De Filmfabriek, gr 7/8, les 4 Acteren

GROEP 7/8
LES 4: Acteren

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
MediawijsheidBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Introductie

De les van vandaag gaat over acteren. En ook vandaag weer de twee onderdelen: We laten zien hoe het gaat in de filmwereld én de leerlingen gaan zelf aan de slag met het acteren. De LessonUp leidt je door de les heen. Het eerste onderdeel – waarbij beroepsacteurs aangeven waar je op moet letten bij het acteren in een film – is het beste klassikaal te doen. Maar voor het tweede deel – zelf aan de slag gaan met acteren - is het aan te bevelen om in groepen de opdrachten uit te voeren. Groepen van ongeveer zes leerlingen. Voordeel is dat dit de deelname van de leerlingen verhoogt. We stelden al bij de eerste les (het maken van het verhaal) het groepswerk aan de orde en het zal later nog terug komen bij de lessen ‘film maken’ en ‘montage’. Werken in subgroepen heeft veel voordelen. Het verhoogt betrokkenheid van de leerlingen. Twee zaken om op te letten bij deze les: 1. spelen in een film is zogenaamd ‘klein spel’. Geen overdreven gebaren. Het draait om subtiel spelen. 2. bij een instructiefilmpje zien we ‘Take 7’. Goed om aan de kinderen uit te leggen dat je soms meerdere shots moet maken. Soms omdat een shot niet goed is, soms om vanuit een ander kader te filmen. Zodat de editor kan kiezen uit verschillende takes. (shot camera aan & uit) meerdere van dezelfde shots noem je takes!

Instructies

Benodigdheden: 
LessonUp-les ‘De Filmfabriek, gr 7/8, les 4’
Tablets/iPads met camera (één per zes leerlingen)
werkblad rolverdeling 

Lesopbouw:
Klassikaal: Verkenning: inhoud en introductie;
Klassikaal: Informatie over en voorbeelden van acteren 
Klassikaal: oefenen van drietal korte scenes met nadruk op verschil tussen toneel en film;
Klassikaal: informatie over wat auditie inhoudt 

Opdracht: 
Auditie filmpje maken en rollen en taken verdelen bij maken van eigen verhaal en spelen van een scene uit eigen verhaal

Klassikaal afsluiting: groepen tonen scene uit hun verhaal en bespreking van emoties van de personages 

Voorbereiding: 
Bekijk de bijbehorende LessonUp-les en zet deze voor aanvang van de les klaar op het digibord. Zet ‘devices in de klas’ uit. Zorg ervoor dat de tablets/iPads opgeladen zijn. 

Leerdoelen:
1. Neemt een voorbeeld van een professionele maker, of de directe belevingswereld of actualiteit als uitgangspunt voor een eigen filmidee (non-fictie). 
2. Kiest bij het samenwerken op basis van persoonlijke voorkeur een rol in het productieproces.
3. Benoemt goede punten en verbeterpunten in eigen werk en proces.

Aan het einde van de les weten de leerlingen hoe een filmauditie verloopt en kennen ze de begrippen ‘casting’ en ‘castingdirector’. Tevens kunnen ze een personage uit het eigen filmverhaal spelen en gebruiken daarbij hun gezicht, stem en lichaam. De leerlingen kennen de basisprincipes van het filmacteren.  

Verkenning
Vandaag gaan we personages oefenen en het eigen verhaal acteren.

Informatie: auditie
Vertel dat een acteur (man) of actrice (vrouw) vaak auditie (sollicitatie) moet doen om een bepaalde rol te krijgen. In de filmwereld heet zo’n auditie een ‘casting’. Degene die de casting (dus de auditie) regelt, heet de ‘castingdirector’. Deze bepaalt samen met o.a. de regisseur van de film wie welke rol krijgt. Er wordt gekeken naar het uiterlijk (wat voor type past bij de rol?) en uiteraard hoe goed iemand kan acteren. 

Opdracht: 1 
Speel een korte scène uit jullie filmverhaal die je kunt spelen in de klas. Verdeel de rollen en speel deze scène eerst zoals je deze zou spelen op het toneel. Maak het spel groot, overdreven en met veel gebaren. Laat de camerapersoon dit filmen. 

Opdracht: 2 
Speel dezelfde scène nog een keer, maar dan klein, niet te overdreven, zonder veel gebaren. De camerapersoon maakt precies dezelfde shots. Bekijk beide scènes en beoordeel zelf welke je het best vindt. 

