Hoofdstuk 2. Golven

Golven 

Hoofdstuk 2


1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Golven 

Hoofdstuk 2


Slide 1 - Tekstslide

Hoe ontstaan golven?
1) Door verstoringen in de waterspiegel:

  • Steen wordt in het water gegooit
  • Een eend landt in het water

Slide 2 - Tekstslide

2) Door de wind, die over het wateroppervlakte blaast:

  1. Er komen rimpelingen in het water
  2. Door de rimpelingen krijgt de wind meet vat op het water.
  3. De rimpelingen groeien uit tot een grote golf.

Slide 3 - Tekstslide

Water golven
  • Watergolven ontstaan doordat moleculen bewegingsenergie doorgeven
  • De moleculen zelf verplaatsen niet

  • Alle energie verspreid zich in de kringen
  • De kringen worden groter
  • De golven worden kleiner want
    de energie moet zich verdelen

Slide 4 - Tekstslide

Golfsnelheid
Midden in de zee heeft een golf een snelheid van 11 m/s. Bereken hoe lang deze golf doet over een afstand van 5 km
s = v x t



s        afstand       m
v        snelheid     m/s
t         tijd               s



Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Golflengte
De afstand tussen twee toppen van een golf.

Golflengte =  λ

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Golflengte is:
A
aantal seconden per trilling
B
aantal trillingen per seconde
C
een heen en weer gaande beweging
D
afstand tussen twee golftoppen

Slide 9 - Quizvraag

De amplitude van een golf
De hoogte van een golf noem je de amplitude.

De amplitude van een golf is de afstand (in meters) van de top van de golf tot aan de waterspiegel, wanneer die in rust is.

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de amplitude?
A
0,5 mm
B
1 mm
C
2 mm
D
4 mm

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de golflengte in dit plaatje?
A
2
B
4
C
6
D
8

Slide 12 - Quizvraag

Golven:
  • 1 punt op het touw trilt op en neer. Hij voert een trilling uit.

  • De trilling wordt doorgegeven aan het volgende punt op het touw. Zo ontstaat een lopende golf.

Slide 13 - Tekstslide

Frequentie
Frequentie is het aantal trillingen per seconde.
Het symbool voor frequentie is de kleine letter f. 
De frequentie wordt gemeten in hertz (Hz). 

Slide 14 - Tekstslide

Trillingstijd

Slide 15 - Tekstslide

Rekenen
  • Trillingstijd : hoe lang duurt 1 golf
  • Frequentie : hoeveel golven zitten er in 1 seconde


f=T1

Slide 16 - Tekstslide

Staande golf
Een staande golf krijg je wanneer gelijke golven met elkaar interfereren.

Sommige punten blijven helemaal stilstaan 

Dit heb je bijvoorbeeld in een snaar.

Slide 17 - Tekstslide

Grondtoon en boventoon
  • Zijn staande golven
  • Lengte van de snaar bepaald
    de golflengte

grondtoon : halve golflengte
1e boventoon : hele golflengte
2e boventoon : 1,5 x golflengte
Alles heeft zijn grondtoon
Het gaat niet altijd goed

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

2.3 Geluidsgolven
Geluidsgolven zijn verdichtingen en verdunning in de lucht.
  • Longitudinale golf
  • In een veer kan je ook een longitudinale golf maken.

Slide 21 - Tekstslide

Geluidsnelheid in lucht
vgeluid = 343 m/s       (20º C, 1 atm.)

Slide 22 - Tekstslide

Geluidsnelheid
  • snelheid = afstand : tijd

  • dus voor een golf
snelheid = golflengte : trillingstijd
of
  • snelheid = golflengte x frequentie

v=λf
v=ts
v=Tλ

Slide 23 - Tekstslide

2.3 Ultrasoon geluid
Wij horen tussen de 20 en 20.000 hz
Ultrasoon geluid horen wij niet ..... het is te hoog voor ons.

Slide 24 - Tekstslide

2.4 Elektromagnetische straling
EM-straling
300.000 km/s (299.792.458 m/s)
Het kan door vacuum.

Verschillende soorten,
Gevaarlijk en ongevaarlijk.
- Licht
- UV, Rontgen, gamma
- IR, radio

Slide 25 - Tekstslide

2.4 Elektromagnetische straling
Polarisatie : zorg dat de golven nog
                         maar in 1 richting gaan.

Slide 26 - Tekstslide

2.4 Elektromagnetische straling
De lichtsnelheid is de maximum snelheid.
- Je kan de lichtsnelheid niet halen want je massa wordt streeds groter.
- Extra : de tijd gaat ook steeds langzamer lopen.

Slide 27 - Tekstslide

2.5 Communicatie met de snelheid van het licht.
Geluid gaat niet heel ver.
Radiogolven wel.

Modulatie : stop de geluidsgolven in de radiogolven.

AM : Amplitude Modulatie
Tel de amplitudel bij elkaar op. (amplitude variert / frequentie blijft constant)
FM : Frequentie Modulatie
Tel de frequenties bij elkaar op. (frequentie variert / amplitude blijft constant)

Slide 28 - Tekstslide

2.5 Communicatie met de snelheid van het licht.
Hoe langer de golflengte :
  • hoe verder komt de golf 
  • hoe minder last van obstakels zoals gebouwen
  • Klein nadeel de zender moet steeds groter om de golf te kunnen maken.

Slide 29 - Tekstslide