H4 Omzet, IWO & Brutowinst

Kennismaken 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Kennismaken 

Slide 1 - Tekstslide

Wie ben ik?
  • Mevrouw Damen
  • 10 weken stage 

Slide 2 - Tekstslide

Hoe oud schatten jullie mij?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Kaart

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn jullie hobby's?

Slide 6 - Open vraag

Herhaling H3& H4

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekent BTW?

Slide 8 - Open vraag

9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%

Slide 9 - Quizvraag

9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%

Slide 10 - Quizvraag

9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen brutowinstopslag en brutowinstmarge?

Slide 12 - Open vraag

Verkoopprijs
Netto verkoopprijs ->
bedrijven
Bruto verkoopprijs ->
Consumentenprijs/Kaartprijs

Netto inkooprijs + brutowinst
= netto verkooprijs
 Netto verkooprijs + BTW = consumentenprijs

Slide 13 - Tekstslide

oefenopgave
Inkoopprijs = € 45,00, brutowinstopslag = 55%.

Bereken de netto verkoopprijs
Bereken de bruto verkoopprijs





Slide 14 - Tekstslide

oefenopgave
Inkoopprijs = € 45,00, brutowinstopslag = 55%.

Bereken de netto verkoopprijs
Bereken de bruto verkoopprijs







Slide 15 - Tekstslide

Oefensom  van inkoopprijs naar netto verkoopprijs

Oefensom 1.

Inkoopprijs = € 30,00, brutowinstopslag = 45%.

Bereken de netto verkoopprijs

Bereken de bruto verkoopprijs


Oefensom 2.

Inkoopprijs = € 650,00, brutowinstopslag = 25,6%

Bereken de netto verkoopprijs

Bereken de bruto verkoopprijs

Antwoord
netto verkoopprijs = € 43,50
bruto verkooprijs = € 52,64
Antwoord
netto verkoopprijs = € 816,40
bruto verkoopprijs = € 987,84

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Woordweb

Tekst
8

Slide 18 - Sleepvraag

timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

1

Slide 20 - Video

00:26
Wat is jouw mening

Slide 21 - Open vraag

0

Slide 22 - Video