Week 38 Personal pronouns

Personal Pronouns

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Personal Pronouns

Slide 1 - Tekstslide

Lesson Aims
At the end of this lesson
you can explain what personal pronouns are.
you can use personal pronouns in a sentence.

Slide 2 - Tekstslide

Personal Pronouns
(onderwerpsvorm)

I
You (ev)
She
We
You (mv)
They
He
It
Jij/je
Wij/we
Zij/ze
Ik
Jullie
Hij
Zij
Het

Slide 3 - Sleepvraag

Personal Pronouns
(voorwerpsvorm)

Me
You (ev)
Her
Us
You (mv)
Them
Him
It
Jou
ons
Hen/Hun
Me/Mij
Jullie
Hem
Haar
Het

Slide 4 - Sleepvraag

Maak deze zin af

Personal pronouns . . .
A
vertellen iets over de uitspraak van woorden
B
verwijzen naar mensen dieren of dingen
C
verwijzen nooit naar dieren of dingen
D
gebruik je om bezit aan te geven

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Personal Pronouns (onderwerpsvorm)

> Wie of wat doet

Slide 7 - Tekstslide

Personal pronouns (voorwerpsvorm)

> Wie of wat + gezegde + onderwerp

Slide 8 - Tekstslide

Pick a personal pronoun

... like school. (ik)


A
i
B
I
C
you
D
we

Slide 9 - Quizvraag

Pick a personal pronoun

I walk to school with ... (hem)
A
He
B
We
C
She
D
Him

Slide 10 - Quizvraag

Pick a personal pronoun

... are very good friends. (wij)
A
he
B
they
C
you
D
we

Slide 11 - Quizvraag

Pick a personal pronoun

... is sitting in the garden (zij)
A
She
B
Him

Slide 12 - Quizvraag

Pick a personal pronoun

Are they talking to ... (ons)?
A
us
B
they
C
our
D
me

Slide 13 - Quizvraag

Welke Personal Pronoun kan je als vervanging gebruiken?
They
She
He
It
We
Sister
Boy
School
Dad
Cars
Emily & Jack
Bike
Sophia and I
Parents
Teacher

Slide 14 - Sleepvraag

Welke Personal Pronoun kan je als vervanging gebruiken?
She-He-It
They
We
You
You and Tom
You and me
My family
That book
My brother and I
John and Diana
His parents
You and your team
Elisabeth
My uncle

Slide 15 - Sleepvraag

Time to practice
Click on the words below to practice what you have just learned.

Personal pronouns (voorwerpsvorm)

Finished all exercises above? Accept the challenge!
Challenge

Slide 16 - Tekstslide

Lesson aim check: At the end of this lesson,
you can explain what personal pronouns are.

Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden?

Slide 17 - Open vraag

Lesson aim check: At the end of this lesson,
you can use personal pronouns in a sentence.

Are ... walking to school? Can ... walk with you?

Slide 18 - Open vraag