Oefenen ter voorbereiding op de toets

Oefenen ter voorbereiding op de toets
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie, Fysiologie en PathologieHBOMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Oefenen ter voorbereiding op de toets

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent couperen bij epilepsie?
A
Het toedienen van medicatie om de aanval te stoppen
B
Het waarborgen van de veiligheid tijdens de aanval
C
De tijd van de duur van de aanval in de gaten houden
D
Het gebruik van chronische medicatie bij epilepsie

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een schub?
A
een periode waarin geen nieuwe klachten ontstaan of klachten toenemen
B
een periode waarin nieuwe klachten ontstaan en/of bestaande klachten sterk toenemen.
C
een periode van stabiliteit van de klachten
D
Een periode waarin nieuwe klachten ontstaan en bestaande klachten niet sterk toenemen

Slide 3 - Quizvraag

Aanvulling: Een schub ontstaat doordat MS nieuwe ontstekingen in het CS geeft. 
Stress, vermoeidheid, virusinfectie kunnen oorzaken zijn. 

Meestal duurt een schub een of meerdere dagen. Daarna verminderen of verdwijnen de klachten.
Wat is het verschil tussen een Cva en een Tia?
A
Bij een CVA is iemand altijd verlamd
B
Geen verschil
C
Een tia is een herseninfarct en een CVA is een hersenbloeding
D
Bij een TIA zijn de verschijnselen na 24 uur over

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat regelen de grote hersenen?
A
Alle vrijwillige bewegingen
B
Coördinatie en houding
C
De aanmaak van hersenvloeistof
D
De verbinding met de hersenvliezen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een sensorische prikkel in achterhoorns van het ruggenmerg gaat via ruggenmerg naar de ....
A
Hersenstam
B
Hersenschors
C
Hypofyse
D
Hersenvliezen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hans belt over zijn vrouw: Haar mond hangt helemaal scheef aan de rechterkant en ze praat raar...een uur geleden was dit nog niet zo. Jij:
A
Geeft advies om dit nog even aan te zien, mogelijk een TIA, dit gaat binnen 24 uur over
B
Maakt een afspraak over enkele uren
C
Stuurt de huisarts op spoedvisite
D
Stuurt gelijk een ambulance

Slide 8 - Quizvraag

U1 urgentie, neurologische uitval (niet door een hernia) < 12 uur - mvr. kan een CVA hebben. 
waar zie je de dendriet?
A
Nummer 6
B
Nummer 7
C
Nummer 1
D
Nummer 2

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke ziekte breekt de myelineschede af?
A
MS
B
ALS
C
Parkinson
D
BPDD

Slide 10 - Quizvraag

Parkinson tekort aan dopamine
ALS motorische centrale en perifere zenuwen
BPPD staat voor Benigne paroximale positieduizeligheid. Aanvallen van draaiduizeligheid die worden uitgelokt door plotselinge veranderingen van de stand van het hoofd. 
Wat gebeurt er bij ALS?
A
Sensorische zenuwcellen sterven af
B
Er ontstaat spierzwakte
C
Er ontstaan exacerbaties en remissies
D
Motorische zenuwcellen sterven af

Slide 11 - Quizvraag

Bij ALS  zijn aangetast: zowel de perifere als centrale motorische zenuwen.
De sensorische zenuwen blijven in tact.
Slik, spraak en ademhalingsproblemen horen bij ALS.
Het hart doet NIET mee.
Wat gebeurt er bij Alzheimer?
A
Er is te weinig dopamine in het lichaam
B
Er ontstaat kortsluiting in de hersenen
C
Er is spierzwakte
D
Zenuwcellen gaan kapot door ophoping eiwitten

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke omschrijving past bij zenuwen van het perifere zenuwstelsel?
A
Zenuwen van de hersenen.
B
Zenuwen van de ruggenmerg.
C
Zenuwen die buiten de hersenen en ruggenmerg liggen.
D
Alle antwoorden zijn niet juist.

Slide 13 - Quizvraag

A en B gaat over centrale zenuwstelsel. (Hersenzenuwen en ruggenmergzenuwen) 
Bij de middelste afbeelding is er sprake van?
A
TIA
B
Herseninfarct (CVA)
C
Hersenbloeding (CVA)
D
Hersenprop

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

FAST staat voor?
A
Face-Arm-Speech-Time
B
Fake-Arm-Speech-Time
C
Face- Airway-Speech-Time
D
Face-Arm-Speech-Thorax

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dhr. van der Laat heeft Levodopa voorgeschreven gekregen. Welke aandoening past daarbij?
A
Clusterhoofdpijn
B
Parkinson
C
Migraine
D
Duizeligheid

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Angela Bakker heeft carbamazepine voorgeschreven gekregen. Welke aandoening past daarbij?
A
Clusterhoofdpijn
B
Epilepsie
C
Migraine
D
Duizeligheid

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Yordanos Houdini heeft gabapentine voorgeschreven gekregen. Welke aandoening past daarbij?
A
Clusterhoofdpijn
B
Epilepsie
C
Migraine
D
Duizeligheid

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Linda Kattenberg heeft sumatriptan voorgeschreven gekregen. Welke aandoening past daarbij?
A
Clusterhoofdpijn
B
Epilepsie
C
Migraine
D
Duizeligheid

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van onderstaande medicatie kan worden toegediend bij een koortsstuip?
A
midozolam
B
metoprolol
C
cinnarizine
D
fenytoine

Slide 20 - Quizvraag

B is voor oa migraine
D voor epilepsie
C voor duizeligheid

Naast midozolam kan ook diazepam toegediend worden bij koortsstuip.
Terminologie
Apraxie
Agnosie
Hemianopsie
Neglectie
Afasie
Rigiditeit
Tremor
Bradykinesie
Freezing
Hypokinesie

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terminologie
Apraxie: handelingsstoornis
Agnosie: stoornis in herkennen of begrijpen
Hemianopsie: uitval deel van het gezichtsveld
Neglectie: niet bewust zijn van deel van de omgeving ook wel halfzijdige verwaarlozing genoemd.
Afasie: taalstoornis
Rigiditeit: stijfheid van spieren
Tremor: trillen van handen, benen, kin of tong
Bradykinesie: trager worden van bewegingen
Freezing: gevoel dat voeten aan de grond vastgeplakt zitten.
Hypokinesie: ontbreken van automatische bewegingen. 

Slide 22 - Tekstslide

Hypokinesie: bijv. het bewegen van spieren in het gezicht, waardoor maskergelaat ontstaat. (gezicht met verminderde gezichtsuitdrukking)
Oefentoets + oefenvragen Canvas
  1. Zelfstandig maken van de oefentoets
  2. nakijken door je klasgenoot
  3. Infografic aanpassen nav gegeven feedback
  4. oefenvragen op canvas 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies