Melkveemanagement - les 2

Melkveemanagement - les 2
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
MelkveehouderijMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Melkveemanagement - les 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
Herhalen vorige week

Snelzicht - verder


Denk aan je BPV opdracht!! Neem de MPR mee naar de les!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kort herhalen vorige les

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit wat lactatiewaarde betekend. Gebruik desnoods een voorbeeld.

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Snelzicht - Dairy Campus

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelzicht - Dairy Campus
Vetgehalte --> daalt bij 61-120 --> teken van? 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vetgehalte
Afbraak celwanden --> verkorte vetzuren (azijnzuur, boterzuur, propionzuur) 

Azijnzuur en boterzuur --> Vetten

Hoe meer structuur in het voer hoe hoger het gehalte aan vet

Gemiddeld: 4,40

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vetgehalte
Hoog vetgehalte 0-60 dagen en daarna een daling --> 
NEB is over. 

Eerst maakte ze veel lichaamsvet vrij voor energievoorziening --> zag je terug in de melk door hoog vet

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelzicht - Dairy Campus
Lactose

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lactose
Afbraak celwanden --> Propionzuur --> melksuiker/lactose

Lactose bind aan water --> dus meer lactose = meer melk 

Pens --> propionzuur en onbestendig zetmeel --> wordt glucose --> in de uier --> lactose
Bestendig zetmeel --> glucose --> ook uier --> lactose

Streven: 4,60%


Slide 10 - Tekstslide

https://www.vakbladelite.nl/partner/het-lactosegehalte-in-melk/#:~:text=Op%20pensniveau%20wordt%20glucose%20gevormd,het%20uier%20omgezet%20in%20lactose.

Op de uitslag van de melkcontrole en het tankmelk onderzoek wordt het lactosegehalte vermeld. Lactose, oftewel melksuiker, wordt niet meer door elke melkfabriek uitbetaald, maar wat kunnen we met deze data?
Een normaal tankmelkgehalte ligt rond de 4,60 procent lactose. De waarde schommelt meestal tussen 4,40 en 4,70. Onder normale omstandigheden moet het lactose gehalte in de melk constant zijn.
De efficiëntie van lactose voor productie is afhankelijk van het lactatiestadium en het aanbod (hoeveelheid). Aan het begin van de lactatie is het lactose gehalte in de melk van een koe doorgaans wat hoger dan aan het eind. Daarnaast hebben vaarzen meestal een hoger lactosegehalte in de melk dan oudere koeien.
De hoeveelheid lactose bepaalt de melkproductie. Zowel voeding op pensniveau als op darmniveau hebben invloed op het lactosegehalte. Op pensniveau wordt glucose gevormd uit propionzuur en onbestendig zetmeel. Propionzuur dat in de pens o.a. vrij komt bij de afbraak van zetmeel, gaat via de penswand en het bloed naar de lever. De glucose wordt vervolgens in het uier omgezet in lactose. Op darmniveau wordt bestendig zetmeel afgebroken naar glucose, dit wordt voor een gedeelte in het uier omgezet naar lactose.
Lactosegehalte in melk verlaagd
Een tekort aan bestendig zetmeel in het rantsoen kan een verlaagd lactose gehalte geven. Vooral door minder glucoseproductie op darmniveau.
Een hoog celwandgehalte (ruwe celstof) in rantsoenen geeft ook een lager lactosegehalte. Als de pens fermentatie te traag is, daalt de productie van propionzuur, daardoor daalt de lactose productie met als gevolg een dalende melkproductie.
Een belangrijke oorzaak van een laag lactosegehalte zijn, ontstekingen. Een ontsteking in uier, baarmoeder of klauw, zorgt ervoor dat het afweersysteem aan gaat. Het afweersysteem van koeien is een grote energieverslinder, waardoor er minder glucose en lactose beschikbaar is voor melkproductie.
Bij een hoog celgetal door uierontsteking, komen er zouten vrij in de melk, dit verlaagd de lactosegehalte in de melk.
Lactosegehalte stimuleren
Een hoog suiker en zetmeelgehalte (glucogene energie) in rantsoenen geeft een verhoogd lactosegehalte, mits er geen pensverzuring optreedt.
Voor de vorming van lactose in melk, maar ook voor de vorming van melkvet, is veel energie nodig. Daarom wordt de som van melkvet en het lactose percentage ook wel eens als maatstaf gebruikt voor de energievoorziening. Een vuistregel die hiervoor gebruikt wordt is, dat het percentage vet en lactose opgeteld tussen de 9.0 en 9.2 moet zijn.
Hoog productieve koeien hebben een hoge behoefte aan glucose. Een ruime krachtvoer / ruwvoer- verhouding geeft een hoger lactose gehalte in de melk dan krachtvoer- arme rantsoenen.
Een goede voeropname is positief voor het lactosegehalte. Voor een goede opname is goed verteerbaar en smakelijk voer nodig. Een hoge VEM- opname werkt positief door in het lactose gehalte. Elke 1000 VEM meer of minder opname geeft een lactose verhoging of verlaging van 0,02%. Dit geldt eveneens voor elke kg drogestof opname meer of minder.
Vooral bij te natte melkzuurrijke kuilen, valt het vaak niet mee om voldoende drogestof in een koe te krijgen. Daarnaast kan een koe kan alleen de energie uit melkzuur benutten als het eerst wordt omgezet in propionzuur. Melkzuur kan de penswand namelijk moeilijk passeren. In een product als Diamond V stimuleert de pensbacteriën, zoals de lactaatgebruikers. Deze ondersteunen het omzetten van melkzuur naar propionzuur. Doordat dit proces sneller en beter verloopt, beschikt een koe eerder over de energie uit melkzuur en wordt de kans op pensverzuring kleiner.
Lactose
Tekort aan bestendigzetmeel --> verlaagde lactose

