klas 2 Wereldreligies + poster feestdagen

1 / 61
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 61 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

  • Vijf wereldreligies
  • Mensenrecht vrijheid van godsdienst 
  • Opdracht
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

  • Je weet wat je van het vak LeVo kunt verwachten
  • De vijf grootste wereldreligies noemen.
  • Je leert dat iedere religie eigen gewoontes heeft
  • Levo
  • Vijf wereldreligies + kenmerken
  • Feestdagen 

Slide 4 - Tekstslide

Vijf grote wereldreligies
Welke zijn dat denk je?
Schrijf ze voor jezelf op in je schrift.
2 min.

Klaar?: Zet de godsdiensten op volgorde van meeste volgelingen naar minste volgelingen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Jodendom

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Christendom

Slide 10 - Tekstslide

Islam

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Hindoeïsme

Slide 13 - Tekstslide

Boeddhisme

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video


Vrijheid van geloof

Noteer kenmerken van de verschillende geloven:
- Gebedshuis
- Heilige boek
- waar ze in geloven
- enzovoort. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Noem een voorbeeld uit de aflevering waarbij er niet goed is omgegaan met mensenrecht 'vrijheid van geloof'

Slide 18 - Open vraag

  • Wat: Lees de opdracht goed door. Kies een religie en bijbehorende feestdag. Geef je keuze door aan je docent. Zoek daarna informatie op over je onderwerp. Noteer dit in je schrift, zodat je het de volgende keer op je poster kunt zetten.
  • Hoe: individueel
  • Hulp: mevrouw de Vries
  • Tijd: timer
  • Uitkomst: poster over een religieuze feestdag.
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

  • Kennen en kunnen
  • Herhaling vorige les
  • Feestdagen
  • Afsluiting

Slide 22 - Tekstslide

  • De vijf grootste wereldreligies noemen.
  • Je leert het belang van feestdagen.
  • Je leert over de christelijke feestdagen. 

  • Vijf wereldreligies 
  • Feestdagen 

Slide 23 - Tekstslide

Welke 5 godsdiensten zijn het grootst?

Slide 24 - Open vraag

Bij welke godsdienst hoort
dit symbool?
A
Jodendom
B
Christendom
C
Islam
D
Hindoeisme

Slide 25 - Quizvraag

Bij welke godsdienst hoort
dit symbool?
A
Jodendom
B
Islam
C
Hindoeisme
D
Boeddhisme

Slide 26 - Quizvraag

Bij welke godsdienst hoort dit symbool?
A
Jodendom
B
Christendom
C
Islam
D
Boeddhisme

Slide 27 - Quizvraag

Bij welke godsdienst hoort
dit symbool?
A
Islam
B
Christendom
C
Hindoeisme
D
Boeddhisme

Slide 28 - Quizvraag

Welk symbool hoort er bij het christendom?

Slide 29 - Open vraag

Vieringen
Ramadan- Suikerfeest

28 februari - 30 maart

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Belangrijke punten
  • Ramadan is de negende maand binnen de islamitische kalender.
  • Het vasten tijdens de ramadan duurt van zonsopgang tot zonsondergang. 
  • Na zonsondergang is er de Iftar, Arabisch voor maaltijd.
  • Moslims mogen niet eten, niet drinken en geen seks hebben tijdens de vastenperiode.
  • Als je ziek, zwanger of ongesteld bent, hoef je niet te vasten.
  • Aan het eind van de ramadan is Eid el-Fitr (‘het feest van het vasten verbreken’ ). In Nederland kennen we het ook als Suikerfeest.





Slide 32 - Tekstslide

Vasten hoort ook bij andere religies
  • In het jodendom vasten religieuze joden een volle dag tijdens Yom Kipur
  • In het christendom is er ieder jaar een veertig dagen durende vastenperiode. Die begint op Aswoensdag en is een voorbereiding op Pasen

In tegenstelling tot het jodendom en de islam, waar op de vastendagen helemaal niet gegeten of gedronken wordt, vasten bijvoorbeeld rooms-katholieken door bepaalde etenswaren op te geven, zoals vlees of snoep. 

