Thema 9: regeling

Thema 10: Regeling
blz 106
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 10: Regeling
blz 106

Slide 1 - Tekstslide

Zenuwstelsel
  • Het centrale zenwustelsel: grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg
  • Zenuwen

Slide 2 - Tekstslide

Functie zenuwstelsel
  • Het verwerken van impulsen die afkomstig zijn van zintuigen.

      In zintuigcellen ontstaan impulsen onder invloed van prikkels

  • Regelen van de werking van spieren en klieren

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Prikkels
  • Prikkels: Alle veranderingen in je omgeving waar je op kan reageren. 
  • - Inwendige prikkels
  • - Uitwendige prikkels 

Slide 5 - Tekstslide

Verschil in prikkels
  • Een prikkel van buiten  het lichaam (geluid), noem je een uitwendige prikkel.
  • Een prikkel van binnen uit het lichaam (hormonen), noem je een inwendige prikkel.
  • Op een prikkel volgt niet altijd hetzelfde gedrag.
honger, dorst, angst

Slide 6 - Tekstslide

Gedrag
  • Alles wat een mens/dier doet noemen we gedrag.
  • Gedrag is een reactie op een prikkel.
  • Gedrag bestaat uit vaste volgorde van handelingen.

Slide 7 - Tekstslide

Gedrag en prikkels
Gedrag komt tot stand door uitwendige en inwendige prikkels

baby heeft honger, pikt op snavel moeder
Inwendig of uitwendig?

Slide 8 - Tekstslide

Bs 1 blz 104
opdr. 1 t/m 4, 6 en 7

4TL : blz 106
opdr.1,2,3,5 en 6

Slide 9 - Tekstslide

Bs 2: Zenuwcellen en zenuwen

Slide 10 - Tekstslide

Een zenuwcel

1. Korte uitloper

2. Cellichaam

3. Celkern

4. Lange uitloper

5. Bindweefsel

6. Synaps

Slide 11 - Tekstslide

Typen zenuwcellen

Slide 12 - Tekstslide

Gevoelszenuwcel

Impuls loopt van een zintuig naar het centrale zenuwstelsel

Het cellichaam ligt net buiten het centrale zenuwstelsel

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Schakelcel

Impulsen in het centrale zenuwstelsel

De cel ligt in het geheel in het centrale zenuwstelsel

Slide 15 - Tekstslide

Bewegingszenuwcel

Impulsen van het centrale zenuwstelsel naar spieren of klieren

Het cellichaam ligt in het centrale zenuwstelsel

Het aansturen van spieren en klieren

Slide 16 - Tekstslide

3 typen zenuwen
  • Gevoelszenuwen: uitlopers van gevoelszenuwcellen
  • Bewegingszenuwen: uitlopers van bewegingszenuwcellen
  • Gemengde zenuw: uitlopers van gevoels- en bewegingszenuwcellen

Slide 17 - Tekstslide

Zenuw

Een bundel uitlopers van zenuwcellen

Zenuwen verbinden het centrale zenuwstelsel met alle lichaamsdelen

  • weefsels en organen uit hoofd en hals zijn verbinden met de hersenstam
  • weefsels en organen uit de romp en ledematen zijn verbonden met het ruggenmerg

Slide 18 - Tekstslide

Zenuwen
Meerdere uitlopers van zenuwcellen liggen bij elkaar: vormt een zenuw.
Elke uitloper is omringd door een isolerend laagje.
Om een zenuw zit bindweefsel
(bescherming)

Slide 19 - Tekstslide

* Impulsen van de romp en 
   ledematen lopen via het 
   ruggenmerg naar de hersenen en 
   andersom.

* Impulsen van het hoofd en de hals 
   komen aan in de hersenstam.
   (dus niet via het ruggenmerg)

Slide 20 - Tekstslide

Impulsen van romp en ledematen lopen via je ruggenmerg naar je hersenen.

Impulsen van hoofd en hals komen direct bij de hersenstam aan, dus niet via je ruggenmerg

Slide 21 - Tekstslide

maken

blz 115, opdr.1, 2,3 van opdr.4(alleen de tabel)5 en 6
4KB,blz 114: opdr. 1,2,3,5 en 6
klaar? Bs 3 2x doorlezen
opdr.1,2,4,5 en 6 ( huiswerk)

4TL

Slide 22 - Tekstslide



Witte stof in de schors; hierin lopen de uitlopers van de schakelcellen van en naar de hersenen
Grijze stof in het merg: hierin liggen de cellichamen van de schakelcellen en de cellichamen van de bewegingszenuwcellen

Slide 23 - Tekstslide

Ruggenmerg
  • Witte stof in de schors; hierin lopen de uitlopers van de schakelcellen van en naar de hersenen


  • Grijze stof in het merg: hierin liggen de cellichamen van de schakelcellen en de cellichamen van de bewegingszenuwcellen

Slide 24 - Tekstslide

Functie ruggenmerg
  • Het geleiden van impulsen van zenuwen van romp en ledematen naar de hersenen en omgekeerd
  • Het geleiden van impulsen in reflexbogen  van romp en ledematen

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

                     De hersenen

Grote hersenen


Kleine hersenen


Hersenstam

Slide 27 - Tekstslide


Het hormoonstelsel bestaat uit een aantal hormoonklieren

Slide 28 - Tekstslide

Hormonen
  • Hormonen zijn alleen werkzaam voor organen die er gevoelig voor zijn.
  • Hormonen regelen vooral langzame, langdurige processen
  • Hormonen zijn o.a. van invloed op de groei en ontwikkeling, de stofwisseling en de voortplanting

Slide 29 - Tekstslide

hormoonklieren
hormonen

Slide 30 - Tekstslide

Hormoonklieren
Hormoonklier
maakt hormonen.

Heeft geen afvoerbuis: geeft hormonen af aan het bloed

Slide 31 - Tekstslide



Ligging van
 hormoonklieren
bij ons
Ligging van de hormoonklieren 


Regelen:
Groei
Ontwikkeling
Voortplanting
Stofwisseling

Slide 32 - Tekstslide

Hormonen
hypofyse - groeihormoon (en activeert andere  hormoonklieren)
schildklier - schildklierhormoon
bijnieren - adrenaline
eilandjes van Langerhans - glucose en insuline
teelballen - mannelijk geslachtshormoon
eierstokken - vrouwelijk geslachtshormoon
De hormoonklieren

Slide 33 - Tekstslide

Hypofyse stuurt ook andere hormoonklieren aan

Slide 34 - Tekstslide

Eilandjes van Langerhans

Productie van Insuline en Glucagon

Functie: Het constant houden van het glucose (suiker) gehalte van het bloed

Insuline zet glucose om in glycogeen (opslag in lever en spieren)

Glucagon zet glucogeen om in glucose (bevindt zich in het bloed)

Slide 35 - Tekstslide

Suikerziekte

Er wordt te weinig insuline gemaakt, waardoot het glucosegehalte in het bloed te hoog wordt

Patient heeft glucose in de urine (dit is normaal niet zo)

type 1: geen aanmaak van eigen insuline ( altijd insuline )

type 2:  maakt de alvleesklier nog insuline maar dit is te weinig of deze werkt niet goed ( bij overgewicht )

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Bijnieren

Productie van Adrenaline

Adrenaline komt vrij bij woede, angst en schrik

Het heeft een korte, snele en kortdurende werking

Het glucosegehalte van het bloed stijgt

Hartslag en ademhaling worden versneld

Slide 38 - Tekstslide



Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video