Opdracht: 3
Verdeel de groep in groepjes van zes. Geef ze allemaal een I pad mee en laat ze allemaal een casting filmpje maken. Om beurten staan ze achter en voor de camera. 

1. Naam
2. Leeftijd
3. Broertjes en zusjes
4. Hobby’s
5. Stukje tekst uit de eigen film acteren

Tips voor acteren
Denk aan iets wat je zelf echt hebt meegemaakt, om je rol met meer overtuiging te kunnen spelen. Blijf jezelf.  Op het toneel moet je overdrijven, zodat de achterste bezoekers in de zaal de mimiek van de acteur goed kunnen zien. Filmacteurs moeten juist niet overdrijven, omdat een camera de mimiek van acteurs goed kan vastleggen (o.a. door het gebruik van een close-up).  Kijk tijdens het acteren niet in de camera.  Let bij het acteren op je mimiek (gezichtsuitdrukking), houding (lichaam) en stem. Als een regisseur ‘actie’ zegt, mag je beginnen met acteren. ‘Cut’ betekent stoppen.  

Afsluiting: emoties en personages bespreken
Bespreek welke emotie en/of welk personage het moeilijkste is om te spelen. En welke vinden de leerlingen het leukst om te spelen? Hoe komt dat?


Onderdelen in deze les

GROEP 7/8
LES 4: Acteren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 2
Storyboard/Script
Les 1
Verhaal
Les 8
Montage
Les 4
Acteren
Les 3
Art direction
Les 5
Reklame
Les 6
Geluid & Muziek
Les 7
Filmen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag
Informatie
Opdracht
Kijk
Benodigdheden
Tip

Slide 3 - Tekstslide

Als er een icoon op een slide staat dan kun je daar op klikken. Er zijn buttons met vragen, maar ook buttons met informatie, of kijk-, schijf-en tekenopdrachten.
In de volgende slide gaat Sosha je iets vertellen over acteren!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

vraag
Waar kunnen acteurs mee spelen?

Slide 6 - Tekstslide

Antwoord:
Acteurs spelen met hun gezicht! Acteurs spelen met hun stem! Acteurs spelen met hun lichaam!
Dit is Bobby Mulder, zij is acteur. Herkennen jullie haar? Welke tips deelt Bobby met jullie?
Kijk naar de film over acteren.

Slide 7 - Tekstslide

Oussama Ahammoud is acteur. Hij vertelt jullie wat geloofwaardig acteren is. En.....hij geeft drie gouden tips die belangrijk zijn bij acteren en bij acteur worden. 

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke tips?

Slide 9 - Tekstslide

Tip 1
Brutaal zijn
Tip 2
Geconcentreerd zijn!
Tip 3
Geloven in jezelf!

Welke tip vinden de leerlingen goed? En waarom?
Opdracht 1
We gaan spelen oefenen met acteren.  Uit het verhaal wat jullie hebben gemaakt in les 1 bedenk je een aantal zinnen. Zie voorbeeld van het script uit les 1. Deze zinnen ga je spelen.

Verdeel de rollen en speel deze scène eerst zoals je deze zou spelen op het toneel. Maak het spel groot, overdreven en met veel gebaren. Laat de camerapersoon dit filmen. 


Opdracht 2
Speel dezelfde scène nog een keer, maar dan klein, niet te overdreven, zonder veel gebaren. De camerapersoon maakt precies dezelfde shots. Bekijk beide scènes en beoordeel zelf welke je het best vindt. 


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een shot en een take?

Slide 12 - Tekstslide

Zet je een camera aan en zet je de camera weer uit dan heb je een shot. Soms schiet een acteur in de lach, of struikelt een acteur over zijn tekst. Dan maak je zo'n shot nog een keer. Dat noem je dan een take! Soms heb je wel 10 takes nodig voordat de regisseur tevreden is over het shot! Het kan ook gebeuren dan je een shot op verschillende manieren wilt hebben. Bijvoorbeeld een close up of een totaal. De editor, degene die de film monteert, dan dan kiezen welk shot het beste past in de film.
Als je graag mee wilt spelen in een film ga je solliciteren. Dat doe je met een casting-filmpje. Denkt de casting director dat je geschikt bent voor een bepaalde rol dan mag je op auditie komen.

CV
Dit is een overzicht met persoonlijke gegevens en werkervaring.
Headshot
Dit is een foto van het hoofd. De castingdirector en regisseur kunnen daardoor zien wat voor type je bent. 
Filmpje
In het selfie-filmpje (mediumshot) vertelt de acteur persoonlijke informatie en laat hij of zij zien hoe goed hij/zij kan acteren.  
Tijdens een auditie komen er meerdere acteurs. Deze worden allemaal gefilmd en ze gaan met verschillende acteurs een scène spelen. Na afloop van de audities wordt er door de regisseur en de casting director gekozen tussen de verschillende acteurs. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Casting
Acteurs (mannen) en actrices (vrouwen) moeten vaak auditie doen voor een bepaalde (hoofd)rol. In de filmwereld heet die auditie 'casting'. 
Castingdirector
Degene die de casting (de auditie) regelt heet de 'casting director'. 
Rolverdeling
Uiteindelijk bepaalt de regisseur van de film samen met o.a. de casting director wie welke rol krijgt. Er wordt gekeken naar het uiterlijk (wat voor type past bij de rol?) en uiteraard hoe goed iemand acteert.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de volgende slide, vertellen Rein en Nikita over casting en vertelt Elisabeth Hezemans (Casting Director) wat zij precies doet.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Auditie Film
Wat moet er in een auditiefilmpje aan bod komen?
Broers en Zussen
Naam
Leeftijd
Hobby's
Nodig:
I pads of mobiele telefoons

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3
Iedereen maakt een auditie filmpje waarin je het volgende benoemd:
1.  Naam
2. Leeftijd
3. Broertjes en zusjes
4. Hobbys
5. 3 zinnen uit  jullie verhaal

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
20:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedroefd
Blij
Bang

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als het goed is is jullie verhaal klaar.  Jullie verhaal heeft een begin, een midden en een eind. Nu wordt het tijd om de rollen, de acteurs van de film te gaan verdelen. Het is handig om hier stokjes met namen voor te nemen. Zo heeft iedereen dezelfde kans om een rol in de film te spelen. De meester of juf zegt welke rol verdeelt wordt en trekt dan een stokje met een naam.

PS: je mag een rol weigeren, als je het niet leuk vind om voor de camera te acteren.
Je heb een cast, dat zijn de acteurs. Maar er bestaat ook zoiets als een crew. De acteur staan voor de camera, maar de crew is ook ontzettend belangrijk. De crew zorgt er voor dat alles voor de film gemaakt wordt. De crew is bijvoorbeeld de cameraman-vrouw, of de regisseur, of de editor die de shots aan elkaar verbindt. 
Cast
Crew

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees het filmverhaal door. 

Bedenk zelf hoe jouw personage loopt en spreekt, en welke emotie bij het personage past. 

Oefen klassikaal of in groepjes het filmverhaal of een scène. Bekijk na elke scène wat beter kan. Denk aan de mimiek (gezichtsuitdrukking), houding (lichaam) en stem. 

Bepaal wie welke scène gaat opnemen. Laat deze cameramannen/-vrouwen alvast de scènes filmen, zodat zij kunnen oefenen. Let op; acteurs mogen niet in de camera kijken!
1.

2.

4.

3.

Het verhaal is klaar,  de rollen en taken zijn verdeeld,  jullie gaan stukjes oefenen. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tip 1
Blijf jezelf: Denk aan iets wat je zelf echt hebt meegemaakt, om je rol met meer overtuiging te kunnen spelen. Blijf jezelf. 
Tip 4
Filmacteurs hoeven niet te overdrijven. De camera kan de mimiek van acteurs goed kan vastleggen (o.a. door het gebruik van een close-up). 
Tip 2
Kijk tijdens het acteren niet in de camera. 
Tip 3
Let bij het acteren op je mimiek (gezichtsuitdrukking), houding (lichaam) en stem. Praat luid, duidelijk en vooral niet te snel.
Tip 5
Als een regisseur ‘actie’ zegt, mag je beginnen met acteren. ‘Cut’ betekent stoppen.  Je mag pas stoppen met spelen als de regisseur het zegt. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Bekijk in de klas de verschillende filmpjes. 


Slide 25 - Tekstslide

Bespreek met de leerlingen:

1. Welke emotie en/of welk personage was lastig om te spelen? 
2. En wat was het leukst om te acteren? 
3. Waarom? Hoe komt dat?
Gemaakt door: 







Gefinancierd door:
Met dank aan:

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies