Persoonsvorm tegenwoordige en verleden tijd

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Voordat we gaan beginnen...

Doe je telefoon in de telefoontas

Leg je boeken op tafel

Lezen uit je leesboek

10 minuten

in stilte

Spelling

Persoonsvorm tegenwoordige én verleden tijd

Doel

Na deze les kan je..

- De persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen

- De persoonsvorm in de verleden tijd (sterk of zwak) goed spellen

Werkwoordspelling

Belangrijkste vraag als je een werkwoord moet spellen:

Welke werkwoordsvorm is het?

• Persoonsvorm
• Infinitief
• Voltooid deelwoord
• Onvoltooid deelwoord
• Bijvoeglijk naamwoord
• Gebiedende wijs

Persoonsvorm

• Persoonsvorm tegenwoordige tijd
• Persoonsvorm verleden tijd - sterk
• Persoonsvorm verleden tijd - zwak

Wat wordt er bedoeld met de 'stam'
van een werkwoord?

Persoonsvorm tt

• Ik / ..... jij = stam
• hij/zij/het/u = stam + t
• wij/jullie/zij = hele werkwoord

lopen                                                                         vinden                                 

Ik loop                                                                     Ik vind

Hij loopt                                                                  Zij vindt

Wij lopen                                                                Wij vinden

Morgen word/wordt ik 13 jaar.

1. word
2. wordt

Morgen leid/leidt de treinstaking vast op veel scholen tot lege lokalen.

1. leid
2. leidt

Rijd/Rijdt je broer al lang op die opgevoerde brommer?

1. Rijd
2. Rijdt

Misschien word/wordt je wel eerste bij die talentenjacht.

1. word
2. wordt

De uitnodiging vermeld/vermeldt niet hoe laat het feest begint.

1. vermeld
2. vermeldt

Persoonsvorm vt - sterk

Klankveranderende werkwoorden

• Deze werkwoorden zijn sterk genoeg om te veranderen

lopen

• Ik liep
• Hij liep
• Wij liepen

Persoonsvorm vt - zwak

Klankvaste werkwoorden

• Deze werkwoorden zijn te zwak om te veranderen
                                             eX KoFSCHiP 

beantwoorden    --> beantwoorden

• Ik beantwoordde
• Hij beantwoordde
• Wij beantwoordden

Persoonsvorm vt - zwak

Klankvaste werkwoorden

• Deze werkwoorden zijn te zwak om te veranderen

                                                    eX KoFSCHiP 

maken                -->   maken

• Ik maakte
• Hij maakte
• Wij maakten

Door een defecte wekker miste/mistte ik bijna de bus naar school.

1. miste
2. mistte

Zij verhuiste/verhuisde afgelopen zomer naar Den Haag

1. verhuiste
2. verhuisde

Gisterochtend luchte/luchtte Jantien haar kamer.

1. luchte
2. luchtte

De NS-omroepster melde/meldde een vertraging van vijf minuten.

1. melde
2. meldde

De hele buurt rook/ruikte naar de verbrande autobanden.

1. rook
2. ruikte

Huiswerk

Formsopdracht 1

Formsopdracht 2

Laat je scores zien / maak een screenshot als je klaar bent

Alleen en in stilte

Vrijdag 5 april

Klaar? Werk verder aan een ander vak

Voor de volgende keer...

Maak de oefening over de persoonsvorm tegenwoordige + verleden tijd (Quayn)

Magister - ELO - Opdrachten - Persoonsvorm tegenwoordige en verleden tijd

Voordat we gaan beginnen...

10 minuten lezen uit je leesboek

In stilte!

Spelling

Persoonsvorm tegenwoordige én verleden tijd

Doel

Na deze les kan je..

- De persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen

- De persoonsvorm in de verleden tijd (sterk of zwak) goed spellen

Weet je het nog?

De voetballers (vechten) voor wat ze waard waren.

Onze buurjongen (verspreiden) reclamefolders.

(Vinden) je hem een goede trainer?

(Verbinden) u mij maar door met de receptie.

Er (woeden) gisteren een hevige storm.

Jij (verbinden) daar te snel conclusies aan.

Mevrouw Stevens (belasten) ons de vorige les met een berg huiswerk.

Toen het vuur zo hard brandde, (barsten) de ruiten.

Stap voor stap

1. Is het tegenwoordige of verleden tijd?

2. Tegenwoordig: onderwerp - stam - regel toepassen

3. Verleden: stam - ex kofschip - onderwerp - regel toepassen

De detective (bespieden) de verdachte persoon.

De detective (bespieden) laatst de verdachte persoon.

Voor volgende week vrijdag

Maak de opdracht in Quayn 

Werkwoordspelling: pv tt en pv vt