Je immuunsysteem reageert op een bepaald voedingsmiddel (pinda/ koemelk/ eieren).
Slide 6 - Tekstslide
Voedselintolerantie:
Je bent niet in staat een bepaalde voedingsstof af te breken (je mist een enzym) waardoor deze voedingsstof (of het ontbreken van het verteringsproduct) een negatief effect op je lichaam heeft (lactose/ gluten/ pinda/ noten/ schaaldieren/ fructose).
Een enzym is een eiwit. Voor een werkend eiwit heb je een goed gen/ allel nodig in je DNA (dus genetisch!).
Slide 7 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen koemelkallergie en lactose-intolerantie?
Slide 8 - Open vraag
Doel 10.1
Je hebt geleerd waarom gezonde voeding niet voor iedereen hetzelfde is