Hoog RC --> lager lactose --> je hebt juist meer azijnzuur en boterzuur door structuur, maar minder propionzuur --> verlaagd lactose en dus minder melk.

Laag lactose kan ook door ontstekingen --> afweer kost veel energie --> minder glucose beschikbaar om lactose van te maken in de uier.

Bij hoog celgetal door uierontsteking, komen zouten (natrium) in de melk --> dit verlaagd ook het lactosegehalte. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vet - lactose
De som van vet + lactose wordt gebruikt als maatstaf voor de energievoorziening --> Moet samen 9.0-9.2 zijn

Hoe is dat hier? 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelzicht - Dairy Campus
Ureum --> wat zegt dit?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ureum
Benutting van eiwit in het lichaam

Pens: 
bacteriën hebben energie nodig om eiwit om te zetten in NH3 --> weer andere pensbacteriën zetten dit om in microbieel eiwit. 
Wat niet omgezet kan wordekomt in bloed --> lever --> ureum --> via uier, mest en melk er uit

Omzetting van NH3 naar ureum kost veel energie in de lever, wil je dus voorkomen!




Slide 14 - Tekstslide

https://mijnrantsoenwijzer.nl/ureum-gehalte-optimaliseren/
Ureum
Ureum hoog - eiwit laag --> het gevoerde eiwit wordt onvoldoende benut of er is een overmaat van eiwit--> eventueel pensenergie voeren, of minder eiwit

Laag ureum --> of te weinig eiwit, of te weinig energie voor de pensbacteriën om microbieel eiwit te maken. 

Slide 15 - Tekstslide

https://mijnrantsoenwijzer.nl/ureum-gehalte-optimaliseren/
Ureum
Ureumgehalten lager dan 15 --> negatief effect op de melkeiwitproductie --> te weinig eiwit in voer 

Hogere ureumgehalten (> 30) +  hoog eiwitgehalte --> overmaat aan ruw eiwit

Hoog ureumgehalte + laag melkeiwitgehalte --> voereiwit onvoldoende benut. RE te hoog en te weinig energie voor pensbacteriën om microbieel eiwit te maken. 

Slide 16 - Tekstslide

https://mijnrantsoenwijzer.nl/ureum-gehalte-optimaliseren/
Snelzicht - Dairy Campus
Lactatiewaarde - al besproken --> %
Gemiddeld: 100%

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelzicht - Dairy Campus
Netto opbrengst

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Netto opbrengst
Berekend door de gerealiseerde of voorspelde lactatieproductie van kilogrammen vet, eiwit en lactose te vermenigvuldigen met een economische waarde voor deze componenten.

De economische waarde wordt berekend als de gestandaardiseerde opbrengsten van vet, eiwit en lactose verminderd met de berekende voerkosten.

Inzicht in het rendement van een lactatie en maakt lactaties binnen een bedrijf vergelijkbaar

De voorspelde gemiddelde 305-dagen productie voor vet, eiwit en lactose van de aanwezige koeien wordt gecorrigeerd naar die van een volwassen koe (6 jaar, 50 dagen gekalfd in feb-maart)




Slide 19 - Tekstslide

https://mijnrantsoenwijzer.nl/ureum-gehalte-optimaliseren/
Netto opbrengst
Alle koeien, ook droge, worden meegenomen

Normatieve voerkosten --> voor ieder bedrijf hetzelfde.

Ook een normatieve melkprijs --> ook kg vet, eiwit en lactose worden meegenomen

Bedrag in euro's melkgeld per 305 dagen per koe

Niet vergelijkbaar met het kengetal melkgeldvoerkosten uit de bedrijfseconomische boekhouding.

Slide 20 - Tekstslide

https://crv4all.nl/nl/news/crv-actualiseert-berekening-kerngetallen
Netto opbrengst
De Netto Opbrengst (NO) wordt voor iedere koe na elke monstername berekend door de gerealiseerde of voorspelde lactatieproductie van kilogrammen vet, eiwit en lactose te vermenigvuldigen met een economische waarde voor deze componenten. Om de NO van individuele koeien eerlijk te kunnen vergelijken wordt de productie gecorrigeerd voor het seizoen van afkalven, de leeftijd bij afkalven en de (verwachte) tussenkalftijd. De economische waarde wordt berekend als de gestandaardiseerde opbrengsten van vet, eiwit en lactose verminderd met de berekende voerkosten. De NO geeft dus inzicht in het rendement van een lactatie en maakt lactaties binnen een bedrijf vergelijkbaar. Op de MPR-uitslag worden naast een NO per dier ook een bedrijfsgemiddelde en gemiddelde NO’s voor verschillende groepen gepubliceerd.

Slide 21 - Tekstslide

https://mijnrantsoenwijzer.nl/ureum-gehalte-optimaliseren/
Snelzicht - Dairy Campus
BSK = bedrijfsstandaard koe

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ISK
Individuele Standaardkoe (ISK) --> van iedere individuele koe de dagproductie in kilogrammen melk weer op de dag van monstername.

Melkgift omgerekend naar de productie die het dier zou hebben gerealiseerd op 50 dagen in lactatie, na afkalven in februari of maart op een leeftijd van 69 tot 92 maanden. 

Door de correctie voor leeftijd, seizoen van afkalven en lactatiestadium is de ISK van verschillende monsternames vergelijkbaar. 

BSK --> Alle ISK's/aantal koeien 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ISK/BSK
BSK --> Alle ISK's/aantal koeien 

Schommelingen opsporen --> meer dan 3 punten verschil = actie!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rollend jaargemiddelde
Van alle bekende monsternames over de periode van het afgelopen jaar de totale dagproductie van het bedrijf (kg melk, vet, eiwit) bij elkaar opgeteld --> gedeeld door het aantal melkkoeien én droge koeien



Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelzicht - Dairy Campus
Nog vragen over dit deel? 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies