3.3 tm 3.7

POLITIEK


H3.2: Welke partij is het beste voor jou?
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

POLITIEK


H3.2: Welke partij is het beste voor jou?

Slide 1 - Tekstslide


Het kiezen van volksvertegenwoordigers gaat via verkiezingen, hiervoor gebruik je je kiesrecht.


Actief kiesrecht: het recht om te mogen stemmen

Passief kiesrecht: het recht om je verkiesbaar te stellen.


Tijdens de verkiezingstijd heeft de lijsttrekker een grote rol, hij/zij is de belangrijkste man of vrouw van een verkiezing tijdens verkiezingstijd.

In de Tweede kamer zitten mensen van allerlei partijen. Ze komen samen tot besluiten door compromissen (afspraken waarbij alle partijen een beetje toegeven. 
Verkiezingen

Slide 2 - Tekstslide

3.3


Laatste kolom toevoegen!

Slide 3 - Tekstslide

Links: de overheid moet kwetsbare mensen helpen (werklozen, armen, ouderen). Mensen die meer geld verdienen, moeten meer betalen. De overheid moet een actieve rol krijgen. 
  • PvdA, SP, GroenLinks, DENK

Midden: de mensen moeten meer voor elkaar gaan zorgen, overheid helpt waar nodig. In veel opzichten tussen links en rechts in. 
  • D66, PVV

Rechts: de overheid moet mensen zoveel mogelijk vrijheid bieden. Mensen en bedrijven moeten zoveel mogelijk zelf beslissen en hun eigen problemen oplossen. De overheid moet een passieve rol aannemen. Vrijheid id voor rechtse partijen erg belangrijk! 
  • VVD, FvD, SGP
3.3 Op wie ga jij stemmen?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Populistische partijen: zeggen dat zij als partij als enige de wil van het volg kennen en opkomen voor de belangen van de gewone mensen. 

One-isse partijen: zij vinden 1 thema het allerbelangrijkste belangrijks bv 50PLUS 

Slide 6 - Tekstslide

3.4

Slide 7 - Tekstslide

De regering
Koning + Ministers

Slide 8 - Tekstslide

De regering wordt na de verkiezingen gevormd door alle partijen die samen willen werken, en daarmee een meerderheid in de Tweede Kamer krijgen. Vaak is dit de grootste partij, met nog twee of drie anderen partijen. Dit worden regeringspartijen genoemd (nu VVD, CDA, D66 + CU).

Bij het vormen van een nieuwe regering moet er een regeerakkoord gemaakt worden, dit zijn alle plannen voor de aankomende jaren.
3.4 De regering regeert

Slide 9 - Tekstslide

Ministers + staatssecretarissen
Het kabinet
Dagelijks bestuur

Slide 10 - Tekstslide

Het kabinet heeft verschillende taken

  1. Het bedenken van een wetsvoorstel; 
  2. Het uitvoeren van de aangenomen wetten; 
  3. Het schrijven van de rijksbegroting.

Iedere minister heeft zijn eigen taak, bijvoorbeeld minister van onderwijs of minister van justitie en veiligheid. Degene die hier bij helpen worden staatssecretarissen genoemd. 

Elke vrijdag komen alle ministers bij elkaar om nieuwe plannen of wetsvoorstellen te maken. De wet gaat dus van de ministerraad, naar de Tweede Kamer en vervolgens naar de Eerste Kamer.
3.4 De regering regeert

Slide 11 - Tekstslide


De koning is onderdeel van de regering, maar heeft vrijwel geen macht.

