Les 4 - Trans-Atlantische slavenhandel deel 2

Thema 4
Het slavernijverleden van Nederland
Trans-Atlantische slavenhandel deel 2
Les 4
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 4
Het slavernijverleden van Nederland
Trans-Atlantische slavenhandel deel 2
Les 4

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. Hoofdvraag
  2. uitleg: slavenschip Enterprize
  3. Opdracht
  4. Nabespreking
  5. Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Hoe heet dit schip?
Waarvoor gebruikt?
Route?
Wanneer?
Welk land?
welk ka is hier van toepassing?
uitbouw europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden transatlantische slavenhandel (en de opkomst van het abolitionisme)

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdvraag
Wat kun je leren over de Trans-Atlantische slavenhandel uit de bronnen van de Enterprize?

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg

Slide 5 - Tekstslide

Dit is de Enterprize

Slide 6 - Tekstslide

een slavenschip 

Slide 7 - Tekstslide

Het schip was van Thomas Leyland geweest. Een van de belangrijkste slavenhandelaren van de 17e eeuw. Het voer in de Trans-Atlantische slavenhandel. 

Slide 8 - Tekstslide

Het wrak van de Enterprize werd in 1990 gevonden nabij Ierland

Slide 9 - Tekstslide

Het schip is gebruikt om slaafgemaakten van Afrika naar Amerika te brengen. In dat proces mensen van mensen tot bezit te maken. 

Slide 10 - Tekstslide

Ze gingen het schip op als gevangen genomen mensen en kwamen er af als handelswaar in bezit van iemand. 

Slide 11 - Tekstslide

Het schip riep veel interesse op bij historici die allerlei bronnen vonden over het reilen en zijlen op dat schip (en dus de slavenhandel)

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht
In deze opdracht gaan jullie de gevonden bronnen van de Enterprize onderzoeken. Op deze manier leer je meer over de slavenhandel en oefen je met bronnen en vaardigheden. 

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Begin met opdracht 1
- Bekijk de bronnen.
- Pak de Atlantische kaart uit het boekje erbij. 
- Bedenk je wat verteld is over de driehoekshandel. 
- Hoe zou de Enterprize haar gewoonlijke route zijn geweest?
- Teken deze. 

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht
Ga aan de slag met opdracht 2 en 3
- Pak telkens de goede bron erbij.
- Lees deze goed door. 
- Beantwoord de vraag in het boekje
- Maak vraag 1 t/m 4 (als je tijd over hebt:5) 
- Werk samen!
timer
25:00
bron: 5, 6, 7 en de brief

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht
En nu opdracht 3
- Pak de lijst met alle reizen van de Enterprize erbij. (13)
- Bekijk de lijst goed. 
- Beantwoord de vragen
- Werk weer samen!
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Nabespreken
Doornemen antwoorden. 

Slide 17 - Tekstslide

Nabespreken
Opdracht 2
1| Eten: meegenomen om de bemanning (en eventueel slaafgemaakten) te voeden voor de reis. 
gereedschap: om het schip te maken als het kapot ging. 
Rest: als ruilmiddel voor slaafgemaakten.

Slide 18 - Tekstslide

Nabespreken
2| a. Omdat het schip goed verzekerd was en dat er dus een flink bedrag uitbetaald zou worden.(inleg: 25 pond en 6 pence, uitkerin:1100 pond)
 b. Nee, gewone goederen en slaafgemaakten werden door de eigenaar allebei gezien als handelswaar.
c. 444 komen er aan. Vermoedelijk had het schip zo’n 500 slaafgemaakten mee aan het begin van de reis.
 d. 23976 (c ) - 15762 (A) – 500 (D) = 7714 pond winst
e. Een licentie betekend meer afzetgebied en dus meer klanten. Meer klanten betekend meer handel en dus wellicht meer winst dat behaald kan worden.


Slide 19 - Tekstslide

Nabespreken
Opdracht 3
a. 14 januari – 24 maart – iets meer dan twee maanden
b. man: 47% Jonge man: 7.8% Jongen 16% Vrouw 10% Jonge vrouw 8.7% meisje 10%
c. De slavenhandelaren willen ook hun vrouwelijke slaven kwijt en zullen nooit alleem mannen verkopen.
d. Tijdens de reis: ca. 56 / na de reis: ca. 32
e. Anders kost het hem geld, omdat hij de slaaf dan weer mee moet nemen.
f. Werk op de plantage
g. ponden
h. 120.658 pond

Slide 20 - Tekstslide

Nabespreken
Opdracht 4
a. 14 januari – 24 maart – iets meer dan twee maanden
b. man: 47% Jonge man: 7.8% Jongen 16% Vrouw 10% Jonge vrouw 8.7% meisje 10%
c. De slavenhandelaren willen ook hun vrouwelijke slaven kwijt en zullen nooit alleem mannen verkopen.
d. Tijdens de reis: ca. 56 / na de reis: ca. 32
e. Anders kost het hem geld, omdat hij de slaaf dan weer mee moet nemen.
f. Werk op de plantage
g. ponden
h. 120.658 pond

Slide 21 - Tekstslide

Hoofdvraag
Wat kun je leren over de Trans-Atlantische slavenhandel uit de bronnen van de Enterprize?

Slide 22 - Tekstslide

Afsluiting
  • Wat heb je vandaag geleerd?
  • Zijn er nog vragen?

Huiswerk
-Lezen paragraaf 4 (blz 5 en 6)
- Schrijf 3 hoofdzaken uit paragraaf 4 op.


Slide 23 - Tekstslide