Blok 4 - Poëzie

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
- www.gespeld.nl - opdracht van 24 maart 2022
- Herhaling poëzie blok 2 (beeldspraak) & 3 (stijlfiguren)
- Eindrijm
- Rijmschema's
- Volrijm/ halfrijm
- Learnbeat 4.1 C Poëzie 

Slide 2 - Tekstslide

Poëzie

Slide 3 - Woordweb

Stijlfiguren
Beeldspraak
Opsommming
Herhaling
Tegenstelling
Paradox
Overdrijving
Eufemisme
Overdrijving
Understatement
Ironie
Sarcasme
Figuurlijk taalgebruik
Vergelijking met als
Vergelijking zonder als
Personificatie
Metafoor

Slide 4 - Sleepvraag

Een dichter kan op verschillende manieren woorden in een gedicht laten rijmen:

Binnenrijm - rijmende woorden die in dezelfde versregel staan.

Eindrijm - Rijmende woorden aan het eind van versregels.

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld binnenrijm:

Diep van kleur is de geur van
wilde tijm met binnenrijm.
Het klinkt en blinkt als zon en
maan die aan de hemel staan.

Bron: binnenrijm.nl

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld eindrijm:
Voetbal
Met je team lekker rennen over heel het veld
Als je het winnende doelpunt maakt, voel je je een held
Dribbelen, Pasen , schieten en scoren.
Dat zijn dingen die bij voetbal horen.
Je kunt kampioen worden maar vaak word je het niet.
Als je het niet wordt, toon dan maar geen verdriet.
Want dat is helemaal niet nodig je hebt je best gedaan,
En de onsportieve spelers kan je lachend uit de weg gaan.
Voetbal is een spel voor jong en voor oud.
En als je op voetbal zit is het belangrijkste :
Dat je van voetbal houdt!                             (Bron: www.1001dichten.nl)

Slide 7 - Tekstslide

Halfrijm en volrijm

Volrijm: de beklemtoonde letter en de eropvolgende klanken van rijmwoorden zijn hetzelfde

Halfrijm: alleen de klinkers of de medeklinker rijmen.
Assonantie: alleen de klinkers rijmen
Alliteratie: de beginmedeklinkers van de woorden zijn hetzelfde



Slide 8 - Tekstslide

Als eindrijm een bepaald patroon heeft, noem je dat een rijmschema:

Gepaard rijm: AA BB CC

Gekruist rijm:        A B A B

Omarmend rijm:  A BB A



Slide 9 - Tekstslide

Gepaard rijm
Komt hier het eerste woord te staan (a)
Dan loopt het rijm er achteraan (a)
En daarna komt een ander woord (b)
Waar ook meteen een rijm bij hoort (b)

Slide 10 - Tekstslide

Gekruist rijm
Ze kruizen zich niet echt  (a)
Ze lopen in de rij (b)
Toch wordt dat zo gezegd (a)
En niet alleen door mij (b)

Slide 11 - Tekstslide

Omarmend rijm
Twee zinnen met nog twee ertussen (a)
Zin twee en drie die zich hier warmen (b)
Aan één en vier die hen omarmen (b)
Alleen omarmen hoor, niet kussen (a)

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het rijmschema in het volgende gedichtje?

Ga mee naar de avonturen van vandaag,
lekker dromen over alles doe ik zo graag,
ooit houdt het avontuur een keer op,
daarom beleef ik mijn dagen tot uit den top,
A
Gepaard rijm
B
Gekruist rijm
C
Omarmend rijm

Slide 13 - Quizvraag

Het geheim van een dichter is niet zo groot.
Hij verstopt het gewoon waar hij wil.
Het vliegt als een vogel of vaart op een boot
maar houdt zich verschrikkelijk stil.
A
Volrijm
B
Volrijm en halfrijm (alliteratie)
C
Volrijm en halfrijm (assonatie)

Slide 14 - Quizvraag

Volrijm of halfrijm?

Ze zijn er als ik wakker word,
de platte, zwarte mannen.
A
Volrijm
B
Halfrijm (alliteratie)
C
Halfrijm (assonantie)

Slide 15 - Quizvraag

Volrijm of halfrijm?

Liesje leerde Lotje lopen, langs de Lange Lindenlaan.
Maar toen Lotje niet wou lopen, zijn ze maar naar huis gegaan.
A
Volrijm
B
Halfrijm
C
Volrijm en halfrijm (alliteratie)
D
Volrijm en halfrijm (assonantie)

Slide 16 - Quizvraag

Aan de slag:

Bedenk een onderwerp en wat je wilt vertellen.
Rijmwoorden zoeken

  • 5 minuten oefenen

  • 10 minuten uitwerken

  • voordragen

Klaar?
Learnbeat 4.1C Poëzie

Slide 17 - Tekstslide