Wel heeft hij een paar belangrijke taken: 

  1. Handtekeningen zetten onder de nieuwe wetten
  2. Troonrede voorlezen tijdens Prinsjesdag
  3. Land vertegenwoordigen in het buitenland
  4. Ministers beëdigen.
De Koning

Slide 12 - Tekstslide

Prinsjesdag (derde dinsdag van september)
Troonrede wordt voorgelezen, hierin staat wat het kabinet heeft bereikt en wat het volgend jaar wilt gaan doen
Miljoenennota wordt getoond: alle plannen staan hier gedetailleerd in. 
Rijksbegroting daarin staan alle inkomsten en uitgaven van het kabinet

Slide 13 - Tekstslide

To do
Maken opdrachten van paragraaf 3.3 en 3.4 op blz 39 tm 44

Slide 14 - Tekstslide

3.5

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Maken
Opdrachten maken 3.3 tm 3.5 en op blz 39 tm blz 51 (niet maken blz 46 & 47) 
En samenvatting blz 60 tm 61
maken kieswijzer
https://www.welkepartijpastbijmij.nl/

Slide 25 - Tekstslide

3.6

Slide 26 - Tekstslide


Om ervoor te zorgen dat de macht niet al te groot wordt, is er een scheiding van de machten. Trias politica genoemd. Namelijk: wetgevend, uitvoerend en rechterlijk.


Parlement: beslist over de wetsvoorstellen (wetgevend)
Regering: voert de goedgekeurde wetten uit (uitvoerend
Rechters: beoordelen of iedereen zich aan de wet houdt (rechterlijk)
3.6 De parlementaire democratie

Slide 27 - Tekstslide

Grondwet
De belangrijkste rechten en plichten voor burgers.
Mensenrechten

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

De volksvertegenwoordigers die we hebben gekozen in het parlement, hebben de meeste macht. Zij mogen wetten maken, wijzigen en aanpassen. 

Vanwege deze macht noemen we Nederland een parlementaire democratie. 


De combinatie van parlementaire democratie, de grondwet en trias politica maakt Nederland een rechtsstaat: 

'een land waarin de rechten en plichten van burgers én van de overheid in de grondwet zijn vastgelegd en worden nageleefd.'
Rechtsstaat

Slide 30 - Tekstslide

Wat heeft allemaal invloed op de politiek?
Onderzoekers
Pressiegroepen
Jij zelf!
Sluit je aan bij een pressiegroep Of gebruik de kracht van Social Media om een onderwerp onder de aandacht te brengen.

Slide 31 - Tekstslide

Maken
Opdrachten maken paragraaf 3.6 op blz 52 tm 54
en stukje samenvatting 3.6 op blz 61

Slide 32 - Tekstslide

3.7

Slide 33 - Tekstslide

gemeente
college van B en W
gemeenteraad
dagelijks bestuur
[
burgemeester
leidt vergaderingen, openbare orde, sollicitatie → benoemd voor 6 jaar
elk een eigen werkterrein
wethouders
volks-vertegenwoordigers
stemmen over besluiten
controleren van B en W

Slide 34 - Tekstslide



Burgemeester en wethouders vormen samen het dagelijks bestuur van de gemeente. Zij voeren met hulp van hun ambtenaren alle politieke besluiten uit.

Ook zijn ze elke dag verantwoordelijk voor wat er in de gemeente gebeurt! Het werk van de burgemeester is vergelijkbaar met de minister-president. De wethouders zijn vergelijkbaar met de ministers. 




3.7 Gemeente en Provincie

Slide 35 - Tekstslide


Elke wethouder heeft net als de ministers een eigen terrein (cultuur, jongeren, milieu- en energiebeleid). 

De burgemeester leidt de vergaderingen van B en W en van de gemeenteraad. Hij of zij is het hoofd van de lokale politie en de brandweer, en heeft dus ook de leiding bij brand, rampen of noodsituaties. 

Burgemeesters worden voor 6 jaar benoemd door de regering en worden niet gekozen!


Burgemeesters en wethouders

Slide 36 - Tekstslide

maken
Opdrachten op blz 52 tm 57
En samenvatting op blz 61
Begrippenlijst maken op blz 62 / 63

Slide 37 - Tekstslide