slide 5 - Tekstslide

Past Simple - Signaalwoorden

In de zin staan vaak een tijdsbepaling van verleden tijd.

  • yesterday
  • last week
  • ten minutes ago
  • in 2007
  • this morning

Slide 6 - Tekstslide

Je gebruikt de Past Simple als...
A
iets gebeurd is in de toekomst
B
iets iedere dag gebeurt
C
iets gebeurd is in het verleden en afgerond is
D
iets nog niet gebeurd is

Slide 7 - Quizvraag


Wat is de Past Simple van play
A
plaied
B
played
C
playied

Slide 8 - Quizvraag

Noem een tijdsbepaling van Verleden Tijd in het Nederlands

Slide 9 - Woordweb


Wat is de Past Simple van look
A
looked
B
looket
C
looking

Slide 10 - Quizvraag


Wat is de Past Simple van listen
A
listend
B
listenet
C
listened

Slide 11 - Quizvraag


Wat is de Past Simple van study
A
studied
B
studyed
C
studiet

Slide 12 - Quizvraag

Wat zet je meestal achter een RWW in de Past Simple?
A
ED
B
ET
C
ING
D
S

Slide 13 - Quizvraag

Noem een tijdsbepaling van verleden tijd in het Nederlands

Slide 14 - Open vraag

My sister .......... (play) the guitar last year.

Slide 15 - Open vraag

They ....... (walk) home after school yesterday.

Slide 16 - Open vraag


Wat is de Past Simple van work
A
works
B
worked
C
working
D
worked

Slide 17 - Quizvraag


Wat is de Past Simple van help
A
helping
B
helped
C
helps
D
help'd

Slide 18 - Quizvraag


Wat is de Past Simple van carry
A
carryed
B
carried
C
carriet

Slide 19 - Quizvraag

Wat vond je moeilijk in deze les?

Slide 20 - Open vraag

Noem 2 dingen die je geleerd hebt deze les.

Slide 21 - Open vraag

Past simple

Slide 22 - Tekstslide