H4 grammatica woordsoorten (voegwoorden)

Grammatica woordsoorten H4
Doel:
Aan het eind van deze les weet je het verschil tussen onderschikkende en nevenschikkende voegwoorden. 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammatica woordsoorten H4
Doel:
Aan het eind van deze les weet je het verschil tussen onderschikkende en nevenschikkende voegwoorden. 

Slide 1 - Tekstslide

Enkelvoudige zin
Samengestelde zin
Bryan heeft een mop verteld.
Ik weet dat Bryan een mop vertelt.

Slide 2 - Sleepvraag

Grammatica-Zinsdelen
Enkelvoudige zin
Een zin met één persoonsvorm

Samengestelde zin
Een zin met meer dan één persoonsvorm

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdzin
Bijzin
Tussen het ow en de pv kunnen andere zinsdelen staan
Tussen het ow en de pv kunnen geen andere zinsdelen staan

Slide 4 - Sleepvraag

De structuur van een zin
Nederland heeft veel onderzoekers voortgebracht, maar wie was de grootste?

  • Persoonsvormen zoeken
  • Bijbehorende onderwerpen zoeken
  • Kan er iets tussen het ow en de pv staan?
  • Hoofdzin + hoofdzin = nevenschikking

Slide 5 - Tekstslide

De structuur van een zin
Hoewel Antoni van Leeuwenhoek bekendstaat als uitvinder van de microscoop, heeft hij het instrument eigenlijk alleen verbeterd.
  • Persoonsvormen zoeken
  • Bijbehorende onderwerpen zoeken
  • Kan er iets tussen het ow en de pv staan?
  • Bijzin + hoofdzin = onderschikking

Slide 6 - Tekstslide

Quest stelde die vraag aan wetenschappers en enkele resultaten volgen hier.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin
C
bijzin + hoofdzin
D
bijzin + bijzin

Slide 7 - Quizvraag

Huygens ontdekte de ringen rond Saturnus en hij vond het slingeruurwerk uit.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin
C
bijzin + hoofdzin
D
bijzin + bijzin

Slide 8 - Quizvraag

Hoewel Antoni van Leeuwenhoek niet bekendstaat als uitvinder van de microscoop, heeft hij het instrument eigenlijk alleen verbeterd.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin
C
bijzin + hoofdzin
D
bijzin + bijzin

Slide 9 - Quizvraag

Lenzenslijper Baruch Spinoza werd vooral bekend doordat hij ook filosoof was.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin
C
bijzin + hoofdzin
D
bijzin + bijzin

Slide 10 - Quizvraag

Voegwoorden
De zinnen binnen een samengestelde zin zijn aan elkaar geplakt d.m.v. een voegwoord.

  • Remco leert voor Frans en Laura leert voor Engels.
  • Ik ga op tijd naar bed, omdat ik moe ben.
  • Nadat de scheids affloot, begon het publiek te juichen.

Slide 11 - Tekstslide

De structuur van een zin
Een samengestelde zin kan ook bestaan uit drie zinnen.

Het stappenplan is hetzelfde:
  • Persoonsvormen zoeken
  • Bijbehorende onderwerpen zoeken
  • Kan er iets tussen het ow en de pv staan?
  • Bijvoorbeeld: hoofdzin + hoofdzin + bijzin

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
Zelfstandig werken in de online methodesite van Nieuw Nederlands (via It's Learning)

H4 Grammatica-woordsoorten
* Maak opdracht 1 t/m 5.

Slide 13 - Tekstslide