Week 37: grammatica les 6 lw zn en bijv. nw

Welkom!
Welkom 

Etui, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.

We starten met stillezen
timer
8:00
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Welkom 

Etui, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.

We starten met stillezen
timer
8:00

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!
Stillezen
Pak je boek en ga stillezen 
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
1. Stillezen
2. Uitleg: grammatica
3. Even kort aan de slag 
4. Afsluiten les 

Slide 3 - Tekstslide

Boekopdracht en repetitie
Boekopdracht: deadline 13 oktober (vrijdag voor de herfstvakantie)
Repetitie: week 41 en nog niet ingepland 

Slide 4 - Tekstslide

Waarom grammatica?
- om werkwoorden goed te spellen
- om de zin in de juiste volgorde te zetten 

Kortom, om zinnen te maken die anderen begrijpen. 

Wist je dat....
het je ook helpt om vreemde talen te leren?

Slide 5 - Tekstslide

Wat weet je al?
1. Maak een zin met een lidwoord, zelfstandig naamwoord en bijvoeglijk naamwoord. 

2. Benoem wat wat is in de zin


timer
2:00

Slide 6 - Tekstslide

Taalkundig ontleden
Woorden benoemen in de zin. 

In hoofdstuk 6 leer je:
hoe je zelfstandig naamwoorden, lidwoorden en bijvoeglijk naamwoorden herkent in een zin.

Slide 7 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord (zn)
ZN = mens/dier/ding (abstract & concreet) 
Je kan er een lidwoord en bijvoeglijk naamwoord voorzetten

Schrijf de zelfstandig naamwoorden op in je schrift:

Janneke koopt voor haar moeder een lekker koffiebroodje met rozijnen en gele room. 



Slide 8 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord (zn)

Schrijf de zelfstandig naamwoorden op in je schrift:

Janneke koopt voor haar moeder een lekker koffiebroodje met rozijnen en gele room. 


Slide 9 - Tekstslide

Lidwoord (lw) 
Het & de = bepaalde lidwoorden
Een = onbepaald lidwoord

LW = hoort altijd bij een zelfstandig naamwoord 


Slide 10 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
Is extra en hoort bij een zelfstandig naamwoord

De steenrijke filmster werd bedolven onder hysterische fans met de meest fantastische kleren aan. 

Bijvoeglijk naamwoord = is extra aankleding bij een zn

Slide 11 - Tekstslide

Samen oefenen
1 a:
Huisartsen hebben te weinig tijd en kennis om de gevaren van antidepressiva in te schatten.
1b:
Directeur Wim van As ging van een viskraam op de Albert Cuyp naar een miljoenenbedrijf. 

Slide 12 - Tekstslide

Samen maken:
Opdracht 4  - blz. 27 


Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag: Weektaak
Maken: opdracht 1 t/m 8 (blz. 26-29)

1. Werk de eerste 10 minuten in stilte 
2. Daarna mag je zachtjes overleggen. 

Klaar? 
Kijk je werk na via It's Learning

timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Volgende les
Neem je mee:
Lesboek (kern), schrift en laptop
Gaan we aan de slag met:
weektaak 

Slide 15 - Tekstslide

Welkom!
Welkom 

Etui, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.

We starten met stillezen
timer
8:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze les
1. Stillezen
2. Kort herhalen: zn/lw/ bn
3. Werken aan je weektaak
4. Afsluiten les 

Slide 17 - Tekstslide

Welkom!
Stillezen
Pak je boek en ga stillezen 
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Boekopdracht en repetitie
Boekopdracht: deadline 13 oktober (vrijdag voor de herfstvakantie)
Repetitie: week 41 en nog niet ingepland 

Slide 19 - Tekstslide

De auto rijdt hard
wel een bijvoeglijk naamwoord
geen bijvoeglijk naamwoord

Slide 20 - Poll

Het regent buiten
wel lidwoord
geen lidwoord

Slide 21 - Poll

De Engelse mevrouw
wel een bijvoeglijk naamwoord
geen bijvoeglijk naamwoord

Slide 22 - Poll

Maak een zin met sport/sporten als zelfstandig naamwoord

Slide 23 - Open vraag

Maak een zin met sport/sporten als werkwoord

Slide 24 - Open vraag

Ik wil een nieuwe
wel een bijvoeglijk naamwoord
geen bijvoeglijk naamwoord

Slide 25 - Poll

Aan de slag: Weektaak
Maken:                opdracht 1 t/m 8 (blz. 26-29) hoofdstuk 6

1. Werk in stilte en zelfstandig 
2. Na 5 minuten mag je vragen stellen

Klaar?
Kijk je werk na via It's Learning


timer
5:00

Slide 26 - Tekstslide

Formatieve toetsje
Leesvaardigheid & grammatica 
1. Wat betekent het woord  'objectief'? 
2. Ijsberenalarm! De zin en onzin van klimaatverandering. Overtuigend / beschouwend 
3. Wat wil de schrijver van een activerende tekst? 
4. Noem een voorbeeld van een amuserende tekst. 
5. Beschrijf het klaslokaal in een zin met 2 bn + 2 zn
6. Benoem het onderstreepte woord:
a.  De grootte van de taart viel mee tegen.
b. Jan van Amerongen is de oudste van het stel  
c. Een bijzondere dag was het gisteren

Slide 27 - Tekstslide

Formatieve toetsje
Leesvaardigheid & grammatica 
1. Wat betekent het woord  'objectief'? = neutraal, feitelijk 
2. Ijsberenalarm! De zin en onzin van klimaatverandering. Overtuigend / beschouwend 
3. Wat wil de schrijver van een activerende tekst? Dat je iets gaat doen
4. Noem een voorbeeld van een amuserende tekst. Een roman/thriller
5. Beschrijf het klaslokaal in een zin met 2 bn + 2 zn Het is een lelijk lokaal met beige tafels. 
6. Benoem het onderstreepte woord:
a.  De grootte van de taart viel mee tegen.  Zn
b. Jan van Amerongen is de oudste van het stel  ZN + BN
c. Een bijzondere dag was het gisterenOLW + BN + ZN 

Slide 28 - Tekstslide

Volgende les
Neem je mee:
Zorg je dat je je weektaak af hebt! 
Gaan we aan de slag met:
taalverzorging H12

Slide 29 - Tekstslide