Les 5: Rijnreis

De Rijnreis
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De Rijnreis

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat leer je deze les?
Aan het einde van deze les weet/kun je:
  • een rivier omschrijven met de begrippen stroomgebied, waterscheiding, rivierverloop, bovenloop, middenloop en benedenloop en rivierdelta.
  • rivieren onderverdelen in regenrivieren, gletsjerrivieren en gemengde rivieren.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten rivieren
Rivieren kun je onderverdelen in:

  • regenrivieren: krijgt zijn water van regenwater
  • gletsjerrivieren: krijgt zijn water van gesmolten gletsjerijs
  • gemengde rivieren: krijgt zijn water van allebei

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rivieren
Het gebied waaruit een rivier (plus zijrivieren) het overtollige water afvoert noem je het stroomgebied.
Een grens tussen twee stroomgebieden noem je een waterscheiding.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rivierloop
Het rivierverloop beschrijft het verval van een rivier vanaf de bron tot de monding.

Het rivierverloop wordt vaak onderverdeeld in:
  1. een bovenloop
  2. een middenloop
  3. een benedenloop.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rivieren
Er zijn oceanische rivieren die uitmonden in een zee of oceaan.
Er zijn ook continentale rivieren die in een meer of een moeras eindigen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verval en verhang
Het verval van een rivier is het hoogteverschil tussen twee punten in een rivier. Als je het verval per kilometer uitrekent, spreek je van het verhang.


Slide 7 - Tekstslide

Bovenloop:
Dit deel ligt meestal het verst van de kust af.
Veel rivieren hebben hun bron in een hooggelegen gebied.
Daarom is het verval in de bovenloop het grootst.
Het water stroomt daar ook het snelst.
Door de grote stroomsnelheid worden grind en soms grote keien meegevoerd.

Middenloop:
Al het grind dat in de bovenloop is meegevoerd, blijft hier achter. Dat noem je sedimentatie.

Benedenloop:
Voordat een rivier in een zee of in een groot meer uitmondt,
zie je dat de rivier allemaal aftakkingen krijgt.
Je noemt dat de rivierdelta.
In de stroom naar beneden zitten alleen nog kleine grindkorrels of zand.




Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort rivier is de Rijn in Zwitserland?
A
Regenrivier
B
Gletsjerrivier
C
Gemengde rivier

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort rivier is de Rijn in Nederland?
A
Regenrivier
B
Gletsjerrivier
C
Gemengde/oceanische rivier

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe worden de bochten in een rivier genoemd?
A
Meanders
B
Krommingen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke onderdelen bestaat een rivierloop?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Wateruitloop
D
Benedenloop

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meanders veranderen door erosie en sedimentatie.
Wat klopt?
A
De binnenbocht slibt dicht, de buitenbocht wordt steeds ruimer.
B
De buitenbocht slibt dicht, de binnenbocht wordt steeds ruimer.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met jou groepje aan de slag !
  • Maak groepjes van max. 4
  • Maak de poster en volg de stappen in de wikiwijs (https://maken.wikiwijs.nl/76340#!page-1936844)
  • 3 lessen voordeze poster, het wordt beoordeeld voor een cijfer.
Belangrijk ! verdeel de taken binnen het groepje (democratisch): 
  1. Informatie zoeken. 
  2. Informatie verwerken (eigen woorden)
  3. Poster tekenen/opmaken.
  4. Leerdoelen per stap beantwoorden.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies