Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Theorie zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden
- Korte quiz
- Werken in Studiemeter
- Verder met check sollicitatiebrief

Slide 2 - Tekstslide

 Zelfstandig naamwoord

- je kunt er lidwoord voorzetten:  de afspraak

- mensen, dieren, dingen

- een naam is ook een zelfstandig naamwoord

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel zelfstandige naamwoorden staan in deze zin: De energieke sportleraar Thijs motiveert de sporters om echt tot het einde door te gaan.
A
1
B
3
C
2
D
4

Slide 4 - Quizvraag

Bijvoeglijk naamwoord:

- zegt iets over het zelfstandige werkwoord: de beste film

- stoffelijk bijvoeglijk naamwoord: zegt van welk materiaal iets is gemaakt: de gouden oorbellen

Slide 5 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord

  • Je schrijft het zo kort mogelijk
  • Eindigt op -e
  • Stoffelijk bijv.nw. eindigt op -n

Slide 6 - Tekstslide

De populaire telefoon is duur, maar je kunt er geweldige foto's mee maken.
A
1
B
3
C
2
D
4

Slide 7 - Quizvraag

De (aanbranden) havermoutpap kon ik niet door mijn keel krijgen.

A
aangebrand
B
aangebrandden
C
aangebrandde
D
aangebrande

Slide 8 - Quizvraag

De (verblinden) chauffeur botste tegen de boom.
A
verblinde
B
verblindde
C
verblind
D
verblindt

Slide 9 - Quizvraag

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?

Slide 10 - Open vraag

Wat heb je geleerd over een bijvoeglijk naamwoord:

Slide 11 - Open vraag

Zelfstandig werken
- maken opdrachten znw/bijv.nw. E1, rij 3
- staan bij Studiemeter 1F
- daarna verder met je sollicitatiebrief

Slide 12 - Tekstslide