3.1 online

De Republiek in de Gouden Eeuw

3.1 Amsterdam stapelmarkt van de wereld
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De Republiek in de Gouden Eeuw

3.1 Amsterdam stapelmarkt van de wereld

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun jij uitleggen hoe Amsterdam de stapelmarkt van Europa en welke gevolgen had dat voor de landbouw in de Republiek werd.

Slide 3 - Tekstslide

kenmerkende aspecten

1. Het ontstaan van handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
2. Burgerlijk bestuur en stedelijke cultuur   in Nederland.
3. De wetenschappelijke revolutie.


Welke woorden ken je niet?
ontwikkelingen en verschijnselen die typisch zijn voor deze periode.
Welk KA herken je in deze paragraaf?

Slide 4 - Tekstslide

kenmerkende aspecten

1. Het ontstaan van handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
2. Burgerlijk bestuur en stedelijke cultuur   in Nederland.
3. De wetenschappelijke revolutie.


Welke woorden ken je niet?
ontwikkelingen en verschijnselen die typisch zijn voor deze periode.
Welk KA herken je in deze paragraaf?

Slide 5 - Tekstslide

hoofdvraag: Hoe kon de Republiek uitgroeien tot een van de belangrijkste landen in Europa?
deelvragen:
1. Hoe werd Amsterdam de stapelmarkt van Europa en welke gevolgen had dat voor de landbouw in de Republiek?
2. Waarvoor werd de VOC opgericht en hoe werkte deze handelsmaatschappij?
3. Waar hield de WIC zich mee bezig en waardoor ontstond de trans-Atlantische slavenhandel?
4. Hoe leidde de vrijheid van denken tot meer wetenschap?
5. Hoe kwam de welvaart tot uiting bij de mensen?
Vertel maar

Slide 6 - Tekstslide

De     .....     ontdekten de zeeweg naar Indië. 
Ze voeren om    ....    heen. 
...... ontdekte Amerika. 
Hij deed dat in dienst van de   .....    koning. 
Eigenlijk wilde hij ook naar........  Het ging in beide gevallen om het felbegeerde handelsproduct   ...... Tot dan toe was die handel in handen geweest van   .....   De gebruikten karavaanroutes door het Midden-Oosten en verkochten hun handelswaren aan de schippers uit......., die ze naar Europa brachten.
Arabieren
Kaap de Goede Hoop
Portugezen
Indië
Columbus
Specerijen
Venetië
Spaanse

Slide 7 - Sleepvraag

Leg uit wat wordt bedoeld met 'moedernegotie'

Slide 8 - Open vraag

Leg uit wat Geert Mak bedoelt met deze uitspraak.

Slide 9 - Tekstslide

Oorzaak en gevolg
Om de geschiedenis goed te begrijpen, willen we weten waarom iets gebeurt. Daarbij gebruiken we de begrippen oorzaak en gevolg.
Een oorzaak geeft aan waarom iets gebeurt. De Spanjaarden namen Antwerpen in 1585 in. Deze gebeurtenis werd de oorzaak van de vlucht van duizenden rijke kooplui naar Amsterdam. Die vlucht is dus een gevolg van de inname door de Spanjaarden. Dit gevolg van de inname van Antwerpen werd op zijn beurt de oorzaak van de groei van Amsterdam tot de grootste Europese handelsstad van de zeventiende eeuw.
Er zijn verschillende soorten oorzaken en gevolgen te onderscheiden. Dat de Spanjaarden Antwerpen veroveren, is een politieke of militaire oorzaak. Het vertrek van de handelaren is een economisch gevolg. Dat er ook handelaren zijn die om hun geloof de katholieke Spanjaarden ontvluchten, is een godsdienstige oorzaak.
Oorzaken en gevolgen kun je ook indelen in korte en lange termijn en in bedoeld en onbedoeld. Een van de gevolgen van de rijkdom van de familie Bicker was dat ze zoon Gerard konden laten schilderen. Dat is een gevolg op de langere termijn. Dat gebeurt niet onmiddellijk, maar na enige tijd. Een onbedoeld gevolg van hun rijkdom was misschien dat hij zo dik was.

Slide 10 - Tekstslide

Oorzaak -- > Gevolg
- Bedoelde gevolgen en onbedoelde gevolgen.

-Onbedoelde gevolgen? 
          - Dingen kunnen misgaan (In oorlog wil iedereen winnen)
          - Bijzaken (Engeland wilde alleen geld verdienen)
          - Onbedoelde gevolgen zijn niet persé negatief of slecht. 

Slide 11 - Tekstslide

Oorzaak -- > Gevolg
vb: In 1585 veroverden de Spanjaarden de handelsstad Antwerpen. (oorzaak)                                     
                                   Gevolg 1: Veel rijke handelaren vluchtten naar Amsterdam.                              
                                   Gevolg 2: Amsterdam werd een hele rijke stad door de handel die daar nu                                                                      verder ging.

Is dat een bedoeld of onbedoeld gevolg?

Slide 12 - Tekstslide

Wat is precies een stapelmarkt? En is dat een bedoeld gevolg van de moedernegotie?

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de goede volgorde?
A
stapelmarkt, groei Amsterdam, moedernegotie, , handelskapitalisme
B
moedernegotie, groei Amsterdam, stapelmarkt, handelskapitalisme
C
groei Amsterdam, moedernegotie, stapelmarkt, handelskapitalisme
D
groei Amsterdam, handelskapitalisme, moedernegotie, stapelmarkt

Slide 14 - Quizvraag

Welke motieven hadden deze groepen om naar de Republiek te vluchten?
politiek motief
Economisch motief
Religieus motief
joodse handelaars uit Antwerpen
Franse Protestanten
Protestantse adel uit Vlaanderen
Duitse werkeloze vluchtelingen

Slide 15 - Sleepvraag

De oude Waag op de Dam in Amsterdam. Het water van het Damrak rechts kwam tot hier. 
antwoord
- Op de beurs werd handel gedreven, kon je scheepsruimte huren, een verzekering afsluiten en geld lenen. Ook hoorde je daar de laatste nieuwtjes.
- In de Waag werd alle koopwaar gewogen
Welke gebouwen zie je hier?

Slide 16 - Tekstslide

Leg uit waarom er specialisatie optrad en noem een voorbeeld.

Slide 17 - Open vraag

Verklaar de term 'Gouden Eeuw'.

Slide 18 - Open vraag

Noem 3 dingen die je geleerd hebt.

Slide 19 - Open vraag

Wat vind je nog lastig?

Slide 20 - Open vraag

Aan de slag!

Bestudeer par 3.2 

maak een samenvatting, laat ruimte voor extra aantekeningen.

Slide 21 - Tekstslide