Short yes/no answers - Korte ja/nee antwoorden

lesinhoud
Past Simple
Korte ja/nee antwoorden(10min)

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

lesinhoud
Past Simple
Korte ja/nee antwoorden(10min)

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  •  You can ask / answer questions in a polite way
  •   

Slide 2 - Tekstslide

Fill in the Past tense:
1.   Last weekend we _____ (eat) hamburgers.
2.  Grandma _____ (bake) a cake this afternoon.
3.   Adele _____ (sing) this song last year.
4.   Yesterday he _____ (clean) his room.
5.   A week ago they _____ (go) to Manchester.
6.   When I was young, I _____ (play) with Lego.
7.   He _____ (swim) in the Indian Ocean.

Slide 3 - Tekstslide

Answers:
1.  ate
2. baked
3.  sang
4.  cleaned
5.  went
6.  played
7.   swam

Slide 4 - Tekstslide

Short yes/no answers

In het Engels is het heel onbeleefd om zomaar "ja" of "nee" te antwoorden als iemand je een vraag stelt.

Daarom herhalen we een deel van de vraag in ons antwoord.

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg

Na ja of nee herhaal je het onderwerp en het eerste werkwoord uit de vraagzin.


JA/NEE + ONDERWERP+WERKWOORD(+not)

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden

Did she go to school yesterday? 
- Yes, she did.
- No, she didn't.

Do they live here?

-Yes, they do

-No they don't



Slide 7 - Tekstslide

Let op!


*** Bij 'you' in een vraag gebruik je 'I' in het antwoord.

Are you interested in comic books?
- Yes, I am. - No, I am not.
Do you like me his new car ?
- Yes, I do.
- No, I don't.


Slide 8 - Tekstslide

Let op!

*** Als het antwoord met 'NO' begint, dan zet je not achter het werkwoord.


Could he help me with my homework?
- Yes, he could.
- No, he couldn't.

Slide 9 - Tekstslide

In het kort

Een ja/nee antwoord in het Engels ziet er als volgt uit:
- Yes/No - onderwerp - werkwoord (+ not).


*Zie je 'you' in de vraag, dan gebruik je 'I' in jouw antwoord.
*Begint jouw antwoord met No, dan zet je ''not'' achter het werkwoord.

Slide 10 - Tekstslide

Work on your own, in silence
What: WB p. 14/15 exercise 12 and 13
How? use grammar TB p.11
Help? the teacher
Time? 10 minutes
Done? Study  irregular verbs (van je lijstje p.156)
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Ga naar GoFormative

Code: P8ZQV6
Short answers

Slide 12 - Tekstslide

Can: Als je wilt zeggen dat iets mag of niet mag

* Could: als je wilt vragen of iets mag. Deze vorm is de beleefde vorm


Can('t)/could
Als iets niet is toegestaan volgens de regels. Soms zelfs de wet.

* You are not allowed to smoke in a restaurant
* Is she allowed to skip 

to be allowed to+ hele ww
(am/is/are)

Slide 13 - Tekstslide

WB p.15/16; opdr.14+15
Extra uitleg: TB p.11 (Hulpwerkwoorden)
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Well done!


Slide 15 - Tekstslide

or iPad


without permission

Slide 16 - Tekstslide

Wat ging goed tijdens het oefenen?

Slide 17 - Open vraag

Wat ging nog niet goed tijdens het oefenen?

Slide 18 - Open vraag