2.3 Uiteenzetting, betoog en beschouwing 4V

Vrijdag 5 maart
op weg naar toets leesvaardigheid & argumentatie
Nieuw Nederlands H2.3 Uiteenzetting, beschouwing en betoog
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vrijdag 5 maart
op weg naar toets leesvaardigheid & argumentatie
Nieuw Nederlands H2.3 Uiteenzetting, beschouwing en betoog

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betoog, beschouwing en uiteenzetting
Lesdoelen
- Je (her)kent de kenmerken van een betoog, beschouwing en uiteenzetting
- Je weet welk tekstdoelen en tekststructuren hierbij horen
- Je kunt deze kennis toepassen in een korte eigen tekst

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uiteenzetting, betoog of beschouwing? Waar let je op?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk tekstdoel hoort bij welke tekstsoort?
informeren
Overtuigen
Opiniëren
Uiteenzetting
Betoog
Beschouwing

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uiteenzetting
Een uiteenzetting is bedoeld om de lezer te informeren: een bepaald onderwerp wordt objectief uitgewerkt. In een uiteenzetting staan meestal veel feiten en toelichtingen of voorbeelden. De hoofdgedachte van een uiteenzetting is vaak een constatering (= de vaststelling van een feit of een verschijnsel), bijvoorbeeld: ‘Technische studies zijn hun nerd-achtige imago kwijtgeraakt.’

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betoog
Een betoog is bedoeld om te overtuigen: de schrijver wil dat de lezers zijn mening (standpunt) over een bepaalde kwestie overnemen. Die mening is ook de hoofdgedachte van de tekst, bijvoorbeeld: ‘Tweede Kamerleden die uit hun fractie stappen, moeten hun Kamerzetel afstaan.’ De auteur geeft argumenten voor zijn standpunt en soms weerlegt hij argumenten die de lezers tegen zijn standpunt kunnen inbrengen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een beschouwing
Een beschouwing is bedoeld om te opiniëren: de auteur wil zijn lezers zelf over iets laten nadenken, zodat ze zich er een mening over kunnen vormen. De hoofdgedachte van een beschouwing is dan ook vaak een formulering als ‘Hoewel de geleerden het erover eens zijn dat er iets moet gebeuren om de wereldbevolking van voedsel te voorzien, zijn de meningen verdeeld over wat dat dan precies moet zijn.’

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk tekstdoel hoort bij de tekstsoort beschouwing?
A
informeren
B
overtuigen
C
opiniëren
D
activeren

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De schrijver wil zijn lezers zelf over iets na laten denken, zodat ze zich er een mening over kunnen vormen.
Deze omschrijving hoort bij een...
A
uiteenzetting
B
betoog
C
beschouwing

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hoofdgedachte van een uiteenzetting is vaak een constatering (=vaststelling van een feit of een verschijnsel).
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uiteenzetting, beschouwing, betoog?

Kijk naar:
1. tekstdoel (informeren, opiniëren of overtuigen)
2. hoofdgedachte (constatering, mening/standpunt, twijfel)
3. Tekststructuur  (H1, par 3) ->

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekststructuren (H1.3)
De structuur van een tekst hangt vaak samen met het tekstdoel.

  1. argumentatiestructuur
  2. aspectenstructuur
  3. probleem-oplossingsstructuur
  4. verklaringsstructuur
  5. verleden - heden - toekomststructuur
  6. voor- en nadelenstructuur
  7. vraag- en antwoordstructuur

Welke past het best? Uiteenzetting, beschouwing, betoog?  Of een andere tekstsoort?

Slide 12 - Tekstslide

Over na laten denken en een paar structuren bespreken. NN pag 20 + 21
Ik begrijp het verschil tussen een betoog, uiteenzetting en beschouwing nu helemaal.
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg opdracht:
  • Lees je in.
  • Geef je mening. Vertel waarom je vindt dat Marieke Lucas Rijneveld het gedicht van Amanda Gorman wel/niet zou moeten vertalen.
  • Denk na over de vorm: betoog of beschouwing?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Beschouwing
  • Maak de opdracht in Google Classroom
  • Maak een samenvatting van de theorie NN2.3. (inleveren in G.C.)
  • MakenH2, par 3 opdracht 1  + 2  (let op: meerdere deelvragen!)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Vanmiddag:
  • Opdracht MLR - Amanda Gorman

Woensdag
  • Inleveren podcast


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies