3 De tijd van monniken en ridders - 3.3 Het feodale stelsel

h2 les 1
Monniken en ridders
3
Tijd van monniken en ridders 500-1000
3- Het feodale stelsel
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

h2 les 1
Monniken en ridders
3
Tijd van monniken en ridders 500-1000
3- Het feodale stelsel

Slide 1 - Tekstslide

h2 les 1
Herhalen
Tijd van monniken en ridders 500-1000
Geef aan met betrekking tot West-Europa wat je uit bron 7 kunt opmaken over horigheid.
  • Bijvoorbeeld: Monniken zagen en behandelden horigen (in de 11e eeuw) als hun bezit, dus als slaven.


Slide 2 - Tekstslide

h2 les 1
Leerdoelen
Tijd van monniken en ridders 500-1000
In deze paragraaf leer je:

  • hoe het Frankische rijk werd bestuurd
  • hoe het Frankische rijk zich ontwikkelde vanaf Karel de Grote
  • hoe het leenstelsel zich ontwikkelde




Slide 3 - Tekstslide

h2 les 1
Frankische koninkrijken
Tijd van monniken en ridders 500-1000
In 500 waren in heel West-Europa Germaanse koninkrijken ontstaan.
Bij de dood van de Frankische koning Clovis (511) bestond het Merovingische rijk uit het grootste deel van België en Frankrijk.

De Germaanse koninkrijken en de Franken namen het Romeinse bestuurssysteem over:
  • belangrijke delen werden bestuurd door een hertog: hoge edelman, bestuurder van een hertogdom
  • minder belangrijke delen door een graaf: hoge edelman, bestuurder van een graafschap



  • hoe werd het Frankische rijk bestuurd?

Slide 4 - Tekstslide

h2 les 1
Frankische koninkrijken
Tijd van monniken en ridders 500-1000
De Germaanse koningen namen het Romeinse recht over en hielden vast aan het Germaanse gewoonterecht. Clovis liet dat gewoonterecht opschrijven in de Salische wet.

Volgens deze wet werd het rijk van Clovis verdeeld onder zijn zoons. Het Merovingische rijk bleef ruim twee eeuwen bestaan.



  • hoe werd het Frankische rijk bestuurd?

Slide 5 - Tekstslide

h2 les 1
Karel de Grote en zijn opvolgers
Tijd van monniken en ridders 500-1000
In de 8e eeuw kwamen de Karolingen aan de macht in het Frankenrijk. Karel de Grote werd in 800 tot keizer gekroond door de paus: het hoofd van de rooms-katholieke kerk, bisschop van Rome. Karel verenigde een groot deel van Europa in één rijk.

Na de dood van Karels zoon Lodewijk (843) werd het rijk onder drie zonen verdeeld in een West- en Oost-Frankisch rijk en een middenrijk.

In het Oost-Frankische rijk werd de erfdeling afgeschaft. Otto I werd in 962 de eerste keizer van het Heilige Roomse Rijk dat bijna duizend jaar bleef bestaan.


  • hoe ontwikkelde het Frankische rijk zich vanaf Karel de grote?

Slide 6 - Tekstslide

h2 les 1
Het leenstelsel
Tijd van monniken en ridders 500-1000
Koningen waren afhankelijk van ridders en beloonden de edelen met grond en buit.

De persoonlijke banden tussen de koning en zijn edelen werden de basis voor het feodalisme (leenstelsel).
De koning gaf een gebied in leen aan een vazal (leenman) en beloofde hem te beschermen. In ruil zwoer de vazal dat hij zijn leenheer altijd trouw zou blijven.


  • hoe ontwikkelde het leenstelsel zich?

Slide 7 - Tekstslide

h2 les 1
Het leenstelsel
Tijd van monniken en ridders 500-1000
Hertogen en graven werden vazallen van de koning en gingen hun leen als erfelijk zien. Ze gingen ook zelf land en ambten in leen geven. Hierdoor kreeg in het West-Frankische rijk de koning minder macht.

Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur is een kenmerkend aspect van de tijd van monniken en ridders.



  • hoe ontwikkelde het leenstelsel zich?

Let op!
Hofstelsel= economisch
Leenstelsel= politiek

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

h2 les 1
Leerdoelen
Tijd van monniken en ridders 500-1000
In deze paragraaf leer je:

  • hoe het Frankische rijk werd bestuurd
  • hoe het Frankische rijk zich ontwikkelde vanaf Karel de Grote
  • hoe het leenstelsel zich ontwikkelde




Slide 10 - Tekstslide