Slide 33 - Tekstslide

De Ramadan eindigt met?
A
Offerfeest
B
Eid al-Fitr
C
Bevrijdingsfeest
D
Eetfeest

Slide 34 - Quizvraag

Wat is het eerste dat na een dag vasten wordt gegeten?
A
Water
B
Appel
C
Dadel
D
Chocolade

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Tekstslide

Video
Katholieke kerk

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Link

Video
Protestanste kerk

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Link

Zelfstandig werken

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

  • Wat: werk verder aan je poster over een religieuze feestdag. Aan het einde van de les heb je de informatie van punt 1 en 2 van de opdracht af!
  • Hoe: individueel
  • Hulp: Internet, mevrouw de Vries
  • Tijd: timer
  • Uitkomst: poster over een religieuze feestdag.
timer
10:00

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

  • Kennen en kunnen
  • Herhaling vorig
  • Feestdagen hindoeïsme
  • Afsluiting

Slide 46 - Tekstslide

  • De vijf grootste wereldreligies noemen.
  • Je leert het belang van feestdagen.
  • Je leert over de hindoeïstische feestdagen. 

  • Vijf wereldreligies 
  • Feestdagen 

Slide 47 - Tekstslide

Feestdagen in het Hindoeïsme

Slide 48 - Tekstslide

Rama Navami
  • 9e dag van de lichte maanhelft in de maand Chaitra (13 april)
  • Geboorte van god Rama
  • 8 dagen gevast voor feestdag ⇢ spiritueel groeien en reinigen van de geest 
  • Het boek Ramayana ⇢ duizenden jaren oud
  • Groots gevierd in tempels
  • Beschouwd als ideaal mens en koning 

Slide 49 - Tekstslide

Hoe wordt Rama ook wel omschreven?
A
Goed en nuchter
B
Trouw en gul
C
Ideaal en koning
D
Trouw en koning

Slide 50 - Quizvraag

Welk boek is erg belangrijk gedurende het feest?
A
Ramabena
B
Ramayana
C
Rameyema
D
Remebanya

Slide 51 - Quizvraag

Divali
  • 4 dagen
  • Eerste 2 dagen ⇢ goed wint van kwaad
  • Altaar met Hindoe goden
  • 3e dag ⇢ godin Lakshmi wordt aanbeden
  • 4e dag ⇢ nieuw begin
  • Veel zoetigheid, eerst vegetarisch, dan veganistish

Slide 52 - Tekstslide

Waarom wordt Divali gevierd?
A
om het licht te verwelkomen
B
Nieuwjaar
C
Verjaardag van Lakshmi
D
Vieren dat het zomer is

Slide 53 - Quizvraag

Wat zijn de belangrijkste voorwerpen die op het altaar staan tijdens Divali?
A
foto's van dierbaren
B
eten en drinken
C
cadeau's
D
afbeeldingen van goden

Slide 54 - Quizvraag

Holi

Slide 55 - Tekstslide

Slide 56 - Video

Holi
  • Twee dagen aan het einde van de winter
  • 40 dagen voor holi feest ⇢ bloem geplant ⇢ hoop op een mooi, nieuw begin
  • Brandstapel ⇢ begin van het Holi feest
  • Gekleurd poeder en parfum
  • 'Sub holi'

Slide 57 - Tekstslide

Hoeveel dagen voor het Holi feest wordt het plantje geplant?
A
35 dagen
B
40 dagen
C
20 dagen
D
45 dagen

Slide 58 - Quizvraag

Wat zeggen Hindoes tijdens het Holi feest tegen elkaar?
A
Sab holi
B
Happy new year
C
Olé
D
Sub holi

Slide 59 - Quizvraag

Met wat gooien de Hindoes tijdens het Holi feest
A
geld en poeder
B
tomaten en poeder
C
bloemblaadjes en water
D
parfum en poeder

Slide 60 - Quizvraag

  • Wat: werk verder aan je poster over een religieuze feestdag. Aan het einde van de les heb je de informatie van punt 3 en 4 van de opdracht af!
  • Hoe: individueel
  • Hulp: Internet, mevrouw de Vries
  • Tijd: timer
  • Uitkomst: poster over een religieuze feestdag.
timer
10:00

Slide 61 - Tekstslide