les9 Samenstellingen koppelteken+tussenletters

Welkom!
Nederlands is mijn goedste vak
Dat had je niet gedenkt he?
Ik heb alles opgezoekt
en in mijn schrift geschrijft.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nederlands is mijn goedste vak
Dat had je niet gedenkt he?
Ik heb alles opgezoekt
en in mijn schrift geschrijft.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Regels tijdens de les 
  • Geen telefoons (behalve wanneer ik het zeg): ook niet op tafel, want dan neem ik ze in en kan je ‘m pas om 17:00 ophalen.
  • Geen huiswerk: verwijdering uit de les, e-mail naar ouders
  •  Geen spullen: verwijdering uit de les, e-mail naar ouders
  •  Brutaal en verwijdering uit de les, onacceptabel nakomen gedrag: e-mail naar ouders en nakomen

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Instructie 
- Aan het werk
- Evaluatie

Slide 4 - Tekstslide

LESDOEL

- ik weet wat hoe je samenstellingen moet schrijven met koppelteken en tussenletters. 


Slide 5 - Tekstslide

Samenstellingen 
Als het kan, schrijf je de woorden gewoon aan elkaar. Dit kan alleen als er dan geen problemen zijn met lezen of uitspreken van het woord.
Bijvoorbeeld:
Rugzak
Maximumsnelheid
Badkamerdeur

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Koppelteken
Als er wel problemen zijn met het lezen of uitspreken van een woord, kun je een koppelteken gebruiken. 
Dit is bijvoorbeeld zo als er door het samenstellen van twee klinkers, een andere klank ontstaat.
Bijvoorbeeld:
Na-apen
Mini-emmer

Slide 8 - Tekstslide

Koppelteken
Je gebruikt ook een koppelteken bij een samenstelling met een afkorting, aparte letter of symbool.
Bijvoorbeeld:
Dvd-speler
%-teken
Tussen-s

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 1 over het koppelteken op het blaadje 
timer
3:00

Slide 10 - Tekstslide

Tussenletters
Tussen de woorden van een samenstelling gebruik je vaak extra letters, dit zijn tussenletters.
Om te weten welke tussenletters je gebruikt, moet je het eerste woord eerst in meervoud zetten.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Tussenletters
Eindigt het eerste deel in het meervoud op -en of -n, maar nooit op -s, dan krijgt het woord in een samenstelling de tussenletters -en of -n.
Bijvoorbeeld:
Tandenborstel
Kattenkruid
Enveloppenverpakking

Slide 13 - Tekstslide

Tussenletters
Kun je het eerste deel van het woord in het meervoud zowel met -(e)n als met -s schrijven, dan gebruik je de tussenletter -e.
Bijvoorbeeld:
Vitaminepillen (vitaminen/vitamines)
Secondewijzer (seconden/secondes)
Groentesoep (groenten/groentes)

Slide 14 - Tekstslide

Tussenletters
Eindigt het meervoud van het eerste deel van het woord op -eren, dan schrijf je in de samenstelling -er
Bijvoorbeeld:
Kinderfeest (kinderen) 
Rundersalade (runderen)

Slide 15 - Tekstslide

Tussenletters
Als het eerste deel van de samenstelling verwijst naar iets dat uniek is, schrijf je geen -en, maar alleen een -e
Bijvoorbeeld:
Zonnebloem
Koninginnedag

Slide 16 - Tekstslide

Tussenletters
Ook als het eerste gedeelte van de samenstelling geen meervoud heeft, schrijf je geen -en, maar alleen een -e
Bijvoorbeeld:
Roggebrood
Rijstepap

Slide 17 - Tekstslide

Tussenletters
Als het eerste gedeelte nauwelijks meer als woord te herkennen is of niet meer letterlijk opgevat kan worden , schrijf je geen -en, maar alleen een -e. Dit is vaak zo bij uitdrukkingen.
Bijvoorbeeld:
Bakkebaard
Spillepoot

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Tussenletters
Je schrijft een tussenletter -s, als je deze hoort in de uitspraak van het woord.
Bijvoorbeeld:
Bakkersroom
Streepjescode
Verlovingsring


Slide 20 - Tekstslide

Tussenletters
Als het tweede gedeelte van de samenstelling met een -s begint, kun je de tussen-s niet meer horen. Vergelijk de samenstelling dan met een andere samenstelling, die met hetzelfde woord begint.
Bijvoorbeeld:
Stationsstraat (stations-plein)
Dorpsschool (dorps-raad)


Slide 21 - Tekstslide

De hoofdregels
1. Eindigt het meervoud van het zelfstandig naamwoord op -en?
Rozengeur, paardenbloem 
2. ZNW met meervoud op -es? -> e
Horlogezaak, aspergesoep
3. ZNW met meervoud op -en en -es? ->  e 
Groentesoep, secondelijm
4. Linkergedeelte geen zelfstandig naamwoord of een uitdrukking -> -e
goedemorgen, bolleboos, beresterk



Slide 22 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 2 over tussenletters op het blaadje 
timer
3:00

Slide 23 - Tekstslide