wk 45 voca 8 1th écrire /toetsstof un 1

Bonjour!
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bonjour!

Slide 1 - Tekstslide

aujourd'hui:
appr 8: voca herhalen
toetsstof doornemen
quizlet être
oefenen met écrire en voorbereiden op de toets
eind van de les: SO staat open, bekijk goed je fouten

Slide 2 - Tekstslide

les absents
Tu es présent? Je suis présent(e)
Tu habites où? J'habite à Steenwijk....
Quelle est ta nationalité? Je suis néerlandais(e)

Slide 3 - Tekstslide

voca appr 8 un 1 1tlh boek

Slide 4 - Tekstslide

Wat betekent écouter?
A
luisteren
B
beantwoorden
C
kijken naar

Slide 5 - Quizvraag

Qu'est-ce que c'est?
A
un copain
B
une copine

Slide 6 - Quizvraag

vertaal: petit

Slide 7 - Open vraag

vertaal: groot

Slide 8 - Open vraag

vertaal: aussi

Slide 9 - Open vraag

vertaal: le prénom

Slide 10 - Open vraag

le prénom: is dit woord mannelijk of vrouwelijk?
A
mannelijk
B
vrouwelijk

Slide 11 - Quizvraag

dernière quesion....

Slide 12 - Tekstslide

vertaal: meneer

Slide 13 - Open vraag

lesstof toets: samenvatting un 1
zie week 46

Jouw boek is de basis!!

Slide 14 - Tekstslide

wat moet je kennen en kunnen?
O De woordjes van apprendre 4, 6 en 8 ken je Nederlands-Frans en Frans-Nederlands. Leer ook de lidwoorden erbij. Je moet de woorden kunnen schrijven.
O De zinnen van apprendre 10 ken je Frans-Nederlands.

Slide 15 - Tekstslide

vertaal in het Frans:
groot

Slide 16 - Open vraag

Welk woord past het best in de zin?
Laura est ...... de Sophie.
A
l'amie
B
la classe

Slide 17 - Quizvraag

grammaire 3
Het werkwoord être:
Je kent de  persoonlijk voornaamwoorden
Je kent alle vormen van être

Slide 18 - Tekstslide

Wat zijn de Franse persoonlijke voornaamwoorden?

Slide 19 - Woordweb

Welke vormen van être ken je uit je hoofd?

Slide 20 - Woordweb

vertaal in het Frans:
hij is

Slide 21 - Open vraag

Welke vorm van être hoort op de stippellijn?
Nous ......................... au collège.

Slide 22 - Open vraag

Grammaire II: Je kunt de lidwoorden correct gebruiken (apprendre 5)
le la les l'
un une des
Bekijk nog eens het voorbeeldfilmpje

Slide 23 - Tekstslide

Welke zin is goed?
A
La fille est au collège.
B
Les fille sont au collège.
C
Le fille est au collège.

Slide 24 - Quizvraag

appr 10 staat alleen in je boek!
bijvoorbeeld:
Lis le texte. - Lees de tekst.
Travaillez à deux. - Werk samen.
Réponds aux questions.- Beantwoord de vragen.

Slide 25 - Tekstslide

Lis le texte.
Wat betekent deze zin?
A
Lees de tekst.
B
Werk samen.
C
Beantwoord de vragen.
D
Combineer de plaatjes.

Slide 26 - Quizvraag

oefenen met être
Quizlet

Slide 27 - Tekstslide

zelfstandig werken
Maak de opdrachten die klaarstaan in Learnbeat.

Je kunt ook vragen stellen over je SO (week 42), die staat aan het eind van de les open.

Slide 28 - Tekstslide